Wel of geen KEW?
Dat is de vraag die vóór 1 april 2013 beantwoord moet worden. Want tot die datum kunt u op uw bestaande kapitaalverzekering een clausule Kapitaalverzekering Eigen Woning laten plaatsen. Daarna is het niet meer mogelijk.
De nieuwe belastingmaatregelen zorgen ervoor dat hypotheekrente voor
nieuwe leningen alleen fiscaal aftrekbaar is, mits de lening afgelost wordt in 30 jaar. Dat kan via annuïteiten of een lineair aflossingsschema. Uw
bestaande hypotheek blijft fiscaal aftrekbaar zonder fiscale aflossingsverplichting, mits u niet bijleent.
Veel mensen hebben vroeger voor aflossing van (een deel van) de hypotheek een
kapitaalverzekering afgesloten. Soms was dat ook een eis van de geldverstrekker (bank of verzekeraar) en dan werd de polis ook verpand. De uitkeringen gaan dan naar de geldverstrekker. Sinds invoering van het nieuwe belastingstelsel van 2001 vallen die kapitaalverzekeringen in
box 3 en moet de waarde dus ieder jaar worden meegenomen in de belastingaangifte.
KEW
Alleen met een speciale
clausule Kapitaalverzekering Eigen Woning valt de polis in
box 1. Dan is aflossing met de opbrengst van de polis fiscaal verplicht. De opbrengst is dan belastingvrij tot € 35.700 per persoon, als de polis 15 jaar of langer loopt. Bij een looptijd van minimaal 20 jaar is de uitkeringsvrijstelling € 157.000 per persoon. Dit bedrag is geïndexeerd. Tijdens de looptijd hoeft er ook geen belasting betaald te worden over de opgebouwde waarde. De hoogste premie in een jaar, mag niet hoger zijn dan 10 keer de laagste premie in een jaar. De sanctie bij niet aflossen of afkopen bij een te korte looptijd, is dat u belasting betaalt volgens het progressieve schijventarief over het intrestbestanddeel van de uitkering. Dat is de opbrengst minus de betaalde premies.
Als zo’n KEW-clausule niet duidelijk op de polis staat, valt de polis in box 3. De fiscale spelregels en
overgangsmaatregelen zijn afhankelijk van de ingangsdatum van de polis. De ingangsdatum staat op het polisblad.
Polissen met ingangsdatum vóór 1 januari 1992
Er geldt dan een onbeperkte vrijstelling bij de uitkering. De uitkering hoeft van de fiscus niet gebruikt te worden voor de aflossing en is vrij besteedbaar. Maar tijdens de looptijd geldt er een vrijstelling van € 123.428 per persoon. Dit bedrag is niet geïndexeerd. De hoogste premie in een jaar, mag niet hoger zijn dan 10 keer de laagste premie in een jaar. Dus als de polis meer waard is of kan worden, kan een KEW-clausule toch interessant zijn.
Polissen met ingangsdatum tussen 1 januari 1992 en 14 september 1999
De uitkeringsvrijstelling op de einddatum is afhankelijk van de looptijd: na 15 jaar is dat € 28.134 per persoon en na 20 jaar € 123.428. De uitkering is vrij besteedbaar en aflossing is fiscaal niet verplicht. Tijdens de looptijd geldt er een vrijstelling van € 123.428 per persoon. Die bedragen zijn niet geïndexeerd. De hoogste premie in een jaar, mag niet hoger zijn dan 10 keer de laagste premie in een jaar. Dus als de polis meer waard is of kan worden, kan een KEW-clausule toch interessant zijn.
Polissen met een ingangsdatum na 14 september 1999
Op de einddatum is de uitkeringsvrijstelling onbeperkt en is de uitkering vrij besteedbaar. Maar tijdens de looptijd geldt alleen de algemene vrijstelling voor box 3 van € 21.139 per persoon. In box 3 wordt ook belast uw spaargeld, beleggingen en tweede woning. Het bedrag waarmee de algemene vrijstelling wordt overschreden, wordt jaarlijks belast met 1,2 % vermogensrendementsheffing. Als uw totale box 3 vermogen bijvoorbeeld 50.000 boven de algemene vrijstelling komt, betaalt u € 600 belasting per jaar. Als de waarde van de polis (of ander vermogen) verder groeit, moet u ook weer meer belasting betalen.
Conclusie: een KEW-clausule kan interessant zijn als uw vermogen (nu al) hoger is dan de algemene vrijstelling.
Lees verder