Belastingbegrippen ondernemers: A tot en met Z
Als je ondernemer bent, krijg je door je onderneming met de Belasting-dienst en vele belastingbegrippen te maken. In dit artikel is een begrippenlijst opgenomen met belastingtermen. Wat is bijvoorbeeld Aanmerkelijk belang, Afschrijven, Algemene heffingskorting, Bedrijfsmiddelen, Boxenstelsel of Conserverende Aanslag? Deze en nog meer begrippen over belasting en belastingdienst, alfabetisch en overzichtelijk op een rijtje, in dit artikel.
Belastingbegrippen ondernemers
Een ondernemer krijgt met zijn onderneming, in welke ondernemingsvorm c.q. rechtsvorm dan ook, te maken met belasting en de Belastingdienst. Er zijn zo veel verschillende begrippen dat het je soms kan duizelen. In dit artikel zijn belastingbegrippen alfabetisch op een rijtje gezet.
Een opmerking vooraf: in de begrippenlijst komt een aantal keer het begrip uitvoeringsinstelling naar voren, waarvan voor de duidelijkheid hier een omschrijving volgt. Als je als ondernemer personeel in dienst neemt, moet je je aansluiten bij de uitvoeringsinstelling waar je bedrijf onder valt. De uitvoeringsinstelling waarmee je als werkgever te maken krijgt, voert namens het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) de sociale verzekeringen uit. De uitvoeringsinstellingen zijn: Cadans, GAK Nederland BV, GUO Uitvoeringsinstelling BV, SFB Uitvoeringsorganisatie Sociale verzekering NV en USZO (Onder welke je valt is opvraagbaar bij de KvK in je regio).
A-begrippen
Aanmerkelijk Belang
Er is onder andere sprake van aanmerkelijk belang als een belastingplichtige (eventueel samen met de partner), direct of indirect aan één van de volgende voorwaarden voldoet:
- heeft een belang in een vennootschap van ten minste 5% van het geplaatste aandelenkapitaal, in de vorm van aandelen of koopopties op aandelen
- heeft winstbewijzen die betrekking hebben op ten minste 5% van de jaarwinst of op tenminste 5% van wat bij liquidatie wordt uitgekeerd
- is gerechtigd tot ten minste 5% van de stemmen in de algemene vergadering van een coöperatie
Zie verder
De Vennootschap.
Accijnsgoederen
Goederen waarover accijns in rekening wordt gebracht op het moment waarop ze worden geproduceerd, ingevoerd of overgebracht naar Nederland vanuit een ander EU-land: bier, wijn, tussenproducten en andere alcoholhoudende producten, tabaksproducten en minerale oliën.
Afschrijven
De aanschafkosten van een bedrijfsmiddel verdelen over de jaren waarin het bedrijfsmiddel wordt gebruikt (b.v. een computer). Op deze manier worden deze kosten in die jaren ten laste van de winst gebracht. Zie ook bedrijfsmiddel.
Algemene Heffingskorting
Een onderdeel van de standaardheffingskorting. In beginsel heeft iedere belastingplichtige recht op deze korting. Het betreft een bedrag dat in minder wordt gebracht op de gecombineerde inkomensheffing (nader informatie is te vinden in
Belastingen & Soorten Belasting).
Arbeidskorting
Een onderdeel van de standaardheffingskorting. Een korting voor de belastingplichtige die met tegenwoordige arbeid winst uit onderneming, loon of resultaat uit een werkzaamheid geniet. De hoogte van de arbeidskorting bedraagt een percentage van de arbeidskortingsgrondslag.
B-begrippen
Basisruimte
Het bedrag dat aan premies voor lijfrenten kan worden afgetrokken in box 1 (belastingaangifteformulier, zie ook onder Boxenstelsel) voor bepaalde lijfrenteverzekeringen, zonder dat er sprake hoeft te zijn van een pensioentekort. De ongebruikte basisruimte kan niet worden overgedragen aan de echtgenoot of partner.
Bedrijfsbezoek
Bezoek door de Belastingdienst (of de uitvoeringsinstelling) om informatie te verzamelen en inzicht te krijgen in je bedrijfsvoering en administratie. Het gaat hierbij niet om een onderzoek naar een specifieke aangifte. Je krijgt bijna altijd een aankondiging. De medewerker van de Belastingdienst (of de uitvoeringsinstelling) maakt een rapport op van het bezoek. Een onderdeel van een bedrijfsbezoek kan zijn de zogenaamde waarneming ter plaatse. Hierbij gaat het om inzicht te verkrijgen in de dagelijkse gang van zaken in de onderneming.
