In turbo's beleggen: werking, soorten, voordelen en risico
Turbo's zijn populair bij agressieve beleggers en een van de boeiendste financiële instrumenten. Zoals de naam suggereert gaat het om een belegging met flink wat snelheid en power. Ze hebben een gigantisch hefboomeffect en laten toe om versneld winst te maken wanneer een aandeel stijgt. Maar het mes snijdt aan twee kanten en in ijltempo een fors verlies boeken is ook mogelijk. Wie hierin belegt moet daarom heel goed de werking van de verschillende soorten begrijpen en de voordelen tegen het risico afwegen. Je moet ook de gevaren van turbo’s kennen voor je je aan dit beleggingsinstrument waagt. Wat is een turbo en is het ook voor jou een interessante belegging?
Wat is een turbo?
Definitie
Turbo’s zijn net als
opties en
futures een voorbeeld van ‘derivaten’ of afgeleide producten. Je hoort ook wel spreken over ‘speeders’, ‘sprinters’ of 'boosters'. De werking van dergelijke beleggingen komt in grote lijnen overeen met turbo’s. Vaak gaat het om gelijkaardige producten in een ander jasje.
Een turbo is een belegging waarbij je met een kleine inleg versneld van de stijging of daling van een onderliggende waarde kan profiteren.
Onderliggende waarde
Die onderliggende waarde kan allerlei zijn. De meeste turbo’s zitten op aandelen, maar net zo goed vind je ze op beleggingsfondsen, obligaties, valuta, indices of grondstoffen. Zo is de turbo op de AEX-beursindex een van de meest verhandelde op de markt. Op Euronext Amsterdam is er dan ook elke dag heel wat handel in turbo’s.
Historiek
Turbo’s ontstonden pas in 1998. Een Duitse ABN AMRO-bankier ontwikkelde het toen als een innovatief financieel product. Het duurde niet lang of de turbo werd steeds populairder. ABN lanceerde de turbo op de markt en in hun kielzog volgden al gauw tal van andere financiële instellingen. Zo de vraag, zo het aanbod. Elke bank kwam met haar eigen varianten op de proppen.
Soorten
Men onderscheidt twee soorten turbo’s: turbo’s short en turbo’s long.
Turbo short
Een turbo short is interessant als je denkt dat de onderliggende waarde gaat dalen. Stel dat je een koersval van Royal Dutch verwacht kan je een turbo short kopen met dat aandeel als onderliggende waarde.
Turbo long
Een turbo long koop je wanneer je denkt dat de onderliggende waarde zal stijgen. Stel dat je een stijging van Royal Dutch verwacht kan je een turbo long kopen op dat aandeel.
Werking
Wanneer je de grafiek van de koers van een aandeel naast die van een turbo long op datzelfde aandeel legt zie je een identiek verloop, met exact dezelfde stijgingen en dalingen. Waarin verschilt een turbo dan van een aandeel?
Financieringsniveau
Wil je een aandeel kopen dat nu vijftig euro waard is? Dan zal je vijftig euro per aandeel moeten betalen. Heel eenvoudig.
Bij een turbo daarentegen financiert de uitgever ervan het grootste deel van de prijs. Wanneer een aandeel vijftig euro waard is betaal jij bijvoorbeeld tien euro voor de turbo en de bank betaalt de overige veertig euro. De veertig euro die de bank voor haar rekening neemt noemt men ook wel het financieringsniveau.
Natuurlijk doet de financiële instelling dit niet uit liefdadigheid. Op die veertig euro zal je rente moeten betalen. De verwerking van de rente gebeurt dagelijks via het financieringsniveau dat elke dag wat verder oploopt. Hoe langer je de turbo bijhoudt, hoe hoger de rente oploopt. Houd je een turbo een jaar vast ben je zo na twaalf maanden enkele procenten aan rente kwijt.
Op dezelfde onderliggende waarde vind je meestal verschillende turbo’s waar je uit kan kiezen. De financieringsniveaus zijn meestal verschillend en ook de rente kan bij de ene turbo hoger zijn dan bij de andere. Dit geeft elke turbo een eigen waarde en prijs.
De waarde of koers van een turbo is het verschil tussen de koers van de onderliggende waarde en het financieringsniveau
Hefboomeffect
Beleggers kiezen voor turbo’s in plaats van de rechtstreekse aankoop van het onderliggend aandeel omwille van de mogelijke hefboom. Je betaalt slechts een deeltje van de eigenlijke prijs van het aandeel. Met een kleinere investering deel je volledig mee in de winst als de onderliggende waarde stijgt.
