De geschiedenis van geld: een biljet!
Marco Polo kwam terug uit China met onder andere het verhaal dat de Chinezen geld van papier gebruikten! De gemiddelde middeleeuwer kon z’n lachen amper inhouden, papier om mee te betalen! Polo kon geweldige verhalen vertellen en natuurlijk moest dit met een flinke korrel (duur) zout worden genomen. Betalen met papier! Toch kwamen ze er, papieren bankbiljetten.
Inhoud
Chinees papiergeld
Het verhaal van Marco Polo was zeer waarschijnlijk waar. Veel wijst erop dat de Chinezen sinds de 7e eeuw papier gebruikten om mee te betalen en de bevolking was er wel gelukkig mee. Het gebruik van papiergeld was ontstaan door een gebrek aan koper om munten te maken. Het papiergeld had dezelfde waarde als de munten die het deels moest vervangen en het één kon moeiteloos omgewisseld worden voor het ander. De naam van dit papiergeld kennen we nog, ‘cash’. In het midden van het biljet stond een afbeelding van de munt met een gelijke waarde, zo was het biljet ook geschikt voor mensen die niet konden lezen. Waarschijnlijk stopte China rond 1500 met het aanmaken van deze biljetten.
De eerste Europese bankbiljetten, een valse start
In 1661 worden de allereerste bankbiljetten uitgegeven door Stockholm Banco, een Zweedse bank. Het werd helaas een groot fiasco. De bank drukte zo ontzettend veel biljetten dat het papier waardeloos werd. De directeur werd voor deze wanvertoning in de gevangenis gezet en de bank werd overgenomen door de regering, de bank werd de Centrale Bank van Zweden. De Zweedse bevolking had het wel even gehad met de biljetten en liet ze volledig vänster (=links) liggen.
De eerste echte bankbiljetten
Engeland bracht het er beter vanaf. In Engeland gingen de goudsmeden op aandringen van Patterson de zgn. 'Goldsmithnotes' uitgeven. Wanneer iemand zijn goud of soms ook zijn zilver in bewaring gaf bij een goudsmid dan kreeg hij een ontvangstbewijs hiervoor. Het bedrag op de 'goldsmithnote’ was het bedrag dat iemand bij een goudsmid in bewaring had gegeven. Na verloop van tijd gingen de Britten elkaar ook betalen met deze eerst biljetten. De biljetten waren altijd gedekt door de hoeveelheid goud die in bewaring was gegeven, ‘safe’ geld dus.
Op den duur gingen de smeden meer biljetten uitgeven dan ze aan goud in bewaring hadden. In 1694 wordt de Bank of England opgericht en deze zet het werk van de goudsmeden voort. De Engelse staat stond garant voor het bedrag dat op de munten was gedrukt, 'I PROMISE TO PAY THE BEARER ON DEMAND THE SUM OF ... £'. De eerste centrale bank van de wereld was een feit.
De eerste Nederlandse bankbiljetten
Eigenlijk waren de eerste bankbiljetten die in Nederland werden uitgegeven van Franse makelij. Na de revolutie had de Franse regering één ding vooral nodig en dat was geld, veel geld. De regering ging ‘ assignaten’ uitgeven, waardepapieren om het leger te betalen. De regering liet er zo ontzettend veel drukken dat de waarde enorm daalde. Toen de Fransen Nederland hadden veroverd werd de bevolking ook gedwongen om deze ‘assignaten’ aan te nemen.
Het roodborstje
Uitgegeven door de Nederlandse Bank (net opgericht) en gedrukt door Joh. Enschedé en Zonen in 1814, het Roodborstje, het allereerste Nederlandse bankbiljet! Het was een onooglijk stukje papier met een handtekening van de directeur van de Nederlandse Bank en aan één zijde bedrukt. De biljetten zijn nooit opgenomen in het gewone betalingsverkeer. Banken gebruikten de biljetten alleen in het onderlinge betalingsverkeer.
Het begin was er. Het Roodborstje bleek al snel erg fraudegevoelig ondanks de beweringen van de firma Joh. Enschedé. Het Roodborstje moest al snel vervangen worden door biljetten die moeilijker te vervalsen waren en tja, het tekenen van de biljetten door de directeur van de Nederlandse Bank, dat was achteraf ook niet zo handig.
Het tientje
In mei 1945 was Nederland bevrijd van het Duitse juk. Aan het eind van dat jaar nam de na-oorlogse regering een rigoureuze stap. Al het oude papier- en muntgeld moest worden ingeleverd. Eén week moest de gehele Nederlandse bevolking rond zien te komen met een tientje, het beroemde ‘tientje van Lieftinck’. De beruchte geldzuivering werd ingezet door de Minister van Financiën, Piet Lieftinck. Lieftinck wilde zo het enorme zwartgeldprobleem in één keer oplossen. Na deze actie werd een serie nieuwe bankbiljetten uitgegeven.
Bankbiljettenprobleem
Bankbiljetten werden vanaf het begin van papier gemaakt en dat vormde natuurlijk een probleem. Papier slijt makkelijk. Daarnaast lagen altijd vervalsers op de loer en velen is het ook door de eeuwen heen gelukt om acceptabele vervalsingen te maken. In de loop van de 18e en 19e eeuw gingen officiële drukkers papier met watermerken gebruiken en serienummers werden ingevoerd. In de jaren daarna werden hologramstrips, microprinting, plastic vensters en verdikte lagen inkt gebruikt om de biljetten te beschermen tegen vervalsing. De moderne bankbiljetten worden ook niet meer van papier gemaakt maar van katoenvezels.
De allerlaatste bankbiljetten
Bron: E Gabi, Pixabay
De allerlaatste Nederlandse bankbiljetten zijn ontworpen door Jaap Drupsteen. De abstracte biljetten waren vrij revolutionair. Alle bankbiljetten voor deze hadden afbeeldingen van personen of voorwerpen, de nieuwe biljetten bestonden uit vlakken en blokken, aan het aantal blokken was de waarde af te lezen. In 2002 was het afgelopen met de Nederlandse biljetten we gingen over op de euro. Alle euromunten hebben een ‘nationale’ kant, de biljetten zijn voor alle eurolanden gelijk.
Lees verder