Bedrijfsmiddel
Zaak (object) die je in je onderneming gebruikt en die je niet hebt aangekocht om te verkopen. Op de meeste bedrijfsmiddelen moet worden afgeschreven (behalve als het bedrijfsmiddel minder dan € 454,- heeft gekost). Bijvoorbeeld een machine, een gebouw, een vergunning en dergelijke (zie afschrijven).
Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden
Het gezamenlijke bedrag van het resultaat van een of meer werkzaamheden die geen belastbare winst of belastbaar loon opleveren.
Belasting op Aangifte
Belasting waarvan je zelf het te betalen bedrag moet berekenen. Je vermeldt dit bedrag op een aangifte en betaalt de belasting dan op eigen beweging.
Belasting op Aanslag
Belasting waaroor je een aanslag krijgt waarop het te betalen bedrag staat. De belastingaanslag is in de regel gebaseerd op een aangifte die je hebt gedaan. Je hoeft de belasting pas te betalen na ontvangst van de belastingaanslag.
Beroepschrift
Schriftelijk en gemotiveerd verzoek aan de rechter om een beslissing op een bezwaarschrift (van de Belastingdienst of de uitvoeringsinstelling) te herroepen waarmee de indiener van het beroepschrift het niet eens is.
Bezwaarschrift
Schriftelijk en gemotiveerd verzoek aan de Belastingdienst of de uitvoeringsinstelling om een beslissing te herroepen waarmee de indiener van het bezwaarschrift het niet eens is. Het gaat om een beslissing die de Belastingdienst of de uitvoeringsinstelling zelf heeft genomen.
Boekenonderzoek
Controlebezoek door de Belastingdienst en/of de uitvoeringsinstelling om na te gaan of op basis van de boekhouding je aangiften kloppen. Het onderzoek betreft een bepaalde periode of bepaalde onderdelen van de boekhouding.
Boxenstelsel
Stelsel voor de belastingheffing met een aantal inkomensboxen, waarbij elke box een eigen heffingsregime en een eigen tariefstructuur kent. De Wet IB kent 3 boxen:
- Box 1 - inkomen uit werk en woning
- Box 2 - inkomen uit aanmerkelijk belang (zie hierboven onder A)
- Box 3 - belastbare inkomen uit sparen en beleggen
BTW
BTW staat voor Belasting Toegvoegde Waarde en is de omzetbelasting die je moet betalen.
In 2009 (dus niet in 2008) zal het BTW tarief verhoogd worden van 19% naar 20%.
C-begrippen
Cataloguswaarde Auto
De nieuwprijs van een auto in het bouwjaar, inclusief BTW en BPM en zonder aftrek van eventueel verleende kortingen (zie ook privé voordeel van auto van onderneming).
Conserverende Aanslag
Een aanslag waarvan de belastingschuld wel wordt vastgesteld, maar meestal niet wordt ingevorderd. De verschuldigde inkomstenbelasting over te conserveren inkomen wordt apart berekend en in een conserverende aanslag opgenomen. Bij een door de wetgever niet gewilde gang van zaken, bijvoorbeeld de afkoop van pensioenen na emigratie, wordt de conserverende aanslag alsnog ingevorderd.
E-begrippen
Egalisatiereserve
Een reservering van de winst voor de gelijkmatige verdeling van kosten en lasten (zie verder onder Fiscale Reserves).
Energie-investeringsaftrek
Een aftrek op de winst voor bepaalde, nog niet eerder gebruikte, energiezuinige investeringen. De aftrek wordt aan ondernemers verleend onder voorwaarde dat deze een verklaring hebben van de minister van Economische Zaken, dat er sprake is van energie-investeringen.
Enig Document
Door de Europese Commissie voorgeschreven aangifteformulier voor in- en uitvoer.
F-begrippen
Factuur
Rekening voor geleverde goederen of diensten, waarop tenminste wordt vermeld: naam en adres van de leverancier en de afnemer, datum en volgnummer van de factuur, datum en omschrijving van de geleverde diensten, goederen of producten, prijs exclusief BTW en bedrag van de BTW. Tevens dient de factuur het BTW-nummer te bevatten.