Stel dat je een turbo koopt met een financieringsniveau van 40 euro op aandelen die 50 euro staan. Je hebt dus zelf amper 10 euro betaald voor aandelen van 50 euro. Hoera, een week later stijgt het aandeel plots naar 60 euro! De waarde van jouw turbo stijgt op dit moment van 10 euro naar 20 euro:
60 euro (koers van de onderliggende waarde) – 40 euro (het financieringsniveau) = 20 euro
Met andere woorden: je hebt 10 euro winst gemaakt op een investering van 10 euro en haalt dus een rendement van maar liefst 100%!
Misschien denk je nu wel: so what? Had ik in plaats van de turbo het aandeel gekocht aan 50 euro was ik nu toch ook 10 euro rijker? Dat klopt, maar je rendement bedroeg in dat geval geen 100% maar ‘slechts’ 20%. Je hebt dan immers 50 euro geïnvesteerd om dezelfde 10 euro winst te halen. Dit is nu precies wat men bedoelt met het hefboomeffect: kleinere investeringen maken grotere winsten.
Ook bij andere derivaten zoals opties en futures is het hefboomeffect een van de belangrijkste redenen om in die beleggingsvormen te beleggen.
Stop loss
Gelukkig kan je bij turbo’s in tegenstelling tot bijvoorbeeld futures nooit meer dan je inleg verliezen. Koop je een turbo van vijf euro, dan werken verliezen nooit negatief door. Meer dan die vijf euro zet je dus ook niet op het spel.
De meeste turbo’s hebben bovendien een ‘stop loss’ niveau. De stop loss is een voorafbepaald koersniveau waarbij de turbo vervalt en verdere verliezen gestopt worden.
Stel dat je een turbo long koopt op een aandeel waarvan je een stijging verwacht. Asjemenou, na de aankoop begint het aandeel toch wel te dalen zeker? Het aandeel was eerst 25 euro waard maar nu nog amper 21,50 euro. Op dat moment treedt de stop loss in werking: de turbo stopt en je krijgt de restwaarde ervan uitgekeerd op je rekening. Een turbo aangekocht voor vijf euro op een aandeel van 25 euro dat naar 21,50 euro zakt is nu nog 1,5 euro waard. Je incasseert dus een verlies van 3,50 euro per turbo.
Maar gelukkig ben je ook niet alles kwijt. Bij andere derivaten zoals opties en futures is er geen stop loss. Daar zet je de volledige inleg op het spel en bij futures zelfs meer dan dat.
Geen looptijd
Een eigenaardig kenmerk van een turbo in vergelijking met opties of andere beleggingsvormen is de afwezigheid van een looptijd. Zolang de waarde van het aandeel hoger ligt dan het stop loss niveau blijft je turbo bestaan. Er staat geen enkele limiet in de tijd. In theorie zou zo'n turbo honderd jaar kunnen worden, al komt dit in praktijk nooit voor.
Ratio
Een ander belangrijk concept bij turbo’s is de ratio. Hij zorgt ervoor dat de prijs van een turbo laag blijft en vaak minder bedraagt dan het verschil tussen de koers van de onderliggende waarde en het financieringsniveau.
Stel dat de AEX index op 330 punten staat en het financieringsniveau is 300. Het verschil is 30 en je zou dan ook 30 euro betalen voor deze turbo. Veel beleggers vinden dat nog altijd teveel. Daarom maakt men meestal gebruik van een ratio. Voor de AEX index is de ratio 10. Je betaalt dus voor deze turbo geen 30 euro maar slechts 3 euro:
(Huidige koers 330 – financieringsniveau 300) = 30 / 10 (ratio) = 3 €
Per onderliggende waarde verschilt de ratio. Voor aandelen ligt hij meestal op 1 maar hij kan ook oplopen tot 10 wanneer de koers van het aandeel hoog staat. Turbo’s op de Amerikaanse Dow Jones-index hebben een ratio van maar liefst 100. De laagste ratio vind je meestal bij turbo’s op valuta en wisselkoersen. Hier is een ratio van 0,01 geen uitzondering.
Voordelen
Hefboom
Je zal intussen wel begrijpen dat met turbo’s grotere winsten mogelijk zijn dan met aandelen. De mogelijke hefboom is wat beleggers zo aanspreekt om in deze producten te beleggen.
Stop loss
Je verliezen zijn meestal beperkt, dankzij het ingebouwd stop loss niveau. Bij turbo’s long ligt de stop loss meestal 7,5% boven het financieringsniveau. Bij turbo’s short daarentegen ligt de stop loss meestal 7,5%
onder het financieringsniveau.
Transparant
Turbo’s zijn al bij al transparante producten. De productvoorwaarden zijn duidelijk bepaald. Op die manier kan je steeds een weloverwogen keuze maken.
