Vaste hypotheekrente: vaststellen van de rentevaste periode
Een hypotheek met een vaste hypotheekrente biedt veel meer zekerheid dan een hypotheek met een variabele hypotheekrente. Vaak kun je zelf - in samenspraak met de bank - de lengte van de rentevaste periode bepalen. Voor deze periode heb je dan te maken met een vaste rente. Daarna kun je opnieuw kiezen voor een rentevaste periode, of overstappen op een variabele rente. Aan alle mogelijkheden zijn bepaalde risico's verbonden en pas achteraf weet je waar je goed aan doet.
Vaste hypotheekrente: betalen voor zekerheid
Wanneer je een hypotheek afsluit kun je bij de meeste banken en hypotheekverstrekkers zelf bepalen hoe lang de
rentevaste periode is, oftewel hoe lang de hypotheekrente op een zelfde niveau vast blijft staan.
Een lange rentevaste periode betekent zekerheid, want je weet precies waar je aan toe bent qua maandlasten. Voor die zekerheid moet je echter wel betalen. Hoe langer je de rente vastzet, hoe hoger de hypotheekrente die je moet betalen. Betaal je voor een rentevaste periode van 10 jaar bijvoorbeeld 5%, dan is dat bij een rentevaste periode van 30 jaar al snel 6%. Want hoewel jij een vast rentepercentage per maand betaalt, heeft de bank te maken met een fluctuerende rente. De bank neemt dus het risico dat jij loopt bij het afsluiten van een hypotheek over en stelt daar een extra hoge vergoeding tegenover.
Een hypotheek met een vaste hypotheekrente: zonder risico?
Hoewel het erop lijkt dat het risico met een lange rentevaste periode helemaal wordt weggenomen, is dat niet helemaal waar. Met een lange rentevaste periode heb je zekerheid, maar je zit wel vast aan het afgesproken rentepercentage; ook als de rente daalt en voor een langere periode laag blijft.
Stel bijvoorbeeld dat je bij het afsluiten van je hypotheek een rentevaste periode aangaat voor 15 jaar met een rentepercentage van 6%. Vervolgens daalt de rente sterk en de variabele rente blijft jarenlang tussen de 3 en 4%. Daardoor gaat de bank hypotheken aanbieden met een rentevaste periode van 15 jaar tegen een hypotheekrente van 5%. Jij zit echter nog steeds vast aan een rente van 6%. Dat is immers met de bank afgesproken. In zekere zin loop je dus ook met een vaste
hypotheekrente een zeker risico.
Het risico is echter wel veel kleiner dan bij een variabele hypotheekrente. Die kan namelijk per maand of per kwartaal verschillen. Wanneer je een variabele rente hebt die bij het afsluiten van de hypotheek op 4% staat, kan die na een jaar gestegen zijn naar 7% om vervolgens maanden of zelfs jaren op dat niveau te blijven staan. Uiteraard kan je er op dat moment voor kiezen om de rente toch vast te zetten voor een bepaalde periode. Echter, wanneer de verwachting is dat de variabele rente hoog blijft, dan zal de bank ook de vaste rente verhogen.
Wanneer je weinig risico wilt lopen is het dus het verstandigst om te kiezen voor een lange rentevaste periode. De vraag blijft echter wanneer en voor hoe lang je de rente vast moet zetten.
Wachten met het starten van een rentevaste periode
De meeste mensen kiezen bij het afsluiten van een
hypotheek voor een vaste rente van bijvoorbeeld 10 of 20 jaar. Dat is ook wat de bank of hypotheekverstrekker in de meeste gevallen aan zal raden. Jij (en ook de bank) zal willen voorkomen dat je op den duur je huis weer uit moet. Daarom is het het best om te kiezen voor zekerheid. Alleen als je het risico wilt lopen en je voldoende financiële buffers hebt (en het risico dus ook kunt lopen) kun je kiezen voor een variabele rente.
Echter, soms kan het verstandig zijn om tijdelijk een
variabele rente te nemen. Veel banken bieden de mogelijkheid om de rente nog niet direct vast te zetten, maar daar nog even mee te wachten. Je begint dan dus met een variabele rente. Ondertussen houdt je de ontwikkelingen van de vaste rente goed in de gaten. Wanneer die goed lijkt, start je een rentevaste periode.
Dit is voordelig wanneer de verwachting is dat de (vaste) hypotheekrente op termijn gaat dalen. Uiteraard weet je nooit van tevoren wat er met de rente gaat gebeuren, maar je kunt daar wel ideeën over hebben. Ook kun je je laten informeren door iemand van de
bank of door een financieel adviseur. Aangezien er aan een variabele rente hier wel behoorlijke risico's verbonden zijn, moet je wel beschikken over enige financiële reserves.
Nu een vaste rente, straks een variabele rente
Aangezien een variabele rente op de lange termijn goedkoper is dan een
vaste rente, is het aanlokkelijk om te kiezen voor een variabele rente. Bij het afsluiten van een hypotheek is dat vaak niet verstandig. Vaak benader je de maximale hypotheek - mensen willen toch vaak zo groot en comfortabel mogelijk wonen. Daar staat tegenover dat mensen vaak lange tijd op dezelfde plek blijven wonen. Je zit dus vrij lang vast aan dezelfde hypotheek.
Stel dat je niet aflost en dus alleen maar rente betaalt (tot 2012 was het mogelijk om een aflossingsvrije hypotheek af te sluiten). Dan ga je toch elk jaar minder betalen. In absolute getallen blijf je dezelfde rente betalen, maar prijzen van andere producten stijgen, net als je salaris en/of uitkeringen. Daarnaast is het aannemelijk dat je naarmate je ouder wordt meer gaat verdienen. Met andere woorden: het wordt steeds makkelijker om de maandlasten op te brengen. Dus hoewel je nu nog niet toe bent aan een variabele rente, ben je dat over 10 of 15 jaar misschien wel.
Bij het vaststellen van de rentevaste periode kun je daar rekening mee houden. In plaats van een rentevaste periode van 20 of 30 jaar, kies je voor een rentevaste periode van 10 jaar. Wanneer je na die 10 jaar toch nog niet toe bent aan een variabele rente, kun je opnieuw een rentevaste periode aangaan. Daarbij loop je dan wel het risico dat de rente op dat moment hoger is dan aan het begin van die 10 jaar.
Wat je ook doet, doordat je niet weet wat de rente gaat doen, weet je eigenlijk nooit waar je goed aan doet. Bij de bank weten ze dat ook niet, maar er zijn daar wel experts die heel goed weten wat de risico's zijn van de verschillende mogelijkheden. Laat je daarom altijd goed informeren.
Lees verder