Factuurstelsel
Systeem voor het in rekening brengen van BTW aan afnemers die ondernemer zijn. Er dient altijd een factuur uitgereikt te worden, waarbij het factuurbedrag verhoogd is met BTW en de BTW op de factuur vermeld staat. Bij het factuurstelsel is de uitreikdatum van de factuur het moment waarop de BTW verschuldigd wordt (zie ook kasstelsel).
Fiscale Reserves
Fiscaal reserveringen op de winst:
- De Egalisatiereserve is bedoeld voor de kosten die eens in de zoveel jaar moeten worden gemaakt voor periodiek onderhoud van de bedrijfsmiddelen (b.v. bedrijfspand), hetgeen vaak hoge kosten zijn. Deze reserve kan ook aangelegd worden voor toekomstige uitgaven, zoals een milieuverontreiniging. Deze reserve mag niet gevormd worden voor jaarlijks terugkerende uitgaven of voor aanschaf van bedrijfsmiddelen
- De oudedagsreserve is een bepaald bedrag dat je opzij mag zetten om te sparen voor je oudedagsvoorziening. Over dit bedrag hoef je voorlopig geen belasting te betalen; je krijgt hiervoor uitstel van betaling
- De Herinvesteringsreserve; zie bij H hieronder
(Noot: met de oudedagsreserve alleen heb je nog geen oudedagsvoorziening, dit kan b.v. door het afsluiten van een lijfrenteverzekering)
Een andere fiscale regeling is de ondernemersaftrek, hetgeen een bedrag is dat je van de winst af mag trekken.
G-begrippen
Gemengde Kosten
Kosten die worden gemaakt voor je onderneming en die je tegelijk privé-voordeel opleveren.
Geruisloze Omzetting in BV of NV
De situatie dat een onderneming voor de inkomstenbelasting wordt omgezet in een door een naamloze vennootschap (NV) of besloten vennootschap (BV) met beperkte aansprakelijkheid gedreven onderneming, waarbij de resterende IB-claim:
- naar de toekomst wordt doorgeschoven
- wordt omgezet in een Vpb-claim (zie onder verbonden personen) en een aanmerkelijkbelangclaim (zie onder A Aanmerkelijk belang)
Meer informatie over de vennootschap is te vinden in
Vennootschap (BV en NV).
Geruisloze Terugkeer uit een BV of NV
De situatie waarin de objectieve onderneming van een BV of NV voor rekening van de aandeelhouders in de rechtsvorm van een eenmanszaak (
Eenmanszaak) of samenwerkingsverband wordt voortgezet (
De Maatschap,
Vennootschap (VOF). Hierbij wordt de bestaande vennootschapsbelastingclaim op de stille en fiscale reserves doorgeschoven naar het winstregime van box 1. Op verzoek van de individuele aandeelhouder kunnen ook de volgende belastingclaims worden doorgeschoven:
- de aanmerkelijkheidsclaim (zie begrippen A Aanmerkelijk) op zijn/haar aandelen en winstbewijzen
- een IB claim op door hem/haar aan de BV of NV ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen
Aan de geruisloze terugkeer zijn voorwaarden verbonden.
H-begrippen
Heffingskorting
Heffingskorting is een bedrag dat in mindering wordt gebracht op de gecombineerde inkomensheffing.
Herinvesteringsreserve
Boekwinst genoten bij de vervreemding van een bedrijfsmiddel kan onder bepaalde voorwaarden buiten de jaarlijkse winst blijven en in een reserve worden opgenomen. Noodzakelijk is dat er een voornemen tot herinvestering bestaat en blijft bestaan. De reserve dient bij herinvestering te worden afgeboekt.
Huurwaarde
Het bedrag dat een woning of bedrijfspand bij verhuur kan opbrengen. Of anders geformuleerd: het genot dat de eigenaar van een pand ervan heeft, uitgedrukt in geld. In veel gevallen is het bedrag van de huurwaarde wettelijk vastgesteld. Het wordt afgeleid van de zogenaamde WOZ waarde die de gemeente voor de woning of het bedrijfspand heeft vastgesteld.
I-begrippen
Inlenersaansprakelijkheid
Als een ondernemer uitzendkrachten inhuurt of personeel inleent van een andere onderneming, kan deze aansprakelijk worden gesteld voor de betaling van loonheffing, premies werknemersverzekeringen en BTW. Dit kan wanneer het uitzendbureau of de uitlenende onderneming de loonheffing, premies werknemersverzekeringen of BTW niet betaalt.
