Eigen huis als oudedagsvoorziening
Veel mensen houden het eigen huis nog altijd als beste oudedagsvoorziening. Maar financiële adviseurs waarschuwen om niet al het spaargeld in een eigen huis te steken. Dat is namelijk niet zonder risico.
“We leven nu. Wie weet nu wat er over dertig jaar is?”
Bij veel jonge mensen die over hun toekomst nadenken, bereikt de verbeeldingskracht al gauw zijn grenzen. Ze kleden zich graag sportief, werken in een hippe branche en maken zich niet echt druk om hun toekomst. “Ik leef nu”, zeggen veel dertigers. "Hoe zou ik moeten weten wat er over 30 of 40 jaar is?" Maar zodra ze hun peuters van pakweg 3, 4 jaar zien opgroeien, begint het als jonge vader of moeder toch te kriebelen en het lot van de volgende generatie gaat hen steeds meer boeien:
- hoe zal de wereld eruit zien als hun zoon of dochter eenmaal volwassen is?
- en hoe kunnen ze het beste sparen of beleggen, zodat hun gezin tegen die tijd goed kan leven?
Vastgoedbelegging als eerste keus
Als het om geld gaat, zijn ook jongvolwassenen vaak oerconservatief, maar ook uiterst onzeker. Zij maken zich zorgen over zaken die miljoenen andere mensen in Nederland bezighouden. Ze horen in de media vrijwel dagelijks over zaken als:
Het liefst zouden ze de knop willen omdraaien als dit soort berichten in het nieuws en op de radio komt. Hun conclusie staat al bij voorbaat vast: voor hen komt slechts één type belegging als oudedagsvoorziening in aanmerking, en dat is vastgoed.
Een eigen huis, de beste oudedagsvoorziening
Vaak nemen jongeren al jaren via de werkgever deel aan een pensioenvoorziening, maar naar het zich laat aanzien, zal die straks nauwelijks volstaan. Andere jonge ouderparen in hun kennissenkring hebben al besloten tot een volgende financiële stap: ze hebben een eigen woning gekocht. Een eigen huis betekent immers dat je op je oude dag vrij van huur kan wonen. Een betere oudedagsvoorziening bestaat er niet.
Het eigen geld is meestal een probleem
Wat jongvolwassenen vaak tegenhoudt is op de eerste plaats het
eigen geld, maar ook de locatie waarop men met beperkte middelen is aangewezen. Het eigen vermogen dat ze nodig hebben om een huis te kopen, hebben ze niet. Zelfs als tweeverdieners brengen ze geen zescijferig bedrag bij elkaar.
Betongoud of (beton)blok aan het been
Bovendien baart ook het gedrag van hun vrienden hen zorgen: die hebben een huis in de voorstad en steken al hun geld daarin. Behalve de weekends in een stacaravan in de buurt, zit er geen vakantie meer in. Het brengt veel aspirant-kopers aan het twijfelen: een huis is “voor de eeuwigheid”, maar wil ik wel mijn leven lang in zo'n ding blijven leven?" Deze en vele andere vragen stellen zich elke dag duizenden jongvolwassenen bij de geplande aankoop van onroerend goed:
Vaak zijn al die zaken waaraan je moet denken bij de aankoop van een huis er net te veel aan. Bovendien heeft de crisis in de huizenmarkt duidelijk gemaakt, dat het geen uitgemaakte zaak meer is dat woningen jaar na jaar in waarde zullen stijgen.
Wat doen de huizenprijzen in de toekomst
Een eenduidig antwoord op deze vraag valt niet te geven:
- enerzijds houden economen onroerend goed als een goede geldbelegging omdat men zich daarmee minder afhankelijk maakt van de kapitaalmarkt en de risico’s daarvan kan ontlopen;
- anderzijds weet niemand precies welke invloeden demografische ontwikkelingen zullen hebben, en dat niet alleen op de prijzen van vastgoed. De bevolkingskrimp maakt onze hele pensioenvoorziening tot een slecht calculeerbare aangelegenheid, waarschuwen economen.
Pessimistische schattingen gaan ervan uit dat de bevolkingsgroei in Nederland na pakweg 2025 wel eens sterk zou kunnen afvlakken en zelfs een dalende tendens zou kunnen vertonen. Wellicht dreigt er in de toekomst dus een verdere druk op de huizenprijzen omdat een deel van de huizen (voornamelijk op het platteland) wel helemaal niet meer bewoond zullen worden. Maar er zijn ook geluiden hoorbaar dat de
krimp ook kansen biedt.
Lees verder