Hypotheekvormen
Hypotheekvormen zijn er in alle soorten en maten. Weinig mensen kunnen immers een huis uit eigen middelen betalen. Meestal moet men een hypotheek afsluiten. Feitelijk zijn er maar 2 hoofdgroepen: hypotheken waarbij we tijdens de looptijd aflossen en hypotheken waarbij we pas op de einddatum aflossen.
Welke hypotheekvormen zijn er?
Het kiezen uit de vele hypotheekvormen is nog niet zo eenvoudig maar wie een huis wil kopen kan dat eigenlijk maar op twee manieren financieren: uit eigen middelen of door een hypotheek af te sluiten. In de regel is het een combinatie van beiden. Een
hypotheek is een lening speciaal voor de aanschaf van een woning waarbij die woning als onderpand dient.
Het kiezen van de hypotheekvorm is een belangrijke beslissing bij het aangaan van een hypotheek. Van belang is onder meer de vraag hoe u de hypotheek uiteindelijk gaat aflossen en hoe u zich wilt verzekeren tegen het risico van overlijden en/of arbeidsongeschiktheid.
In feite zijn hypotheken in twee categoriën te verdelen:
- hypotheken waarbij in elke termijnbetaling een stuk aflossing is begrepen, zoals de lineaire hypotheek en de annuïteitenhypotheek;
- hypotheken waarbij pas op de einddatum wordt afgelost.
Op basis van deze grove opdeling kan men onder meer de volgende
hypotheekvormen onderscheiden:
De lineaire hypotheek
Bij een lineaire hypotheek lost u maandelijks eenzelfde bedrag af waardoor uw schuld in een rechte lijn (lineair) daalt. Dat heeft tot gevolg dat uw rentelast erg snel afneemt. De lineaire hypotheek wordt gekenmerkt door hoge maandlasten bij aanvang, maar naarmate de looptijd vordert, dalen die zowel bruto als netto.
De annuïteitenhypotheek
Bij een annuïteitenhypotheek is er sprake van een gelijkblijvende
maandlast gedurende de hele looptijd, de zogenaamde annuïteit. Die annuïteit is samengesteld uit een gedeelte rente en een gedeelte aflossing. Bij aanvang is het rentebestanddeel hoog en de aflossing laag. Naarmate de looptijd verstrijkt, stijgt het aflossingsbestanddeel en daalt de rentecomponent. De schuld wordt immers steeds lager.
Omdat u gedurende de looptijd steeds minder
hypotheekrente betaalt, daalt ook uw fiscale voordeel. Wie minder rente-aftrek heeft, krijgt minder terug van de belastingdienst. Vooral tijdens het tweede deel van de looptijd is dat zeer goed merkbaar.
Aflossingsvrije hypotheek
Kenmerk van de aflossingsvrije hypotheek is dat er gedurende de looptijd van de lening alleen rente wordt betaald en er geen aflossingsverplichting bestaat. Omdat men alleen rente betaalt, kent de aflossingsvrije hypotheek de laagste maandlasten van alle hypotheekvormen en is als gevolg daarvan erg populair.
Wel zijn geldgevers bij het verstrekken van deze hypotheekvorm een stuk voorzichtiger dan bij de meeste andere hypotheekvormen. In de regel gaat men niet verder dan 75-100% van de executiewaarde van het huis, wat overeenkomt met 65-85% van de vrije verkoopwaarde. De rest zult u dus uit eigen middelen of met een andere hypotheekvorm moeten financieren.
De spaarhypotheek
Bij een spaarhypotheek is er sprake van een aflossingsvrije lening in combinatie met een levensverzekering, de Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW). Tijdens de looptijd lost men in beginsel niets af op de lening.
De levensverzekering kan op 2 manieren tot uitkering komen:
- Op de einddatum als opbrengst van de ingelegde spaarpremies. Met die opbrengst kunt u in een keer uw hypotheek aflossen;
- Bij overlijden van de verzekerde persoon gedurende de looptijd. Daarvoor betaalt u maandelijks een overlijdensrisicopremie.
Behalve de al genoemde spaar- en risicopremie betaalt u maandelijks ook rente. Maar doordat de rente over uw spaarinleg altijd even hoog is als de hypotheekrente, is het eindkapitaal per definitie even hoog als uw hypotheekschuld.
Omdat u bij een spaarhypotheek niet rechtstreeks aflost op de hypotheek, profiteert u maximaal van de
hypotheekrenteaftrek. Een ander voordeel is dat uw hypotheeklasten minder gevoelig zijn voor renteschommelingen omdat de spaarrente gekoppeld is aan de hypotheekrente. Is bijvoorbeeld na het verstrijken van een rentevaste periode de hypotheekrente gestegen, dan stijgt uw spaarrente mee, wat ook bekend staat onder de term `rentedempende werking`.
De beleggingshypotheek
De beleggingshypotheek lijkt veel op de spaarhypotheek. U financiert de aankoop van uw huis met een aflossingsvrije hypotheek die u op de einddatum aflost met de opbrengst van uw beleggingen.
Ook nu lost u tijdens de looptijd weer niets af op de lening maar u stort eenmalig of periodiek een bedrag op een beleggingsrekening. Na inhouding van aankoopkosten wordt dit bedrag voor u belegd in beleggingsfondsen of aandelen. Afhankelijk van de hiermee behaalde rendementen lost u op de einddatum uw hypotheekschuld geheel of gedeeltelijk af.
U draagt dus een beleggingsrisico en moet kapitaalkrachtig genoeg zijn om tegenvallende resultaten te kunnen opvangen. Kunt u dat niet, dan bent u beter af met een gewone spaarhypotheek.