Intracommunautaire Levering
Levering van goederen door een leverancier in een EU-land aan een afnemer die in een ander EU-land is gevestigd.
Intracommunautaire Verwerving
Aankoop van goederen door een afnemer in een EU-land van een leverancier die in een ander EU-land is gevestigd.
Investeren
Bedrijfsmiddelen aanschaffen voor een onderneming (zie ook onder Begrippen B Bedrijfsmiddel).
Investeringsaftrek
Een aftrek op de winst voor de investering in bedrijfsmiddelen. Investeringsaftrek kan de vorm hebben van:
- kleinschaligheidsaftrek
- energie-investeringsaftrek
- milieu-investeringsaftrek
(zie verder onder de betreffende beginletters)
Invorderingsmaatregelen
Maatregelen die de belastingdienst neemt om een belastingschuld te innen als die schuld niet of niet op tijd wordt betaald (zie ook Wanbetaling & Vordering).
J-begrippen
Jaarruimte
Het bedrag dat in een bepaald jaar maximaal voor betaalde lijfrentepremies mag worden afgetrokken in de situatie dat er sprake is van een pensioentekort.
Jaarstukken
Financieel jaaroverzicht van een onderneming, dat bestaat uit de balans en de winst- en verliesrekening en de toelichting hierop.
K-begrippen
Kasstelsel
Systeem voor het bepalen van de verschuldigdheid aan BTW aan de Belastingdienst. Bij het kasstelsel is de datum waarop de bedragen van de afnemer ontvangen worden, het moment waarop de BTW verschuldigd wordt. Het kasstelsel wordt gebruikt als de afnemers vooral particulier zijn: een factuur is niet verplicht, ontvangen bedragen voor geleverde producten of diensten zijn inclusief BTW, het BTW bedrag wordt berekend door de kasontvangsten te verminderen met het juiste BTW-percentage (zie ook Factuurstelsel onder F).
Ketenaansprakelijkheid
Aansprakelijkheid voor belasting- en premieschulden van iemand die in een reeks (keten) van personen een lagere plaats inneemt dan degene die aansprakelijk wordt gesteld. Ketenaansprakelijkheid komt voor bij aanneming van werk. Een voorbeeld van een keten is: opdrachtgever - aannemer - onderaannemer.
Kleineondernemersregeling KOR
Een BTW-regeling voor ondernemers die, zonder toepassing van de regeling, in een jaar niet meer dan 1884,- euro BTW moeten betalen: de te betalen BTW wordt verminderd of er hoeft helemaal geen BTW betaald te worden. De KOR en hoogte van BTW afdracht wordt uitgebreid besproken in
BTW en KOR (Kleineondernemersregeling).
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Een aftrek op de winst voor investering in bedrijfsmiddelen. De aftrek is onder meer afhankelijk van het investeringsbedrag in een kalenderjaar.
L-begrippen
Loonkosten
De totale kosten van het betalen van loon aan een werknemer: tenminste het bruto loon plus het werkgeversdeel van de premies werknemersverzekeringen plus de overhevelingstoeslag.
M-begrippen
Margeregeling
BTW-regeling voor handelaren in gebruikte goederen, kunst, antiek en voorwerpen voor verzamelingen: de BTW wordt niet berekend over de totale omzet, maar over het verschil tussen verkoopprijs en inkoopprijs.
Medegerechtigde
De belastingplichtige die -anders dan als ondernemer of aandeelhouder- gerechtigd is tot het vermogen van een onderneming, en die daaruit winst geniet (zie ook
Ondernemer & Fiscale Faciliteiten).
Meewerkaftrek
Een aftrek op de belastbare winst voor de ondernemer die aan het urencriterium voldoet en van wie de partner zonder enige vergoeding arbeid verricht in een onderneming waaruit de belastingplichtige als ondernemer winst geniet.
O-begrippen
Omzetbelasting
Omzetbelasting is de officiële naam voor BTW (Belasting Toegevoegde Waarde). De afkorting BTW duidt op het systeem van heffing; heffing van belasting over de toegevoegde waarde. Er is een laag en een hoog tarief, respectievelijk 6% en 19% BTW. In 2009 zal het BTW tarief verhoogd worden van 19% naar 20%.
