De geschiedenis van de financiële banken en het plastic geld
Wanneer je flink wat geld hebt verdiend dan wil je dat natuurlijk zo veilig mogelijk opbergen. Een spaarvarken misschien, of wie weet in een matras? Maar er waren betere manieren en uit het ambacht van de goudsmeden en geldwisselaars ontstaan ,aan het eind van de middeleeuwen, de eerste financiële banken in Italië.
Inhoud
Italiaanse goudsmeden
Het geld in de middeleeuwen werd gemaakt door goudsmeden. Maar deze smeden produceerden niet alleen de munten ze beoordeelden ook de waarde van de buitenlands munten die de Italiaanse handelaren meenamen. Deze goudsmeden werden experts in het beoordelen van de waarde van de aangeboden munten. Ze wogen de munten en zagen onmiddellijk of ze te maken hadden met een vervalsing. Buitenlands munten werden vaak ook in de smidse omgewisseld voor de lokale munt. Smeden waren dus naast producenten van geld ook kopers en verkopers van geld. Experts waren nodig omdat er een enorme hoeveelheid vreemd geld in omloop was.
Banca
De smeden hadden daarnaast kluizen waar je veilig je winst heen kon brengen. Dit was beter dan thuis in het matras. De smeden of geldwisselaars werden belangrijke mensen in de middeleeuwse steden. Voor een kleine vergoeding beoordeelden ze de buitenlandse munten. Eén van de manieren om te beoordelen of een gouden of zilveren munt niet teveel tin of koper bevatte was, om de munt te laten vallen op een marmeren tafelblad, aan het geluid kon de smid horen of de munt wel zuiver was. Zo’n tafelblad heet een
banca, de smid werd daarom ook wel
banchiere genoemd, de eerste ‘
banken’ en ‘
bankiers’.
Banca Monte dei Paschi
Na verloop van tijd gingen deze ‘bankiers’ munten voor hun klanten bewaren en daarvoor kregen de klanten een soort ontvangstbewijs, een wissel zouden we het nu noemen. Met deze wissel kon je niet alleen je geld opnemen maar op den duur gingen mensen ook betalen met deze wissels, het eerste ‘bankbiljet’ ontstaat. Maar dat was niet het enige. Het was onwaarschijnlijk dat iedereen tegelijk zijn geld weer kwam opeisen, waardoor de banca een tegoed opbouwde in de kluis. Dit tegoed werd gebruikt om leningen te verstrekken aan wie dat wilde.
De allereerste bank wordt opgericht in Siena in 1472, het is de beroemde
Banca Monte dei Paschi, deze bank bestaat nog steeds. Grote en machtige bankiersfamilies ontstaan die banken openen in heel Europa. De Medici zijn daarvan misschien nog wel de meest beroemdste.
De Amsterdamse Wisselbank
Iets later kreeg ook Nederland zijn eerste ‘wisselbank’. Amsterdam ging voor, met de oprichting van de Amsterdamsche Wisselbank in 1609. Zes jaar later opende een tweede Wisselbank in Maastricht, pas twintig jaar later gevolgd door Rotterdam, de Wisselbank daar opende in 1635. De Amsterdamse bank was een wisselbank in de smalste betekenis, de bank gaf geen krediet, dit was de bank zelfs verboden. De bank nam goud en allerlei buitenlandse munten in bewaring en kreeg zo een tegoed in bankguldens. Hiermee legde de bank een basis voor giraal bankverkeer, misschien zou je dit wel de eerste Nederlandse girobank kunnen noemen.
In 1820 was het afgelopen met deze eens zo welvarende bank. Misschien omdat de bank nooit de mogelijkheid had gekregen om ‘bankbiljetten’ uit te gaan geven, zoals de eerst Italiaanse banken wel hadden gedaan. Maar de Republiek zat economisch in een diep dal en Amsterdam was niet meer een belangrijk financieel centrum. Daarnaast werd de bank waarschijnlijk meegesleurd met de val van de VOC. De handel lag inmiddels vrijwel stil en we hadden oorlog met Engeland.
Nederlandse Centrale Bank
Het is 1814 wanneer koning Willem I, de
Nederlandse Centrale Bank opricht. De bank kreeg twee taken, in de eerste plaats moest de bank zorgen voor uniforme munten en biljetten, daarnaast moest de bank kredieten verstrekken om de zwakke economie weer op de been te helpen. De bank kreeg nog geen monopolie op de uitgifte van de munten en biljetten, maar andere banken wilden hun vingers hieraan niet branden, vijftig jaar later kreeg de Centrale Bank overigens wel het monopolie.
Andere banken
Bron: TBIT, Pixabay
Naast de Centrale Bank ontstaan er verschillende banken die deels nog wel herkend worden als moderne banken. In 1824 richt de altijd voortvarende Willem I, de Nederlandse Handelsmaatschappij op. De NHM werd in eerste instantie opgezet als stimulans voor de Nederlandse industrie en handel maar werd in de loop van zijn geschiedenis steeds meer een echte bank. Wanneer de maatschappij in 1964 fuseert met Twentse Bank, ontstaat de ABN. Omdat Nederland een koning heeft die het als zijn voornaamste taak ziet om de economie te ondersteunen ontstaan er meerdere instellingen. In 1817 wordt de eerste spaarbank opgericht, het was de SNS. Een klein jaar later gevolgd door de oprichting van Nutsspaarbank ’s Gravenhage, de bank is later opgenomen in de Fortisbank.