Verwacht je op korte termijn, binnen de twee maanden, een stijging van de onderliggende waarde kan je een turbo met een hoge hefboom en een hoge stop loss kiezen. Zo profiteer je optimaal wanneer je visie achteraf juist blijkt.
Verwacht je de stijging eerder op wat langere termijn, tussen de drie maanden tot een jaar, kan je beter een turbo met een wat lagere hefboom en stop loss kiezen. Zo heb je wat marge en wordt je niet vroegtijdig uitgestopt indien je visie achteraf juist blijkt.
Ook de waarde van een turbo is transparant. Eens je het financieringsniveau en de koers van de onderliggende waarde kent kan je zelf de waarde van een turbo berekenen. Dat ligt bij opties wel even anders. Hier spelen elementen als tijds- en verwachtingswaarde, beweeglijkheid van de onderliggende waarde en tal van andere factoren een rol. Dit maakt het moeilijk om een waarde te bepalen voor een optie.
Indekking portefeuille
Een turbo short kan niet alleen een speculatief instrument zijn om te profiteren van de daling van een aandeel. Je kan het ook als een defensief product zien om risico’s in je beleggingsportefeuille af te dekken. Zo kan je aandelen beschermen tegen mogelijke koersdalingen.
Ruime keuze
Om op de daling of stijging van Belgische of Nederlandse aandelen in te spelen heb je een ruime keuze aan opties en turbo’s. Wil je echter inzetten op koersbewegingen van grondstoffen, buitenlandse aandelen of indices zal je meestal een ruimere keuze vinden bij turbo's dan op andere markten zoals de optiebeurs.
Nadelen
Hefboom
Turbo’s kunnen de extra ‘motor’ in je beleggingsportefeuille zijn om nog sneller hogere winsten te maken dan met aandelen. Maar vergeet niet dat die kracht ook in de andere richting kan werken. Je kan je inleg ook razendsnel verliezen wanneer de onderliggende waarde de verkeerde kant opgaat.
Kosten
Turbo’s kopen is niet gratis. De bank of broker wil ook iets verdienen en zal transactiekosten aanrekenen. Die kosten liggen vaak even hoog als bij de aankoop van aandelen of obligaties. Een aankooporder van 2500 euro kost ongeveer 12,50 euro. Bij sommige brokers is er een vast tarief van 10 euro, los van het aankoopbedrag.
Spread
Naast de kosten zoals rente en de bijkomende kosten hebben turbo’s nog een andere, vaak vergeten prijs. De spread is het verschil tussen de biedkoers en de laatkoers. De biedkoers is de prijs die de beste koper op dat moment op de markt wil betalen. Met laatkoers bedoelt men de beste prijs die verkopers van de turbo op dat moment willen hebben. Er zit steeds een klein verschil tussen beide koersen: je koopt bijgevolg een turbo aan een lichtjes andere koers dan dat je hem verkoopt.
Wanneer je een turbo koopt betaal je dus altijd iets meer dan de theoretische waarde. Verkoop je een turbo krijg je iets minder dan de theoretische waarde terug. De bank verdient dus niet alleen aan het financieringsniveau maar ook aan de spread.
Risico en gevaren van beleggen in turbo's
Ja, turbo’s zijn interessante materie en een boeiend domein voor beleggers. Maar een waarschuwing kan geen kwaad. Derivaten zijn geen beleggingsinstrumenten voor de doorsnee belegger die er niet echt in thuis is of die niet dagelijks met beleggen bezig is.
Bij afgeleide producten heb je maar een korte tijdspanne om je winst te halen. Bij beleggingen op langere termijn daarentegen vlakt het risico en het belang van juiste timing uit, maar turbo's zijn niet bedoeld als langlopende beleggingen. Alles draait rond het zorgvuldig kiezen van het juiste instapmoment.
Deze beleggingsvorm is dan ook niet geschikt voor defensieve beleggers of mensen die aandelen al eng vinden. Bij turbo’s gaat alles nog sneller omhoog of omlaag. Helemaal geen belegging voor wie risico schuwt dus.
Turbo’s zondigen bovendien tegen een van de belangrijkste principes uit de beleggingswereld:
Beleg nooit met geleend geld
Laat dit nu net zijn wat je hier eigenlijk doet. Hoe aanlokkelijk ze ook klinken, wees er dus voorzichtig mee. Vermijd in elk geval om voor grote bedragen te investeren. Weet dat het hefboomeffect in twee richtingen werkt.
Mocht je het toch willen proberen, beleg dan hooguit een paar procent van je kapitaal in turbo’s. Risicomanagement en je eieren over diverse beleggingsvormen verdelen en niet alles in dezelfde mand leggen blijft nog steeds een basisprincipe van gezond en verantwoord beleggen.
Lees verder