Slim beleggen: hoe kan je met weinig geld vermogen opbouwen?
Je hoort het vaak: de rijken worden steeds rijker, de armen steeds armer. Daar zit een kern van waarheid in. Maar waarom is dat zo? Mensen met kapitaal hebben begrepen dat geld tot nog meer geld leidt, terwijl braafjes sparen op een spaarrekening je jaar na jaar armer maakt. Op lange termijn zijn aandelen een betere belegging die voor meer rijkdom zorgen. Helaas blijven de meesten angstvallig weg van de beurs. Nochtans vlakt risico op lange termijn en met voldoende spreiding uit. Je hebt ook helemaal geen grote sommen geld nodig om te kunnen investeren. Slim beleggen begint bij kleine maandelijkse stortingen van vijftig tot een paar honderden euro's. Zo kan je op lange termijn met beperkte bedragen toch een mooi vermogen opbouwen.
John Raskob: hoe slim beleggen? /
Bron: Harris & Ewing, Wikimedia Commons (Publiek domein)"Everyone ought to be rich"
Goed advies
In 1929 schreef John Raskob, CEO van General Motors en chemiereus DuPont en bovendien ook voorzitter van de Democratische Partij, een artikel met de intrigerende titel Everyone ought to be rich (Iedereen zou rijk moeten zijn).
Volgens hem kon iedereen door 15 dollar per maand te beleggen rijk worden. Als je rekening houdt met inflatie komt dit anno 2016 neer op een bedrag van 120 euro. Alleen kwam het erop aan om die 15 dollar (of 120 euro) gedurende een lange periode systematisch en onafgebroken in een aandelenfonds te beleggen. Wat de beurs ook deed en hoe erg ze ook kelderde, wie bleef beleggen kon op lange termijn rijk worden.
Slechte timing
Helaas kon zijn timing niet slechter zijn. Het artikel rolde pas van de pers of er was de beurscrash van 1929, de ergste koersval uit de geschiedenis. Sindsdien stond Raskob alom bekend als een voorbeeld van slecht beleggingsadvies. Nochtans was zijn idee helemaal niet zo gek. Wie systematisch elke maand een klein bedrag opzij zet kan op lange termijn een aardig kapitaal vergaren.
Wel was Raskob iets te optimistisch. De rendementen van de beurs in de jaren twintig van de twintigste eeuw lagen veel hoger dan in de decennia na de Tweede Wereldoorlog. Hij ging uit van returns tot 26% per jaar, maar 7 tot 9% is heel wat realistischer. 'Rijk worden' is dus wat overdreven, maar het uitgangspunt van zijn artikel blijft nog steeds overeind.
Wie stout is krijgt lekkers, wie braaf is krijgt niets
Risico? Joepie!
Ken je het Sinterklaasliedje 'Zie ginds komt de stoomboot'? Een van de strofen luidt wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe'. Nu helpt dat misschien om kleine kinderen rustig te houden, want van kindsbeen af leren we dat braaf zijn goed is. Maar in de beleggingswereld kom je daar niet ver mee en geldt het omgekeerde:
"No risk, no fun"
Zonder een minimum aan risico kan je nooit meer dan kruimels verdienen. Risico is niet iets om te mijden of bang van te zijn. Het leven zelf is trouwens van nature riskant: er zijn geen zekerheden en niemand weet zeker of hij er morgen nog is. Wil je met beleggen een mooi vermogen opbouwen zal je toch echt je stoute schoenen moeten aantrekken.
Betekent dit onverantwoorde risicos nemen en roekeloos met je geld omspringen? Helemaal niet! Maar je zal moeten leren om de beurs te omarmen. Op lange termijn blijven aandelen nu eenmaal een van de meest rendabele beleggingen. Meer nog, alleen met aandelen zal je vermogen op lange termijn nog aangroeien en ontsnap je aan het gegeven dat de rijken steeds rijker worden en de armen steeds armer.
Voor wie zijn risico spreidt, op lange termijn werkt en weet waar hij mee bezig is hoeven aandelen niet eens riskanter te zijn dan beleggingsvormen als obligaties en staatsbons. Ja, aandelen zijn 'volatieler' en de koers schommelt meer dan die van obligaties, maar daarom is het risico niet automatisch ook hoger.