Ministers redden banken
Wouter Bos steekt als minister van Financiën miljoenen in het redden van banken in de economische crisis. Zo’n ‘reddingsactie’ is niet nieuw. De Rotterdamse bank Robaver was in het begin van de vorige eeuw uitgegroeid tot één van de grootste van Nederland. Robaver was vooral bekend om zijn langlopende leningen aan fabrieken en vooral havenbedrijven. Maar de bank overspeelde zijn hand. Waarschijnlijk deels door onervarenheid raakte de bank in de problemen, er waren teveel leningen verstrekt en daarnaast (en daar kon de bank niets aan doen), Nederland zat in een economische crisis.
De kans was enorm dat de bank het niet zou redden en in zijn val veel bedrijven mee zou sleuren. In zo’n geval zouden duizenden werknemers van andere bedrijven ook op straat komen te staan. Minster van Financiën van dat moment is Hendrik Colijn. Colijn, stuurt om te beginnen het voltalling bankbestuur de laan uit en stopt daarna 50 miljoen gulden in de bank. Dankzij deze actie wordt de bank gered. Nog nooit van deze bank gehoord? Een halve eeuw later gaat Robaver op in de AMRO-bank.
Bankpassen en creditcards
Bron: Stevepb, Pixabay
Geld is niet alleen tastbaar. Wanneer we spreken over geld hebben we het niet alleen over munten en bankbiljetten. Veel geld bestaat alleen als elektronische data, in computers van de verschillende banken en firma’s. Voordat de computer zijn intrede deed hadden banken en bedrijven enorme registers waar de transacties in werden vastgelegd. Cheques werden gebruikt om diverse transacties te doen. Deze raakten in onbruik toen het plastic zijn intrede deed.
Pinnen met een pas
Over pinnen denken we niet meer na, op iedere straathoek is wel een automaat te vinden en je wekelijkse boodschappen die pin je. Maar de pinautomaat bestaat nog maar een kleine veertig jaar. Daarvoor betaalde je contant of met een cheque.
In de jaren vijftig van de vorige eeuw introduceerden alle banken cheques. In het begin als vervanging voor het wekelijkse loonzakje. Je kon met de cheques naar de bank om loon op een rekening te zetten maar er waren ook blanco cheques waarmee je overal mocht, en kon betalen. In de jaren zestig was dit een enorme doorbraak.
In 1969 wordt de eerste geldautomaat geplaatst in de Amsterdamse Bijlmermeer. De consument was in het begin niet laaiend enthousiast. Het zou duren tot 1984 voordat veel andere banken ook overal geldautomaten gingen plaatsen en in veel winkels ‘gepind’ kon worden. Nu heeft bijna iedere volwassene tenminste één pinpas (98%). In 2007 werden er in Nederland ruim anderhalf miljard pintransacties uitgevoerd.
In 1996 wordt de chipknip ingevoerd en het werd geen groot succes. De chipknip was bedoeld als een elektronische beurs, kleine bedragen konden direct worden afgerekend zonder te pinnen. Voor iedere pinbetaling moest toen nog een klein bedrag betaald worden door een bedrijf. De ‘knip’ werd geen hit behalve dan bij diverse parkeerautomaten. Voor het gebruik van een chipknip is geen pincode nodig, voor een pinpas wel.
Kredietkaart of creditkaart
Bron: PublicDomainPictures, Pixabay
Met een creditcard of kredietkaart kun je aankopen doen die je later pas betaald. Wanneer je een creditcard gebruikt wordt het bedrag niet gelijk van je rekening geschreven.
De eerste creditcards komen in de jaren twintig van de vorige eeuw in Amerika op de markt. Een aantal hotels in de Verenigde Staten gaan kaarten uitgeven die klanten de mogelijkheid geven om op krediet aankopen te doen. Ongeveer tegelijkertijd gaan ook oliemaatschappijen deze kaarten uitgeven. Met deze eerste creditcards konden klanten op krediet tanken bij verschillende tankstations. In beide gevallen moesten de hotels en tankstations zelf rekeningen naar hun klanten sturen.
Rond de jaren 40 begonnen bedrijven creditcards van elkaar te accepteren. Daarvoor kon je de kredietkaarten alleen gebruiken bij het bedrijf dat de kaarten had uitgegeven. In 1950 kwam de Diners Club met de allereerste echte creditcard. Voor het gebruik van de kaart moesten de klanten een vaste contributie betalen en de het bedrijf stuurde maandelijks een rekening. De Diners Club zorgde voor de betaling aan de bedrijven.
American Express komt in 1958 met een eigen creditcard. Visa en MasterCard volgen American Express al snel. Visa lanceert zijn creditcard in 1976, MasterCard was een kleine 10 jaar eerder. Amerika bleef marktleider op dit nieuwe terrein van financiële dienstverlening. De allereerste creditcard werd in 1958 uitgegeven door Diners Club in Nederland.
Het gebruik van de creditcard werd maar heel langzaam geaccepteerd in Nederland. In 2002 had één op de drie volwassenen Nederlanders een creditcard maar een klein groepje gebruikte de kredietkaart ook daadwerkelijk.
Lees verder