Hoe kun je de maandelijkse rentelast berekenen?
Sluit je een persoonlijke lening of hypotheek af, dan moet je werken aan rente en aflossing. Meerdere leningsvormen resulteren in verschillende rentevergoedingen. Het is dus de vraag hoeveel jij aan rente moet betalen op basis van een zekere lening en rentestand. Als je concreet weet hoeveel je per hypotheek-variant kwijt bent, dan kun je een goede keuze maken. Hoe kun je zelf de maandelijkse rentelast berekenen bij de aflossingsvrije, lineaire of annuïtaire hypotheek?
Maandelijkse rentelasten berekenen
Verschillende leningsvormen
Ga je een lening aan dan doe je dat om daarmee een aankoop te financieren. Je kunt onder andere de volgende leningstypen aangaan waartoe speciale contracten gelden:
- de particuliere lening: je leent een geldbedrag van een kennis om je aankoop mee te betalen;
- de persoonlijke lening of doorlopend krediet: je wilt een consumptieve aankoop doen door bij de bank een lening aan te gaan;
- de hypotheek lening om een woningaankoop mee te financieren.
Afhankelijk van wat de onderlinge afspraken zijn – welke in het
geldlening contract worden vastgelegd – wordt de hoogte van de maandelijkse rente bepaald door het rentepercentage, het leenbedrag en hoe wordt terugbetaald. Waar moet je rekening mee houden aangaande de hoogte van de rente?
De relatie tussen rente en aflossing
Ga je een lening aan dan moet je daartoe altijd een rentevergoeding voor betalen. Dit vormt een compensatie voor de verstrekte lening. Daarnaast kan er aan aflossing worden gewerkt, zodat de hoogte van de schuld per maand kleiner wordt. Op basis daarvan nemen de rentelasten evenredig af. Op welke manieren kun je
aflossen en hoeveel rente betaal je daarbij?
Omrekenen van jaar- naar maandrente
We gaan altijd leningen aan waartoe we per jaar een rentepercentage over de openstaande schuld moeten betalen. Echter we betalen de rente altijd per maand. Veel mensen denken dat we dan een twaalfde deel moeten afdragen echter dat is niet zo. De
jaarrente moet namelijk als volgt worden omgerekend naar de maandrente:
- maandrente = ( 1 + r/jr ) ^ (1/12) -1 met daarin;
- r/jr = rentepercentage per jaar.
Afhankelijk van de manier van aflossen kun je de hoogte van rentevergoeding bepalen.
Aflossingsvrij
Is er sprake van een aflossingsvrije lening of hypotheek dan wordt er niet gewerkt aan aflossing. Dit kan ook over een deel van de lening gaan. Dat houdt in dat de rentelasten altijd even hoog zijn. Stel je leent 100.000 euro tegen een rentestand van 4,5% per jaar wat betaal je dan per maand?:
- maandrente = ( 1+0,045 ) ^ (1/12) – 1 = 0,003675 = 0,3675%;
- rente = 100.000 * 0,3675% = 367,50 euro per maand. Zolang de lening duurt dient dit per maand te worden vergoed.
Dit kan van toepassing zijn bij een hypotheek waarbij 50% wordt afgelost na looptijd. Gedurende de looptijd kan kapitaal via een verzekering danwel banksparen worden opgebouwd. Het kan ook van toepassing zijn bij een doorlopend krediet. Let wel dat deze vorm van hypotheken (nieuw af te sluiten) niet meer worden toegepast indien men per 2013 blijvend van de
hypotheekrenteaftrek wil blijven profiteren.
Lineair aflossen
Wordt er wel afgelost dan kan het lineair worden toegepast. Iedere maand wordt eenzelfde deel afgelost, zodat er na looptijd geen schuld meer is. Oftewel iedere maand wordt afgelost, waardoor eveneens de rentelast per maand afneemt. Stel je lost 100.000 euro in 30 jaar af, waarbij voorgaande rentestand van toepassing is dan geldt het volgende:
- de eerste maand betaal je 367,50 euro aan rente;
- je lost per maand 100.000 / (30*12) = 277,78 euro af;
- de laatste maand betaal je 277,78 * 0,003675 = 1,02 euro aan rente;
- totaal betaal je (367,50 + 1,02) * (30*12)/2 = 66.333,60 euro aan rente.
