Wanneer crasht de euro?
Óf en wanneer de euro crasht, kan niemand met absolute zekerheid voorspellen. Maar bepaalde indicaties wijzen toch wel erg op een naderend einde van die euro. Daarom kunt u deze bijdrage het beste meteen afdrukken en volgend jaar kijken wat ervan terecht gekomen is.
De economische betekenis van de euro
Om de bezorgdheid over het voortbestaan van de euro te begrijpen, moet men eerst de ideologie en de economische betekenis erachter kennen. Toen de euro het levenslicht zag, was de wereld van het betalingsverkeer, maar ook van de
banken en de industrie van een heel andere orde. Zo waren er destijds maar weinig mensen in het bezit van een
creditcard die over de gehele wereld kon worden gebruikt. Elke buitenlandse reis was dan ook geassocieerd met het wisselen van
geld en koersverlies, ontstaan door de marge tussen aan- en verkoopprijs van vreemde valuta.
De politiek heeft de banen gemoeid met de opslag, het omwisselen en het vervoer van vele valuta's en kosten die daarmee gepaard gingen, eenvoudigweg als onproductief beschouwd en wilde door invoering van de euro de economie versterken.
Trouw aan het motto dat een vrije handel zonder grenzen economische groei schept, werden de tariefmuren binnen de Europese Unie afgeschaft. Daarom is het voor een particulier bijvoorbeeld geen enkel probleem om naar Antwerpen te reizen, daar heerlijke Belgische koffie te kopen en die naar huis te vervoeren.
Wie heeft voordeel van de euro?
Maar nu terug naar de euro! De euro levert ondernemingen veel zakelijk voordeel op aangezien alle belemmeringen bij export en import binnen de Eurolanden is vervallen en dus ook de kosten voor het omrekenen van valuta:
- De industrie werd verlost van kosten en profiteerde dus in een eerste instantie van de euro. Zolang de "hulpbetalingen" of ondersteunende maatregelen voor noodlijdende eurolanden niet de overhand hebben, heeft de industrie er dus alle belang bij om de euro te behouden;
- Andere voordeeltrekkers van de invoering van de euro zijn praktisch alle ondernemingen die relatief laag geprijsde artikelen produceren. Denk bijvoorbeeld aan chocolade en de “coffee to go”. Die “coffee to go” voor pakweg € 2,50 zou, zelfs na 10 jaar inflatie (van 2002 tot 2012) nooit zoveel hebben gekost dan tegenwoordig. Vraag maar eens aan oudere mensen hoeveel een kop koffie nu gekost zou hebben;
- De euro is bovendien uitermate geschikt gebleken om nieuwe bureaucratische initiatieven van overheden aan de man te brengen. Onder het mom van de "Europese gedachte" hebben politici gezworen om één gemeenschappelijke Europese centrale eenheid te smeden. Met nóg meer bureaucratie dan ooit tevoren. Er is dan ook geen enkele reden om aan te nemen dat politici vrijwillig afstand zullen doen van die toegenomen macht. Want alle plannen die in het thuisland niet haalbaar zijn, schuift men door naar de EU-commissie en van daar komen ze als bindende regelgeving terug.
Overigens hebben de bedenkers van de Europese Unie dit vroeger anders bedoeld: de EU was slechts verantwoordelijk voor de interne markt, niet voor de bureaucratisering. Kortom, er zijn te veel argumenten, zowel voor grote ondernemingen alsook voor de politiek, om aan de euro vast te houden.
Afnemende stabiliteit van de euro
Concluderend kan men dus stellen dat de politiek de euro en de daaraan verbonden privileges niet vrijwillig zal opgeven. Maar inmiddels zijn er tegenkrachten in de reële economie ontstaan die uitstralen op de stabiliteit van de munt.
Bij het toelaten van landen tot de eurozone werden als gevolg van politieke druk ook landen opgenomen met een zwakke economie. Konden vroeger de Griekse Drachme of de Spaanse Peseta worden afgewaardeerd (gedevalueerd), tegenwoordig bestaat die mogelijkheid niet. Moet zo’n land dus een hoge
rente betalen als gevolg van een zwakke economie, dan ontstaat daar
inflatie en een dalende concurrentiekracht.
De meeste beleggers zijn er inmiddels wel van overtuigd dat de meest kwetsbare landen hun schulden niet meer kunnen terugbetalen. Hier ligt de werkelijke zwakte van de euro en wie kijkt naar deze ontwikkeling, kan wel enigszins inschatten wanneer de euro crasht.
Enige staten kunnen zich dus niet meer
herfinancieren. Wie dat onderkent, is zeer dicht bij de kern van het probleem. Om de financiering van deze staten zeker te stellen, wordt een nieuwe kunstmatige constructie in het leven geroepen. Daarvan weet eigenlijk niemand precies wat die voorstelt. In dat verband duikt de naam Europese Stabiliteits Mechanisme (ESM) telkens weer op in de media, zonder nadere verklaring.
Wat is Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)?
Raar maar waar: iedereen kan het verdrag voor de ESM inzien. Daarbij gaat het om een "financieringsinstituut", een private onderneming dus, naar Luxemburgs recht.
Die private onderneming wordt door elk van de deelnemende eurolanden voorzien van een vastgesteld kapitaal (dus een soort kapitaalinbreng). In totaal moeten er 700 miljard euro worden betaald!
Het ESM koopt dan de staatsobligaties op van de staten die niemand meer wil hebben. En vervolgens staat men garant voor deze
leningen en verkoopt die dan in een nieuw jasje aan beleggers als "ESM-bonds". Die zijn echter duidelijk alleen door het basiskapitaal van het ESM gedekt. En juist dáárin schuilt nu het bekende “addertje onder het gras”. Als een land, bijvoorbeeld Griekenland, niet meer kan betalen (bankroet gaat), dan stokt daarmee ook de uitbetaling en rentevergoeding op de ESM-obligaties. Zo kan vrij nauwkeurig worden voorspeld wanneer de euro uit elkaar valt:
- ofwel wanneer het vertrouwen in het ESM is verdwenen;
- ofwel als het maatschappelijk kapitaal is opgebruikt.
Welke gevolgen heeft het einde van de euro
Er zijn zelfs financiële analisten die in dit verband tippen op 1 januari 2013 als datum waarop wordt omgeschakeld. Voor particuliere spaarders en beleggers hoeft dat niet verkeerd te zijn, omdat er een garantieregeling voor spaargeld bestaat en een gemiddeld vermogen bij een valuta-verandering niet wordt aangetast. Om die reden dient men zijn geld in de vorm van banktegoed of aandelen aan te houden en niet te beleggen in ESM-bonds, en al helemáál niet in Spaanse staatsobligaties.
Wie deze voorzorgsmaatregelen in acht neemt, kan de komende ontwikkelingen met een gerust gemoed afwachten.