De verhoging van het BTW tarief naar 20% zal dus pas in
2009 plaatsvinden en niet in 2008, zoals door velen wordt gedacht (er was inderdaad ook onduidelijkheid hieromtrent).
Ondernemer
De belastingplichtige voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming. De beoefenaar van een zelfstandig beroep wordt ook aangemerkt als ondernemer.
Ondernemersaftrek
Het gezamenlijke bedrag van de:
- zelfstandigenaftrek
- aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk
- meewerkaftrek (zie onder M)
- stakingsaftrek
Ondernemersfaciliteiten
Fiscale regelingen die uitsluitend bedoeld zijn voor ondernemers, zoals de:
- ondernemersaftrek
- oudedagsreserve
- energie- en milieu-investeringsaftrek
- scholingsaftrek (zie onder S)
Onderneming (objectief)
Een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal waarmee, door deelname aan het economisch verkeer, winst wordt beoogd, terwijl deze winst ook redelijkerwijs te verwachten is. Onder onderneming wordt mede verstaan: het zelfstandig uitgeoefende beroep.
Onderneming (objectief)
Het gedeelte van een objectieve onderneming dat voor rekening van een belastingplichtige komt. Zo vormen de deelgerechtigdheid van een vennoot in een VOF (zie
Vennootschap VOF) en zijn buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen samen het vermogen van zijn subjectieve onderneming.
Ondernemingsfaciliteiten
Fiscale regelingen die niet alleen bedoeld zijn voor ondernemers, maar ook gelden voor andere belastingplichtigen die winst uit onderneming genieten. Voorbeelden hiervan zijn de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek en de willekeurige afschrijving. Een overzicht van alle faciliteiten voor ondernemers die voldoen aan het urencriterium is te vinden in
Ondernemer & Fiscale Faciliteiten (urencriterium).
Ondernemingsvermogen
De bestanddelen van het vermogen van een ondernemer die deze gebruikt voor de onderneming en die op de balans van de onderneming staan. Vermogensbestanddelen die zowel zakelijk als privé worden gebruikt, kunnen ook bij het ondernemingsvermogen horen (bijvoorbeeld een pand dat de ondernemer grotendeels voor de onderneming gebruikt, en waarin deze ook woont).
Oudedagsreserve
Een van de Fiscale Reserves:
- waaraan de ondernemer jaarlijks winstafhankelijke bedragen ten laste van zijn winst kan toevoegen
- die is bedoeld voor de opbouw van oudedagsvoorzieningen
De oudedagsreserve staat op de balans en wordt meegenomen bij de winstberekening.
P-begrippen
Participatiemaatschappijen
Maatschappijen die geld verstrekken aan ondernemers. Voor startende ondernemers zijn deze maatschappijen met name van belang in het kader van beleggen in durfkapitaal (voorheen de Tante-Agaathregeling).
Partner (Fiscaal)
- De niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot
- De niet duurzaam gescheiden levende geregistreerde partner
- De twee ongehuwde meerderjarigen die er voor kiezen om als partner beschouwd te worden en aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Deze voorwaarden zijn:
- ze voeren in een kalenderjaar meer dan zes maanden onafgebroken een gezamenlijke huishouding
- ze staan gedurende die periode in de basisadministratie persoonsgegevens ingeschreven op hetzelfde adres
Wonen een ouder en een kind samen, dan moeten beiden 27 jaar of ouder zijn.
Pensioentekort
De situatie dat de opgebouwde pensioenrechten door de wetgever niet voldoende worden geacht voor een adequate oudedagsvoorziening. In de Wet IB 2001 is omschreven welke bedragen als premies voor lijfrente i.v.m. een pensioentekort kunnen worden afgetrokken. De toegestane lijfrenten ter compensatie van het pensioentekort zijn door de wetgever limitatief opgesomd.
Privé-gebruik Auto
Op grond van deze regeling wordt een bedrag bij het inkomen van een werknemer geteld, als deze ook voor privé-gebruik een auto ter beschikking krijgt van zijn werkgever. De regeling geldt ook voor ondernemers die gebruik maken van een auto van hun onderneming. De hoogte van de bijtelling varieert naar gelang de hoogte van het privé-gebruik en bedraagt tenminste 0 tot 25% van de waarde van de auto. Als de werkelijke waarde van het privé-gebruik hoger is dan de op grond van het wettelijk percentage berekende bijtelling, dan geldt die hogere waarde.