Sparen is armer worden
De meeste mensen zijn helaas te braaf om in de toekomst rijker te worden. Sommigen hebben wel wat kapitaal bij elkaar gespaard, maar houden dit liever op een bijna renteloos deposito. Sommige overheden zijn zelfs zo gek om dit nog aan te moedigen ook. Zo geeft de Belgische fiscus een fikse vrijstelling van belasting, waarbij de rente op je spaarrekening anno 2016 tot een bedrag van 1880 euro niet eens belast wordt. Reken maar eens uit hoeveel geld je aan de huidige rente wel niet op je rekening moet plaatsen voor je dat plafond overschrijdt.
Wat de overheid op die manier eigenlijk doet is mensen aansporen om jaar na jaar armer te worden. De opbrengsten van een spaarrekening of deposito dekken niet eens de inflatie of geldontwaarding.
Inflatie
Inflatie klinkt ingewikkeld maar is echt geen abstract economisch begrip. Elke dag kan je inflatie zelf ondervinden. Hetzelfde brood dat je voor twee euro kon kopen kost een jaar later plots twee euro en tien cent, en over twee jaar misschien twee euro en twintig cent. Nochtans is het brood niet groter, dikker of wat dan ook geworden. Of neem de prijs van de krant: ze telt nog evenveel paginas als vroeger maar is toch duurder geworden. Al die prijsstijgingen verlopen langzaam maar gaan niettemin onverminderd voort. Bekijk je het over langere periodes van twintig of vijftig jaar merk je pas echt hoe je met hetzelfde geld steeds minder en minder kan doen.
De inflatie ligt anno 2016 hoger dan de rente. Met andere woorden: het percentage waarmee de prijzen stijgen ligt hoger dan het percentage van de rente op je deposito of spaarrekening. Wil je dus niet zoals de meeste mensen jaar na jaar verarmen zit er maar één ding op: je moet met een deel van je spaargeld naar de beurs, waar wél een rendement boven de inflatie mogelijk is.
Misverstanden over de beurs
Onbekend maakt onbemind. Dat geldt zeker voor de beurs. Veel mensen hebben nog steeds een verkeerd beeld of durven door gebrek aan kennis de stap niet wagen. De beurs boezemt sommigen ronduit angst in. Iedereen kent wel iemand die veel geld verloor met één of ander aandeel. Vaak gaat het om mensen die gewoon teveel kapitaal in één aandeel hadden gestopt, zonder hun risico en geld te spreiden "want met dit aandeel kon het toch echt niet misgaan". Men beschouwt de beurs soms zelfs als ronduit gevaarlijk, terwijl dit helemaal niet zo hoeft te zijn. Is een kettingzaag gevaarlijk? Ja, voor kinderen of voor wie niet weet hoe je ze moet gebruiken. Niet voor iemand die ze op de juiste manier hanteert.
Geloof je in een van deze misverstanden kan dit een rem zijn voor de opbouw van je vermogen. Gooi ze daarom eerst overboord.
"De beurs is alleen voor rijken"
Ja, ooit was de beurs de speeltuin van de rijken. Maar die tijd ligt al lang achter ons. De hoge kosten van de beurs zijn al lang verleden tijd. Voor relatief lage transactiekosten kan je geld beleggen in aandelen.
"Je hebt grote bedragen nodig"
"Ik heb hooguit een paar duizend euro op een spaarrekening, wat kan ik op de beurs gaan doen?" Een ander wijdverbreid misverstand. Want je hebt helemaal geen grote kapitalen nodig om de beurs te betreden. Zelfs al vijfduizend euro hebben is niet nodig. Beleggen op de beurs kan al voor heel kleine bedragen per maand en werpt op lange termijn zijn vruchten af.
"Aandelen zijn voor specialisten"
Dat je om in aandelen te beleggen hooggeschoold en financieel onderlegd moet zijn is helemaal niet waar. Het kan geen kwaad om je te informeren en er wat in thuis te zijn, maar ook wie er niets van kent kan gerust systematisch beleggen in een fonds met aandelen. De spreiding van het risico en het aan- en verkopen van aandelen gebeurt dan door een fondsbeheerder. Zelf hoef je het amper op te volgen.
"Op de beurs beleggen is niet meer interessant"
Dit hoor je anno 2016 vaak. Wat een misvatting! Beleggen op de beurs was nog nooit zo interessant als de laatste jaren. Alle aandelen en beurzen zijn flink gekelderd en staan dus veel goedkoper dan voorheen. Wanneer is een aandeel interessant, na een koersstijging van 30% of wanneer het nog 30% moet stijgen?
Waarom is periodiek bedragen storten slim beleggen?
Elke maand geld storten in aandelen is veel slimmer dan één grote som geld in één keer beleggen. Waarom?
