Hypotheekrenteaftrek: geschiedenis, heden en toekomst
Hypotheken, hypotheekrenteaftrek en de hoogte van hypotheken. Het komt geregeld in het nieuws en er wordt geregeld over gediscussieerd. Vaak wordt gedaan of de hypotheekrenteaftrek is ontstaan uit goodwill van de overheid. Dit is niet helemaal waar, maar hoe zit het dan wel? Een stukje geschiedenis over de hypotheekrenteaftrek, wat teruggaat tot 1893.
Vroege geschiedenis
De hypotheekrenteaftrek dateert uit 1893. Onder invloed van Dhr. N. Pierson werd toen de eerste inkomstenbelasting in Nederland ingevoerd, met als argument dat dit rechtvaardiger zou zijn dan het accijnsstelsel wat hiervoor bestond. De eigen woning werd nu dus ineens als een bron van inkomsten gezien, men “verdiende” immers de huur. Ik zal niet over de billijkheid hiervan gaan discussiëren. Maar de meeste mensen konden dit niet uit eigen zak betalen dus werd er onder druk van de rijke Nederlanders, een compensatie bedacht, de hypotheekrenteaftrek. Met deze geschiedenis in het achterhoofd lijkt het dan ook niet meer dan eerlijk om tegelijkertijd met de hypotheekrenteaftrek ook de eigenwoningforfait af te schaffen.
Na de Tweede Wereldoorlog
Na 1945 gingen mensen massaal een eigen huis kopen. De algemene gedachte was dat kopen beter was dan huren nadat er van overheidswegen allerlei maatregelen waren genomen om de koop van een eigen woning te stimuleren (hypotheekgarantie) vatte de gedachte post dat ook de hypotheekrenteaftrek een verkapte subsidie was. Ten onrechte dus, als men geschiedkunde gaat kijken zou men bij de hypotheekrenteaftrek ook de huurwaarde forfait moeten opheffen en dat zou weer aardig wat problemen met de rijke Nederlanders opleveren. In de jaren zestig en zeventig ging het goed met Nederland en het aantal eigen huizen steeg tot 35 %. Hierop werd in 1973 het huurwaarde forfait verhoogd.
In de jaren ’90 ontstond de tendens om 100% hypotheek te nemen, zodat de overwaarde besteed kon worden aan consumptie. De kosten van de huurwaardeforfait rezen de pan uit, weer voornamelijk ten bate van de rijke Nederlander.
In 2001 maakte Kok de hypotheekrente niet langer aftrekbaar bij een tweede woning of consumptieve doeleinden ook werd vanaf toen de aftrek beperkt tot maximaal dertig jaar.
In 2004 wordt onder Balkenende de bijleenregeling van kracht. De overwaarde uit verkoop van een woning moet gebruikt worden voor de nieuwe woning. Doet men dit niet dan is het bedrag wat men overgehouden heeft bij verkoop niet aftrekbaar bij de nieuwe hypotheek.
Heden
Ook tijdens het kabinet Rutten staat de hypotheekrenteaftrek ter discussie. Deze discussie laait immers steeds weer op wanneer het kabinet met economische tegenvallers te maken heeft. Nu is de kreet versoberen. Men wil de hypotheekrenteaftrek niet afschaffen maar gedurende de looptijd het af te trekken bedrag steeds lager maken totdat het na dertig jaar tot nul gereduceerd is. Het kabinet wordt in zijn plannen gesteund door de directeur van de Nederlandse bank. Maar komt dit erdoor of is de invloed van rijke Nederlands nog steeds te groot?
Toekomst
Wat er ook gaat gebeuren in de toekomst, feit blijft dat voor een deel van de Nederlandse bevolking de hypotheekrenteaftrek in 2031 definitief is afgelopen (30 – jaar regeling). Hopelijk is dan de woningmarkt wat aangetrokken, anders voorzie ik toch veel problemen. Het lenen van honderd procent of meer van de waarde van het huis is definitief verleden tijd. Gezien de gevolgen dat dit heeft gehad op de stabiliteit van de banken en de problemen die dit opgeleverd heeft voor eigenaren van een 'huis onder water' komt deze mogelijkheid ook in de toekomst niet meer terug.