Privé Kosten
Kosten die een ondernemer uitsluitend privé-voordeel opleveren, ook al worden ze gemaakt met het oog op de onderneming.
Privé Vermogen
De bestanddelen van het vermogen van een ondernemer die uitsluitend of voornamelijk privé worden gebruikt en die niet op de balans van de onderneming staan. Vermogensbestanddelen die zowel zakelijk als privé worden gebruikt, kunnen ook bij het privé-vermogen horen (bijvoorbeeld een pand waarin de ondernemer woont en waarvan deze een klein deel gebruikt voor de onderneming).
Privé-voordeel van Auto van Onderneming
Het voordeel (uitgedrukt in geld) dat een ondernemer heeft, doordat deze een auto van de onderneming ook voor privé-ritten gebruikt. Het privé-voordeel moet worden verrekend met de autokosten van de onderneming. Bij een personenauto is het vaak een vast percentage van de cataloguswaarde (zie
cataloguswaarde auto).
R-begrippen
Rechtspersoon
De juridische hoedanigheid van een niet-natuurlijk persoon. Juridisch wordt er onderscheid gemaakt tussen natuurlijke personen en niet-natuurlijke personen c.q. rechtspersonen. Een persoon is hier een drager van rechten en plichten. Om duidelijk te maken dat ook anderen dan natuurlijke personen rechten en plichten kunnen hebben, is in de wet de rechtspersoon in het leven geroepen. Voorbeelden van rechtspersonen zijn BV´s en NV´s (zie
BV en NV), Verenigingen (
vereniging) en Stichtingen (
stichting).Maar ook de Staat, provincies, gemeenten en kerkgenootschappen. Meer informatie is te vinden in
Rechtspersonen.
Rechtsvorm
Juridische vorm waarin een onderneming wordt gedreven: eenmanszaak, samenwerkingsverband van twee of meer personen, zoals b.v. een maatschap (
maatschap), of rechtspersoon (bijvoorbeeld een
BV). Meer informatie staat in
Rechtsvormen.
Reserveringsruimte
Het onbenutte deel van de jaarruimtes voor lijfrentepremieaftrek uit de afgelopen zeven jaren.
Resultaat uit een werkzaamheid
Het bedrag van de gezamenlijke voordelen die -onder welke naam of welke vorm ook- worden behaald met een of meer werkzaamheden die geen belastbare winst of belastbaar loon opleveren.
Rittenregistratie
Een registratie waarbij alle ritten met een bepaalde auto -zowel zakelijk als privé- worden vastgelegd. Deze registratie moet aan bepaalde voorwaarden voldoen.
S-begrippen
Samenwerkingsverband
Een fiscaal transparante rechtsvorm, waarin voor rekening voor meerdere personen een onderneming wordt gedreven. Voorbeelden van een samenwerkingsverband zijn een:
Scholingsaftrek
Een aftrek ten laste van de winst voor de kosten en lasten van scholing van de in de onderneming werkzame personen.
Een overzicht is te vinden in
Ondernemer & Fiscale Faciliteiten (urencriterium).
Staking
Het ophouden van winst uit onderneming in Nederland te genieten, bijvoorbeeld door overlijden, emigreren of verkopen van de onderneming.
Stakingsaftrek
Een aftrek die deel uitmaakt van de ondernemersaftrek (zie O), die een ondernemer bij staking van een gehele onderneming op zijn belastbare winst in mindering mag brengen. De stakingsaftrek geldt maar een keer (in leven van de ondernemer).
Stakingswinst
De winst die een ondernemer behaalt bij de beëindiging van de onderneming of omzetting van de onderneming in een andere rechtsvorm. Stakingswinst is het verschil tussen de waarde van de onderneming in het economische verkeer en de boekwaarde van de onderneming (overzicht in
Ondernemer & Fiscale Faciliteiten (urencriterium).