Meer of minder kopen
Je koopt meer aandelen als de prijs laag staat en minder als ze duur staan. Stel dat je elke maand voor een vast bedrag van 100 euro een beleggingsfonds koopt. Staat de koers laag kan je voor dezelfde 100 euro meer deelbewijzen van het fonds kopen dan bij een hoge koers.
Timing speelt geen rol meer
Eén van de moeilijkste aspecten van beleggen op de beurs is de timing: wanneer staan aandelen het goedkoopst? Is dit het juiste moment? Tenzij je een glazen bol hebt kan niemand, ook de grootste experts niet, dit met zekerheid zeggen. Niemand weet immers wat de beurs morgen of overmorgen zal doen. Staat ze morgen nog iets lager dan vandaag? Wie zal het zeggen.
Koop je systematisch elke maand aandelen dan zal je een goede gemiddelde koers halen over al je aankopen. Op sommige momenten zal je spotgoedkoop kopen, op andere iets duurder, maar gemiddeld heb je steeds een betere prijs dan wie pas begint te beleggen wanneer de aandelen al duur staan. Het is al genoeg met studies aangetoond dat vrijwel iedereen die gespreid instapt het gemiddeld genomen beter doet dan wie alles in één keer belegt. De perfecte timing proberen te bepalen op de beurs is gokwerk. Velen beweren het te kunnen en zwaaien met verbluffende theoretische modellen en technische analyses om hun gelijk te bewijzen. Geloof het niet.
Factoren die je eindkapitaal bepalen
Op hoeveel kapitaal mag je hopen wanneer je elke maand een klein bedrag spaart? Hoeveel je uiteindelijk zal verdienen is moeilijk exact te zeggen. Het hangt af van verschillende factoren: hoeveel je per maand spaart, hoelang je het volhoudt en je rendement.
Hoeveel per maand beleggen?
Je kan eender welk bedrag kiezen voor je maandelijks beleggingsplan. Iedereen met inkomen kan wel 50 beleggen. Maar hoe meer je systematisch belegt, hoe mooier je vermogen kan worden.
Spaartijd
We gaan uit van een spaartijd van 20, 25 of 30 jaar. Dat is de periode waarin je systematisch elke maand een klein bedrag investeert in een aandelenfonds.
Rendement
Volgens de meeste studies van economen en banken bedroeg het gemiddeld rendement van aandelen over de laatste tweehonderd jaar 6 tot 7% en dit ondanks alle crisissen en beurscrashes. Ja, je leest het goed. Hoe dat komt? De goede jaren compenseren nu eenmaal ruimschoots de slechte jaren. Dit betekent wel dat je het ene jaar 35% winst kan halen en het jaar nadien -20% verlies. De schommelingen op de beurs zijn soms enorm en lijken op een rollercoaster met sterke stijgingen en scherpe dalingen.
Hoeveel vermogen kan je opbouwen met periodieke stortingen in aandelen?
Drie scenario's
Het exacte eindkapitaal is niet te voorspellen, maar indien aandelen ondanks alle beursperikelen in het verleden toch nog een jaarlijks rendement van 6 tot 7% hebben gehaald is dit een goede maatstaf. Misschien zal je iets minder halen, misschien iets meer. Dit hangt ook af van de aandelen of het fonds waarin je belegt.
Als voorbeeld bekijken we drie mogelijke scenario's: een pessimistisch scenario waarin je 'slechts' 4% haalt (wat nog steeds beter is dan wat je zou behalen op een 'veilige' belegging), een 'gemiddeld' scenario waarbij je het historisch rendement (6,5 tot 7%) van de vorige decennia haalt en een optimistisch scenario van 9%. Het waarschijnlijkste resultaat ligt rond het historisch en statistisch gemiddelde van 6,5%, maar ook andere scenarios zijn niet uit te sluiten. Het zou echter al heel slecht moeten lopen om op lange termijn op de beurs geen 4% te halen.