Hoeveel rente je over een x aantal jaar per maand betaalt reken je als volgt uit:
- r/x-maand = (100.000 – 100.000/(30*12) * x )) * 0,003675;
- aflossing maand x over 10,5 jaar = (100.000 – 100.000/360*(10,5*12)) * 0,003675 = 238,88 euro;
- oftewel algemeen geldt: (H – H/(jr*12)*x)) * ((1+r)^(1/12)-1) met H het hoofdbedrag.
Annuïtair aflossen en rentelast berekenen
Een tweede manier om af te lossen is middels de annuïteitenmethode. Dit behelst het niet veranderen van de maandelijkse last, echter binnen het samengestelde bedrag (mensualiteit) wordt aan rente en aflossing gedaan. Eerst zal het aandeel rente relatief hoog zijn, echter dat verandert naar een relatief hoog aandeel aflossing. Het maandelijkse bedrag bestaande uit rente en aflossing tezamen wordt als volgt bepaald:
- maandelijkse last = 100.000 * 0,003675 / (1 – 1,003675^(-30*12)) = 501,35 euro per maand;
- eerste maandrente = 367,50 euro oftewel aflossing bedraagt 501,35-367,50 = 133,85 euro;
- totale last over looptijd = 501,35 * 30*12 = 180.486,64 euro oftewel;
- totale rentelasten = 80.486,64 euro. Dat houdt in dat de lineaire aflossingsmethode relatief goedkoper is.
Wat als je de rentelast op maand x wilt uitrekenen? In dat geval moet je Excel toepassen door:
- rentelast maand 2 = ( 100.000-133,85 ) * 0,003675 = 99.866,15*0,003675 = 367,01 euro;
- aflossing maand 2 = 501,35-367,01 = 134,34 euro;
- rentelast maand 3 = ( 99.866 – 134,34 ) * 0,003675 = 99.731,66*0.003675 = 366,52 euro;
- enzovoorts. Dit kun je in Excel iteratief helder krijgen zodat je op maand x precies weet hoeveel je aan rente moet betalen.
Weet hoeveel je betaalt
Ga je een lening of hypotheek aan dan doe je er altijd goed aan om vooraf uit te rekenen hoeveel rente je moet betalen. Daarnaast is het verstandig om na te denken hoe je gaat aflossen. Concreet aflossen zorgt ervoor dat je op rentekosten kunt besparen. Bij een aflossingsvrije lening over dertig jaar betaal je in voorgaand voorbeeld 100.000*0,003675*360 = 132.300 euro aan rente. Dat is dus praktisch een factor 2 groter dan als je lineair aflost en een factor 1,64 bij
annuïtaire aflossing. Werk ook aan aflossing, zodat de totale rentekosten worden beperkt.
Lees verder
Reactie
A3r, 24-02-2015
Handig artikel. Volgens mij klopt echter de berekening van de aflossingsvrije niet.
Hier worden 2 zaken door elkaar gehaald. De berekening van de maandelijkse rente moet namelijk alleen op deze manier als er sprake is van rente op rente. Aangezien gesteld wordt dat de rente maandelijks betaald wordt, kan m.i. wel gewoon de jaarrente door 12 gedeeld worden, hetgeen € 375 per maand is.
Als je nu doorrekent, kom je op een jaarrente van 4,41% in plaats van de overeen gekomen 4,5%.
Wordt de rente niet betaald ziet het als volgt uit:
P1 100.000 * 0.3675% = 367,50
P2 100.367,50 * 0.3675% = 368,85
P3 100.736,35 * 0,3675% = 370,21
P4 101.106,56 * 0.3675% = 371,57
P5 101.478,12 * 0.3675% = 372,93
P6 101.851,06 * 0.3675% = 374,30
P7 102.225,36 * 0.3675% = 375,68
P8 102.601,04 * 0.3675% = 377,06
P9 102.978,09 * 0.3675% = 378,44
P10 103.356,54 * 0.3675% = 379,84
P11 103.736,37 * 0.3675% = 381,23
P12 104.117,61 * 0.3675% = 382,63
Saldo rente is dan 4.500,24 ( 24 cent afrondingsverschillen)
Die 4,5K is dan weer 4,5% het oorspronkelijke rente.
Indien de rente dus niet betaald wordt, is de maandrente 0,3675% om op een jaarrente van 4,5% te komen.
Reactie infoteur, 24-02-2015
De maandelijkse rente gebaseerd op jaarrente moet altijd met de ^(1/12) factor worden berekend. Delen door geeft een te hoge uitkomst.