U-begrippen
Urencriterium
Een urengrens voor de tijd die de ondernemer besteedt aan het voor eigen rekening drijven van een onderneming en die van belang is voor de:
- Oudedagsreserve
- Zelfstandigenaftrek
- Ontwikkeling- en speurwerkaftrek
- Meewerkaftrek
Zie ook onder Verbonden persoon. Een ondernemer dient minimaal 1225 uur per jaar te besteden aan het feitelijk drijven van de onderneming om voor de belasting als zelfstandig ondernemer beschouwd te worden en in aanmerking te komen voor bepaalde ondernemingsfaciliteiten. Een overzicht van alle faciliteiten voor ondernemers die voldoen aan het urencriterium is te vinden in
Ondernemer & Fiscale Faciliteiten (urencriterium).
V-begrippen
Verbonden persoon (resultaat overige werkzaamheden)
De partner van de belastingplichtige of degene:
- met wie deze een samenlevingsovereenkomst heeft gesloten
- die met een pensioenregeling als partner is aangemeld
- die mede aansprakelijk is voor de hypotheekschuld eigen woning
- met wie deze een duurzame gemeenschappelijke huishouding voert, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de partnerregeling
Onder verbonden personen worden ook verstaan: de minderjarige kinderen van de belastingplichtige, zijn/haar partner (of een van de hierboven genoemde personen).
Verbonden persoon (urencriterium)
Onder met de belastingplichtige verbonden personen worden in dit verband verstaan: personen die behoren tot het huishouden van de belastingplichtige en bloed- of aanverwanten in de rechte lijn (
rechte lijn), of personen die behoren tot hun huishouden.
Verleggingsregeling
BTW-regeling waarbij niet de leverancier, maar de afnemer BTW moet berekenen en aangeven. Verleggingsregelingen worden toegepast bij aankoop van onroerende zaken, waarbij wordt gekozen voor belaste levering, bij onderaanneming in de bouw en de confectie- en metaalindustrie, en bij internationale handel.
Verliesrekening
Verrekening van negatieve inkomsten uit box 1 en 2 (zie
boxenstelsel) met positieve inkomens van andere jaren in die respectievelijke boxen.
Voorbelasting berekenen
Verrekenen van de BTW die een ondernemer aan andere ondernemers heeft betaald (de voorbelasting) met de BTW die deze van afnemers heeft ontvangen. Het verschil moet de ondernemer aan de Belastingdienst betalen.
Voorschotnota
Geschatte voorlopige rekening van de uitvoeringsinstelling (
uitvoeringsinstelling), aan een werkgever voor de premies werknemersverzekeringen. De werkgever betaalt voorschotten: de premies moeten vooraf in termijnen worden voldaan.
W-begrippen
Waarde in het Economisch Verkeer
De vermoedelijke prijs die bij verkoop door de meestbiedende koper zou worden betaald als de verkoop op de voor het vermogensbestanddeel gebruikelijke wijze en onder normale omstandigheden zou plaatsvinden, en op de gebruikelijke wijze zou zijn voorbereid.
Winst
Winst is opbrengst minus kosten: het positieve of negatieve financiële resultaat van een onderneming. Ondernemingsverliezen zijn negatieve winst.
Winst uit Onderneming
Het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer voor de inkomstenbelasting geniet uit een of meer ondernemingen. Winst uit onderneming is mede:
- de winst die de belastingplichtige, anders dan als ondernemer of aandeelhouder, als medegerechtigde tot het vermogen van een onderneming geniet uit een of meerdere ondernemingen
- het bedrag van de gezamenlijke voordelen die de belastingplichtige geniet uit een schuldvordering op een ondernemer ten behoeve van een voor zijn rekening gedreven onderneming die voldoet aan bepaalde voorwaarden
Z-begrippen
Zakelijke kosten
Bedragen die een ondernemer besteedt aan andere zaken dan bedrijfsmiddelen, om een onderneming te starten en draaiende te houden. Zakelijke kosten verminderen de winst.
Zelfstandigenaftrek
Een aftrek voor ondernemers die aan het urencriterium voldoen en op 1 januari van het kalenderjaar nog geen 65 jaar zijn. Er zijn een aantal voorwaarden aan verbonden (zie bijvoorbeeld urencriterium 1225 uur per jaar), en het bedrag van de aftrek hangt af van de winst uit onderneming. Hoe hoger de winst, des te lager de zelfstandigenaftrek. Een overzicht van alle fiscale faciliteiten voor ondernemers die voldoen aan het urencriterium is te vinden in
Ondernemer & Fiscale Faciliteiten (urencriterium).
Op de site van de belastingdienst www.belastingdienst is meer informatie te vinden.
Lees verder