Goud kopen als de kanonnen dreigen?
Mensen wrijven zich soms de ogen uit bij een blik op de goudprijs: in april 2013 daalde die tot het laagste niveau sinds meer dan een jaar. En dat terwijl de eurocrisis zich uitbreidde, er een internationale valuta-oorlog woedde, de wereldeconomie langzamer groeide en het wapengekletter in Noord-Korea ernstige vormen aannam. Kortom, de beste voedingsbodem voor een stijgende goudprijs.
Goud de angstbarometer bij uitstek
Als het
testosterongehalte bij Kim Jong-il weer eens angstwekkende hoogten bereikt en hij de Verenigde Staten van Amerika tegen zich in het harnas jaagt door hen quasi de oorlog te verklaren, dan zou de prijs van goud, toch de angstbarometer bij uitstek, eigenlijk maar één richting uit kunnen gaan: naar het noorden. Maar precies het tegenovergestelde gebeurde. Medio april 2013 was de goudprijs meer dan 20% verwijderd van zijn hoogste stand.
Maar waarom reageert de markt op de spanningen in Noord-Korea met een verveeld schouderophalen? Politiek gezien geloven velen niet dat Noord-Korea over het militaire arsenaal beschikt om een reële en ernstige bedreiging te zijn. Maar onderschatten mag men de jonge dictator evenmin.
Beurskoersen gevoed door goedkoop geld
De aandelenmarkten lagen er begin 2013 goed bij en lokten met rendementen als in de beste “bullmarkt-dagen”. Er was op dat moment zogezegd sprake van een wedloop tussen enerzijds de opbrengsten op de aandelenmarkten en anderzijds de veiligheid van de goudprijs.
Afnemende inflatievrees aan de ene kant en herschikkingen van middelen op de aandelenmarkten aan de andere kant, waren waarschijnlijk de belangrijkste drijfveren. Institutionele partijen zoals
hedge funds onttrokken geld aan de goudmarkt en investeerden in de aandelenmarkt op zoek naar vette winsten. Daarbij werden de beurkoersen dus niet gevoed door goed nieuws, maar door goedkoop geld.
Geen spoor van inflatie-angst te bespeuren
En goedkoop
geld zal er op termijn nóg meer zijn. In de strijd tegen de deflatie heeft Japan een nieuwe strategie ontwikkeld. Het land schafte haar belangrijkste basisrentetarief af en oriënteert zich bij haar monetaire beleid voortaan op de geldhoeveelheid. In goed Nederlands: Japan wil nu alles, nóg meer geld, nóg meer groei, meer inflatie en meer schulden. De hoeveelheid YEN’s bij de centrale bank moet meer dan verdubbeld worden. En het merkwaardige daarbij is: wereldwijd valt er geen spoor van inflatie-angst te bespeuren.
De relatief stabiele Amerikaanse dollar in combinatie met een teruglopende vraag, zorgden er voor het overige voor dat de goudprijs in
euro verder onder druk kwam te staan.
Goedkoop instappen in de goudmarkt
Het is uit de geschiedenis algemeen bekend dat markten nu en dan rare afwijkingen vertonen:
- bezitters van fysiek goud doen er goed aan om dit soort tegenstrijdigheden in de markt rustig uit te zitten;
- en voor alle andere beleggers, wier geest nog niet vertroebeld is door potentiële koerswinsten, zij kunnen zulke momenten benutten en goedkoop instappen in de goudmarkt.
En één ding moet op basis van het bovenstaande ook duidelijk zijn: dat je goud niet alleen moet kopen omdat de goudprijs waarschijnlijk zal aantrekken. In tijden waarin staten geld als monopoliegeld behandelen en het op grote schaal beschikbaar stellen aan
banken, is goud vooral een stuk veiligheid dat telt op de lange termijn. Want ooit zal iemand de prijs betalen voor deze gigantische monetaire expansie. Het is niet onverstandig om ervan uit te gaan dat dit weer de belastingbetaler zal zijn...