Formule renteberekening
Het komt bij ieder van ons wel eens voor dat hij zelf wil berekenen hoe hoog de rente van zijn spaargeld zal zijn. Of dat hij de door de computer van de bank berekende rente (die hoogstwaarschijnlijk correct is) nog eens wil narekenen. Voor de berekening van rente zijn wiskundige formules nodig. De basiswaarde wordt in de renteberekening aangeduid met ‘kapitaal, het percentage met de ‘rentevoet’ en het resultaat met ‘rente’. De renteberekening zoals beschreven, geldt voor Nederlandse banken. In het buitenland kunnen andere regels van toepassing zijn. Nederlandse banken stellen bijvoorbeeld het jaar op 360 dagen en de maand op 30 dagen.
Renteberekening spaarrekening
Er kunnen tal van redenen zijn om eens een renteberekening uit te voeren, bijvoorbeeld als we iemand
geld lenen en daarvoor, bij wijze van vriendendienst, alleen maar de gederfde spaarbankrente voor een bepaalde periode verlangen. Maar in dat soort situaties moeten we in eerste instantie vaak het antwoord schuldig blijven en op oude schoolherinneringen teruggrijpen. Zelfs de auteur, die jarenlang in het bankwezen erg vertrouwd was met renteberekeningen, moet eerst even nadenken: hoe was ook al weer de formule voor renteberekening? Want meestal verlaten we ons tegenwoordig op volledig geautomatiseerde berekeningen van de rente. We vertrouwen blindelings op de rekenprogramma's van de
banken. Maar een beetje basiskennis over renteberekeningen kan geen kwaad.
Uitgangspunten bij renteberekeningen
Hoewel dat per land, ja zelfs per financiële instelling kan verschillen, mogen we bij renteberekeningen doorgaans uitgaan van de volgende aannames:
- stortingen worden pas rentedragend vanaf de dag volgende op de inleg;
- opgenomen bedragen zijn rentedragend tot en met de dag vóór de opname;
- een maand telt rentetechnisch 30 dagen, het jaar 360 dagen.
Formule rente spaarrekening
Banken hanteren bij de renteberekening op spaarrekeningen de volgende formule:
Kapitaal (K) x percentage (P) x dagen(T) gedeeld door 36.000 (= 100x360)
Een eenvoudig voorbeeld:
Op 8/10 open je een spaarrekening met een storting van 1000 euro en ontvangt daarvoor 2% rente. De berekening tot het einde van het jaar (31/12) is dan:
1000 (kapitaal) x 2 (percentage) x 82 dagen (22 dagen in oktober, 30 dagen in november, 30 dagen in december) gedeeld door 36.000 = 4,56 euro.
Al een beetje moeilijker wordt het als er meerdere stortingen en opnames plaatsvinden of als de rente gedurende het jaar wijzigt.
Samengestelde interest
De verdiende rente hoef je trouwens niet zelf in januari van het nieuwe jaar aan het saldo toe te voegen. Ze wordt automatisch bij aanvang van het jaar gesaldeerd en wordt vanaf dat moment ook in de renteberekening (trefwoord: samengestelde interest) betrokken.
Spaarrekening als belegging achterhaald?
Op spaarrekeningen waarop doorlopend stortingen en opnamen plaatsvinden, zijn in de regel geen noemenswaardige saldi aanwezig. De spaarrente bij dergelijke direct opvraagbare spaartegoeden loont op grond van de lage rente dan ook nauwelijks. Steeds vaker hoor je de opmerking dat de
spaarrekening als belegging achterhaald zou zijn.
Alternatief voor lage rente op spaarrekeningen
Bij spaarrekeningen is het tegenwoordig net als bij uien: elke keer als je een kijkje neemt, springen je de tranen in de ogen. De spaarrentes zijn allang niet meer wat ze ooit geweest zijn. Op het moment van schrijven (september 2014) ontvang je in het beste geval hooguit 1,5 procent rente over direct opvraagbaar spaargeld. Moet je dan ook nog rekening houden met belasting en inflatie, dan is sparen een verliesgevende zaak. Dividenden kunnen dan een alternatief zijn.
Waarheen met je spaargeld?
Waarheen dus met het geld? Een strategie die ook de
superrijken (bij hen staat instandhouding van het vermogen voorop) graag toepassen, is aankoop van aandelen met een hoog dividend. In Europa bedraagt de gemiddelde
dividenduitkering zo’n 3,2%, ruim boven de spaarrente derhalve. En dan is een eventuele waardestijging van de aandelen zelf nog niet inbegrepen.
Lees verder