Stapje voor stapje de hypotheekrenteaftrek versoberen
Al decennia lang wordt er gesproken over het beperken van de hypotheekrenteaftrek. Uit angst voor de reactie van de kiezers werd het onderwerp ontweken. Nu de kogel door de kerk is gaat het hard.
Per 1 januari 2013 is de regeling van de hypotheekrenteaftrek sterk versoberd. In nieuw gesloten hypotheken moet nu verplicht een maandelijkse aflossing op de schuld worden ingebouwd. Aflossingsvrije hypotheken en aflossing doorschuiven naar de toekomst is niet meer toegestaan. Ook is de maximale hypotheek beperkt tot 105% (in 2014 naar 104%) van de koopsom van het huis. In 2014 is de versobering van de regeling doorgegaan.
Beperken hypotheekrenteaftrek – belastingvoordeel
Het fiscaal voordeel voor de hogere inkomens zal vanaf 2014 sterk versoberd gaan worden. Tot 2014 kon de betaalde hypotheekrente maximaal worden afgetrokken tegen 52%. Dit percentage is per 2014 verlaagd naar 51,5%. Jaarlijks zal het maximale percentage met een half procent verlaagd worden tot een percentage van 38% bereikt is. Een half procent is een kleine verlaging, maar volgend jaar volgt er weer een verlaging met een half procent.
Eigenwoningforfait per 2014 verhoogd
De fiscale bijtelling is voor de meeste koophuizen verhoogd van 0,6% naar 0,7%. Dit percentage moet genomen worden van de WOZ-waarde van het huis. De uitkomst moet bij het inkomen worden opgeteld en belasting over betaald worden. Het eigenwoningforfait is zo sterk verhoogd doordat de huizenprijzen gezakt zijn en de huren van huizen juist omhoog zijn gegaan. De verhoging van het eigenwoningforfait zorgt op deze manier eigenlijk voor een beperking van het fiscaal voordeel van de eigen woning.
Verdere beperkingen volgen
Ook door te schuiven met belastingschijven kan het fiscaal voordeel van een eigen huis beperkt worden. Voor de lagere inkomens is het fiscaal voordeel beperkt doordat de eerste schijf van de inkomstenbelasting verlaagd is naar 36,25%. Tot 2014 was dit percentage nog 37%. Vanaf 2018 zullen er nog meer verlagingen doorgevoerd worden in de belastingschijven. Dit is goed nieuws, want dit verlaagd het verschil tussen bruto en nettoloon. De hypotheekrenteaftrek komt het niet ten goede.
De hypotheekrenteaftrek is al eerder beperkt
Vóór 2013 zijn er ook al beperkingen in de regeling doorgevoerd. In 2001 is er de maximale duur voor de hypotheekrenteaftrek beperkt. Huiseigenaren hebben maximaal recht op renteaftrek gedurende een periode van dertig jaar. Deze beperking zorgt ervoor dat de hypotheekrente voor een aflossingsvrije hypotheek niet meer aftrekbaar is na dertig jaar. In 2004 volgde een beperking van de mogelijkheid om te profiteren van overwaarde bij verkoop van een huis. Door de bijleenregeling moet deze overwaarde namelijk opnieuw geïnvesteerd worden als er weer een huis gekocht gaat worden.
De regeling van de hypotheekrenteaftrek is een te grote aanslag op de Nederlandse schatkist. Meer dan de helft van de gezinnen in Nederland wonen in een koophuis. De meeste huizen zijn gekocht met een hypothecaire lening. Door de aftrekbaarheid van de betaalde hypotheekrente stroomt er te weinig belasting de Nederlandse schatkist in. Een andere reden om de “subsidieregeling” te beperken is de zeer hoge gezamenlijke hypotheekschuld. De schuld bedraagt ongeveer €650 miljard. Door maatregelen te treffen moet deze schuldenberg verlaagd worden. Een substantiële verlaging zal waarschijnlijk tientallen jaren gaan duren. Sterk beperken van de regeling zal huiseigenaren dwingen om de schulden te verlagen.