AOW en belasting betalen: de heffingskortingen
Ook over de AOW moet u in 2024 en 2025 belasting betalen. Gelukkig kunt u dit beperken door de heffingskortingen waarop u recht hebt en door het opvoeren van aftrekposten. Wie naast het AOW-pensioen nog een ander inkomen heeft moet oppassen voor een naheffing van de Belastingdienst. Een naheffing wordt daardoor ook vaak in het eerste jaar van de AOW toegestuurd. Welke heffingskortingen zijn op u van toepassing en welke inhoudingen past de Sociale Verzekeringsbank SVB toe?
AOW-pensioen en Belastingdienst in 2024 en 2025
AOW en heffingskortingen
Wie AOW ontvangt heeft recht op heffingskortingen, deze heffingskortingen zijn kortingen op de belasting die u moet betalen. De AOW wordt bruto weergegeven (zonder heffingskortingen), maar ook netto (met heffingskortingen). Een AOW'er heeft recht op (in ieder geval) de volgende heffingskortingen:
- De algemene heffingskorting;
- De ouderenkorting;
- De alleenstaande ouderenkorting (als u alleen woont).
De algemene heffingskorting en AOW 2024 en 2025
Iedereen heeft recht op de algemene heffingskorting, maar niet iedereen krijgt deze korting volledig uitbetaald. Geen volledige uitbetaling gebeurt als uw opgebouwde AOW relatief laag is, bijvoorbeeld doordat u een groot aantal jaren in het buitenland hebt gewoond en gewerkt. U kunt dan de vermelding loonheffing € 0,00 krijgen. De maximale heffingskorting bedraagt in 2024 maximaal 1.735 euro, in 2025 is dat 1.536 euro.Lager dus.. Maar let op, als u ook een aanvullend pensioen of een ander inkomen hebt, kan de algemene heffingskorting lager uitvallen. Met welk bedrag de SVB rekening heeft gehouden vindt u terug op de periodieke specificaties van de SVB.
De ouderenkorting en alleenstaande ouderenkorting 2024 en 2025
De ouderenkorting is er speciaal voor wie recht heeft op AOW, jongeren hebben er dus geen recht op. Het bedrag dat u in 2024 en 2025 krijgt, is afhankelijk van de hoogte van uw jaarinkomen:
- 2024: € 2.010 bij een jaarinkomen tot € 44.770; Afbouw met 15% bij een jaarinkomen van € 44.770 en hoger.
- 2025: € 2.035 bij een jaarinkomen tot € 45.308; Afbouw met 15% bij een jaarinkomen van € 45.308 en hoger.
De alleenstaande ouderenkorting is € 524 in 2024 en € 531 in 2025.
In 2024 is de ouderenkorting is maximaal € 2.010 tot een jaarinkomen tot € 44.770 en wordt daarboven met 15% afgebouwd. Bij een jaarinkomen van € 58.170 is de ouderenkorting dan gelijk aan nul. De alleenstaande ouderenkorting is inkomensonafhankelijk en is voor dat jaar gelijk aan € 524.
Het aanvragen van de heffingskortingen
De SVB past automatisch de heffingskortingen en inhoudingen toe, u hoeft hiervoor geen aanvraag in te dienen. Als u ook een ander inkomen hebt, dan kan het omgekeerde wel verstandig zijn: u vraagt de SVB om juist niet met de heffingskortingen rekening te houden. Zo beperkt u het bedrag dat u eventueel aan belasting moet bijbetalen. Immers ook bij uw andere inkomen zal rekening zijn gehouden met de heffingskortingen. Dat kan betekenen dat de heffingskortingen al volledig zijn benut (ze zijn op) of lager uitvallen doordat uw inkomen hoger is dan de AOW alleen. betalen. De precieze afrekening van wat u eventueel moet terugbetalen vindt jaarlijks plaats bij de belastingaangifte inkomstenbelasting.
Belastingschijven en AOW
Zodra u AOW ontvangt hoeft u in 2024 geen AOW-premie meer te betalen, dat betekent dat de som van belasting en premies in de eerste twee belastingschijven lager uitvalt:
2024, geboren voor 1 januari 1946:
- 19,07% tot een jaarinkomen van € 40.021;
- 36,97% bij een inkomen tussen € 40.021 en € 75.518.
- 49,50% bij een inkomen hoger dan € 75.518.
2024, geboren na 1 januari 1946:
- 19,07% tot een jaarinkomen van € 36.098;
- 37,07% bij een inkomen tussen € 38.098 en € 75.518.
- 49,50% bij een inkomen hoger dan € 75.518.
Hebt u meer inkomen dan de AOW, dan zal het belastingtarief in 2024 afgerond al snel 19,07% en meer bedragen.
In 2025 zijn de belastingschijven:
2025, geboren voor 1 januari 1946:
- 17,92% tot een jaarinkomen van € 40.502;
- 37,48% bij een inkomen tussen € 40.502 en € 76.817.
- 49,50% bij een inkomen hoger dan € 76.817.
2025, geboren na 1 januari 1946:
- 17,92% tot een jaarinkomen van € 38.441;
- 37,48% bij een inkomen tussen € 38.441 en € 76.817.
- 49,50% bij een inkomen hoger dan € 76.817.
Beperk uw jaarinkomen met aftrekposten
Met aftrekposten verlaagt u uw inkomen, maar hiervan dus gebruik. Denk aan de zorgkosten die u maakt, de hypotheekrente die u betalen moet of de aftrek door het doen van een gift. Sommige aftrekposten kunt u hierbij strategisch gebruiken, het doen van een gift is hiervan een goed voorbeeld. Een lager inkomen betekent dat een aantal heffingskortingen omhoog gaan en mogelijk ook wat fiscale toeslagen. Maar ook als u net te veel vermogen hebt voor de zorgtoeslag, zal een gift uw vermogen verlagen waardoor u wel voor de toeslag in aanmerking kunt komen. Een kleine gift kan zo een veelvoud opleveren.
De netto AOW, de inhoudingen
Kortom uw netto AOW is afhankelijk van de heffingskortingen, uw aftrekposten, uw andere inkomen en de belastingschijf waarin uw totale inkomen valt. Met deze elementen in handen kunt u vaak zelf bepalen of u wel of niet belasting moet bijbetalen. Als u zeker weet dat u belasting moet bijbetalen en dus netto te veel ontvangt, dan kunt u een voorlopige aanslag inkomstenbelasting aanvragen. Het voordeel daarvan is dat u een naheffing kunt voorkomen en de rekening in maandelijkse termijnen terug kunt betalen en niet een groot bedrag ineens hoeft af te dragen aan de Belastingdienst. Als u naast de AOW nog werkt, dan kunt u nog recht hebben op een extra heffingskorting, de arbeidskorting.
Lees verder