Maandelijkse storting | Spaartijd | Kapitaal tegen 4% | Kapitaal tegen 6,5% | Kapitaal tegen 9% |
50 | 20 jaar | 18.252 | 24.107 | 32.173 |
50 | 25 jaar | 25.526 | 36.565 | 53.265 |
50 | 30 jaar | 34.376 | 53.632 | 85.719 |
100 | 20 jaar | 36.503 | 48.214 | 64.346 |
100 | 25 jaar | 51.051 | 73.129 | 106.531 |
100 | 30 jaar | 68.751 | 107.264 | 171.438 |
150 | 20 jaar | 54.755 | 72.322 | 96.518 |
150 | 25 jaar | 76.577 | 109.694 | 159.796 |
150 | 30 jaar | 103.127 | 160.896 | 257.157 |
200 | 20 jaar | 73.007 | 96.430 | 128.691 |
200 | 25 jaar | 102.103 | 146.259 | 213.062 |
200 | 30 jaar | 137.503 | 214.528 | 342.876 |
300 | 20 jaar | 109.519 | 144.645 | 193.037 |
300 | 25 jaar | 153.154 | 219.388 | 319.593 |
300 | 30 jaar | 206.254 | 321.792 | 514.314 |
Wat leert de tabel?
Al vanaf 50 per maand loont het de moeite om te sparen, aangezien dit je op termijn een mooi extraatje en appeltje voor de dorst kan opleveren. Haast iedereen met inkomen kan wel 50 euro opzijzetten. Het eindkapitaal lijkt relatief 'mager', maar had je die 50 euro niet belegd had je niets. Had je die 50 euro elke maand op een spaarrekening gezet zou je eindkapitaal maar een fractie bedragen van die geschatte 24.107 .
Langer dan 20 jaar kunnen sparen geeft je heel wat meer mogelijkheden voor het eindkapitaal. Op tijd beginnen sparen tijdens je carrière is dus de boodschap. Jong geleerd is oud gedaan, zegt het spreekwoord. Dat geldt ook voor slim beleggen. Ben je 35 of 40 jaar oud en kan je zelfs nog gedurende 25 of 30 jaar sparen kan je een mooi kapitaaltje bij elkaar garen.
Vanaf 200 of 300 euro per maand mag je pas echt beginnen dromen van een leuk eindkapitaal. Niet iedereen kan zon bedrag elke maand opzijzetten, maar het bewijst wel dat je geen duizenden euros nodig hebt om je vermogen op lange termijn serieus op te krikken. Mits discipline en inspanning ligt 200 euro per maand sparen nog steeds binnen het bereik van heel wat mensen. Schatrijk ben je nog steeds niet aan het einde van de rit, maar je beschikt dan over een vermogen waar veel mensen alleen maar kunnen van dromen. Dit kan je weer opnieuw investeren in iets anders. Denk bijvoorbeeld aan vastgoed om te verhuren zodat je elke maand een passief inkomen bovenop je pensioen hebt, een tweede verblijf aan zee of wat je maar wil.
Wie nog langer dan 30 jaar volhoudt of nog hogere bedragen opzij kan zetten zit helemaal op rozen. Een voorbeeld: 500 per maand beleggen zou na 30 jaar aan een jaarlijks rendement van 6,50% een kapitaal opleveren van maar liefst 536.320 !
Onthoud wel dat het gaat om een simulatie op basis van het verleden. Hier zitten ook heel slechte beursjaren bij maar daadwerkelijke garanties over je eindkapitaal zijn er niet.
Geld creëert geld, zo zegt men wel eens. Het is een waarheid als een koe. Wie veel verdient of extra inkomen haalt uit een bijverdienste of uit huurinkomen en dit opnieuw verstandig belegt in plaats van consumeert maakt zichzelf steeds rijker en rijker. Het enige dat je nodig hebt is durf, discipline en een langetermijnvisie.
In welk beleggingsfonds je geld beleggen?
In individuele aandelen beleggen is met dit systeem niet mogelijk. Hoe kies je dan elke maand een aandeel? Bovendien is in één aandeel beleggen dan weer te riskant: al je geld zit in één bedrijf. Je kan beter je risico spreiden over een groot aantal aandelen.
Elke bank of instelling heeft haar eigen beleggingsfondsen. Een fonds is een pakket en korf met tientallen aandelen. Beleg je in een fonds heb je dus automatisch een mooi gespreid risico. Niet alles hangt af van het resultaat van één aandeel, wat het risico verkleint.
Er zijn heel wat verschillende soorten beleggingsfondsen, maar voor periodieke stortingen op lange termijn werken vooral indexfondsen of goed gespreide Europese aandelenfondsen goed.
Indexfondsen
Indexfondsen doen niets meer dan een beursindex volgen. Dat dit interessant is wist Warren Buffett, de Amerikaanse superbelegger, al. Na zijn dood wil hij dat zijn gigantisch vermogen in indexfondsen belegd wordt. Je belegt in een fonds dat de evolutie van een index volgt, en aangezien deze evolutie over een lange termijn altijd stijgend is geweest is dit een goede optie.
