Verdien aan de Belastingdienst - belastingrente
In 2020 en 2021 geld verdienen aan de Belastingdienst wordt steeds moeilijker. Het kan met de belastingrente als vergoeding voor de gemiste rente en de aftrekposten. Ook een slimme gezamenlijk belastingaangifte met uw fiscale partner kan u geld opleveren. Wat is de belastingrente voor rente? Krijgt u belastinggeld terug, dan is dat mogelijk met rente. Sparen bij de fiscus is met de nieuwe regels voor de belastingrente iets minder voordelig, maar nog altijd de moeite waard. Het is in ieder geval beter dan rente betalen aan de fiscus. U kunt met uw belastingaangifte dus ook een zakcentje verdienen.
Hoe kan een slimme belastingaangifte u geld opleveren?
De Belastingdienst en de belastingaanslag
De meesten van ons betalen niet graag belasting en vinden dat ze te veel betalen. Maar u kunt ook aan de Belastingdienst verdienen. Voorwaarde is wel dat u als particulier een beetje bij kas zit en kunt wachten totdat u uw belastingcenten terug krijgt. Met rente natuurlijk.
Drie manieren om aan de Belastingdienst te verdienen
Er zijn drie manieren om geld te verdienen als de rente hoog is:
- Vraag geen voorlopige teruggave inkomstenbelasting aan;
- Verlaag als het kan uw hypotheek;
- Betaal uw voorlopige aanslag over het lopende jaar snel.
Hoeveel bedraagt de belastingrente?
Krijgt u geld terug, dan is dat gelijk aan de belastingrente plus uw voordeel van gemiddeld 1,2% op uw vermogen. De belastingrente van de fiscus bedraagt 4%, maar kan elk kwartaal worden bijgesteld:
Heffingsrente en belastingrente Belastingdienst in 2020 en 2021:
jaar | kwartaal 1 | kwartaal 2 | kwartaal 3 | kwartaal 4 |
2021 | 0,01% | 0,01% | 0,01% | 0,01% |
2020 | 4% | 0,01% | 0,01% | 0,01% |
2019 | 4% | 4% | 4% | 4% |
2018 | 4% | 4% | 4% | 4% |
2017 | 4% | 4% | 4% | 4% |
2016 | 4% | 4% | 4% | 4% |
De verlaging vanaf het tweede kwartaal 2020 (juni respectievelijk juli 2020, afhankelijk van de belasting) tot en met 31 december 2021 is een maatregel als gevolg van de pandemie corona.
Vraag geen voorlopige teruggave inkomstenbelasting aan als u geld terug krijgt
Als u nogal wat aftrekposten heeft of uw heffingskortingen uitbetaald wil krijgen, bent u waarschijnlijk geneigd om een voorlopige teruggave te vragen. Liefst in maandelijkse termijnen. Dat lijkt verstandig, omdat u dan eerder over de teruggave kunt beschikken. Maar als u dat niet doet en het opspaart, is het voordeel veel groter. U ontvangt het geld weliswaar later en in 1 keer, maar dan wel vermeerderd met rente. Die rente overtreft veelal die van een spaarrekening en is bovendien niet belast. Bovendien kan de Belastingdienst niet failliet gaan.
Verlaag als het kan uw hypotheek
De wet Hillen zorgt ervoor dat het extra aflossen van een hypotheek ook extra voordelig kan zijn. Deze wet houdt kortweg in dat de bijtelling van het eigenwoningforfait niet hoger kan zijn dan de aftrekposten voor de eigen woning, de hypotheekrenteaftrek en eventuele aankoopkosten voor een woning. Hoe lager de hypotheekrente aftrek, hoe groter uw voordeel is. Dat klinkt tegenstrijdig, maar de wet Hillen zorgt daarvoor. Zeker als uw hypotheek niet meer zo hoog is, levert extra aflossen u meer op dan wanneer u uw geld laat staan op een spaarrekening met een lage spaarrente.
Betaal uw voorlopige aanslag inkomstenbelasting over het lopende jaar snel
Het is goed te merken dat de Belastingdienst steeds meer haast heeft met het innen van de belastingpenningen. Daardoor gebeurt het steeds vaker dat u een voorlopige aanslag inkomstenbelasting ontvangt voor het lopende jaar. Dat kan natuurlijk flink schrikken zijn, maar u kunt er uw voordeel mee doen. Het scheelt een belastingrente en vaak krijgt u ook nog korting als u vroeg in het jaar in één keer betaalt. Weeg zelf af of u die korting groot genoeg vindt. Zo niet dan kunt u altijd nog in termijnen betalen.
Gezamenlijk belastingaangifte doen heeft vele voordelen
Nogal wat partners laten alleen de meest verdienende belastingaangifte doen, want die krijgt toch te meeste van de Belastingdienst terug is de redenering. Die redenering klopt echter niet altijd. Twee voorbeelden om dit aan te tonen, maar zo zijn er veel meer:
- Stel uw partner heeft geen inkomen. Dan heeft de partner ook geen recht op heffingskortingen. Door nu samen met u als partner wel een gezamenlijke aangifte te doen, krijgt de partner wel belasting terug. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de aanrechtsubsidie van de fiscus.
- Stel u hebt meer vermogen dan de vrijstelling in box 3 van de inkomstenbelasting waardoor u vermogensbelasting moet betalen. Als u gezamenlijk belastingaangifte doet en de partner heeft minder vermogen dan de vrijstelling, dan schuift u in de aangifte een deel van uw vermogen in box 3 door naar uw partner. Daardoor betaalt u minder en misschien wel geen vermogensbelasting meer. Deze schuif kan ook gunstig uitpakken voor sommige heffingskortingen.
Een gezamenlijke belastingaangifte betekent vaak meer teruggave van belasting door de vele heffingskortingen en een slimme verdeling van aftrekposten en vermogen.
Slot
In beide gevallen verdient u aan de fiscus. Als straks de voorlopige aanslag sterk afwijkt van wat u werkelijk moest betalen en bijvoorbeeld door gewijzigde omstandigheden veel lager behoorde te zijn, krijgt u later het te veel betaalde weer terug met rente. Tot slot nog de opmerking dat het vaak loont om bezwaar te maken tegen gemeentelijke heffingen, zoals bij de
aanslag onroerend goed WOZ en OZB. Ook dat kan u vele jaren veel geld schelen.
Lees verder