Beleg niet in exotische indexen of beurzen voor je maandelijkse stortingen. Een betere keuze is een fonds dat de Bel-20, AEX of de EuroSToxx 50 (de index van de vijftig grootste Europese aandelen) volgt.
Aandelenfondsen
Een aandelenfonds is een andere mogelijkheid. Denk aan een algemeen en ruim gespreid fonds dat belegt in aandelen van de EuroStoxx50 of Bel-20, of gewoon een korf Europese, solide aandelen van grote marktspelers.
Vergeet het pensioensparen niet!
Bovenstaande tabel oogt mooi maar vergeet vooral de basis niet. Voor je begint met honderd of tweehonderd euro per maand in een beleggingsfonds te storten zou je eerst alle fiscale mogelijkheden moeten benutten.
België
In België stimuleert de overheid pensioensparen. Je kan maximaal 940 euro in een pensioenfonds storten en daar 30% fiscaal van recupereren. Dit plafond geldt tot 2018, nadien zal het wellicht lichtjes stijgen afhankelijk van de inflatie. Een groot deel van pensioenfondsen zit belegd in aandelen, al weten heel wat mensen dit niet. Daardoor geniet de kleine spaarder toch voor dat deel van zijn spaargeld van het interessantere rendement van aandelen.
Sinds hun ontstaan in 1989 brachten pensioenfondsen in België gemiddeld ongeveer 7% per jaar op. Heel wat beter dan de spaarrekening dus! Een rendement van meer dan 30% per jaar door het fiscaal voordeel: het spreekt voor zich dat dit je eerste keuze moet zijn.
Nederland
Ook in Nederland zijn aan pensioensparen fiscale voordelen gekoppeld. Bij de aangifte inkomensbelasting zijn de gespaarde bedragen binnen bepaalde regels aftrekbaar. Ook in Nederland moet pensioensparen dus je eerste keuze en de basis van je vermogensopbouw zijn.
Het belangrijkste: volhouden en durven
Op lange termijn een mooi aanvullend vermogen opbouwen met kleine maandelijkse stortingen werkt maar op één manier: je moet het gewoon durven en volhouden. Neem een apathische houding aan voor het geld dat elke maand in je langetermijnbelegging verdwijnt. Laat de tijd haar werk doen, wees geduldig en staar je niet blind op wat er vandaag op de beurs gebeurt. Is je belegging al 5 of 10 procent gedaald? So what? Je hebt tijd zat. Geef je emoties niet de kans om het over te nemen van je verstand. De beurs is een plaats waar alleen de koelste kikkers overleven.
Volhouden
Volhouden is niet moeilijk in economisch goede tijden waarin de hele markt 'hoera' roept. Het is een pak moeilijker wanneer het slecht gaat. Zijn alle beurzen aan het kelderen? No stress. Houd vast aan de strategie. Blijf elke maand hardnekkig en koppig je vaste bedrag opzijzetten. Dat is voor de meeste mensen nog het moeilijkste. Ze kunnen de televisie niet aanzetten of horen angstaanjagende verhalen over crisissen, dalende beurzen. Het gevolg? Ze slaan in paniek. Zou ik niet beter stoppen met in aandelen te beleggen, welke gek doet dit nog? Zou ik niet beter mijn periodieke stortingen stoppen?
"De grootste vijand van de belegger is de belegger zelf"
(Benjamin Graham, auteur van de klassieker 'The Intelligent Investor')
Een mooi vermogen opbouwen: het kan! /
Bron: Alexas Fotos, Pixabay Durven
Neen! Juist nu, wanneer alles is gekelderd, moet je zeker blijven investeren. Het leven is aan de durvers en dat geldt zeker voor de aandelenmarkten. Wat er ook gebeurt in de komende twintig of dertig jaar, je blijft gewoon elke maand automatisch en zonder er verder naar om te kijken een klein bedrag in een aandelenfonds of indexfonds storten.
Op lange termijn kan je met aandelen haast niet anders dan winnen. Beleg in een goed gespreid fonds via een maandelijkse doorlopende opdracht. Alles automatisch laten verlopen is een goede tip om het langer vol te houden.
Geloof niet dat je schatrijk zal worden door te beleggen op de beurs. Die kans is klein. Maar systematisch en periodiek over een lange termijn in aandelen investeren is wel een belangrijk onderdeel van je strategie om een mooi vermogen op te bouwen. Houd je dit vol gedurende twintig tot dertig jaar kan je haast niet anders dan aanzienlijk meer verdienen dan met een deposito, spaarrekening of vastrentende belegging.