Belasting en de huishoudelijke uitgaven rond een kind/gezin
Ieder jaar in januari zijn er wijzigingen in de belastingregels die gevolgen hebben voor het huishoudgeld. Veelal is het positief, maar een aantal voorzieningen veranderen en raken daardoor vaak enkele of meerdere huishoudens. Soms is er een alternatief of keuze vrijheid, maar vaak moeten de huishoudens de wijzigingen accepteren. Niet zelden speelt de hoogte van het persoonlijk budget een rol bij de acceptatie van de niet beïnvloedbare veranderingen.
Kinderopvang
Kinderopvang is ooit bedacht om alleenstaande ouders, maar ook tweeverdieners, te stimuleren om aan het arbeidsproces deel te (blijven)nemen. Na een moeizame start is de kinderopvang nu niet meer weg te denken uit de Nederlandse samenleving. Doordat er steeds meer gebruik wordt gemaakt van de kinderopvang, is het een volwaardige bedrijfstak geworden. Deze bedrijfstak komt nu in gevaar en door afnemende werkgelegenheid en toenemende kosten wordt deze bedrijfstak voor velen minder aantrekkelijk. Voor deze moderne opvang van het kind op de momenten dat het de ouders het beste schikt, moet steeds vaker en steeds dieper in de portemonnee worden getast. De kosten voor deze goed ingeburgerde vorm van bijzondere dienstverlening lopen steeds meer en steeds hoger op.
Kinderopvangkosten
De kinderopvangkosten worden ieder jaar duurder en de maximumuurprijs, waarover een ouder een tegemoetkoming krijgt, wordt al niet meer geïndexeerd en als het tarief an het kinderdagverblijf gaat stijgen, dan gaat dat ten koste van het beschikbare huishoudgeld. Als dan ook nog de overheidsbijdrage dalende is, dan wordt het gebruik van een kinderdagverblijf al helemaal niet meer gestimuleerd.
Kinderopvangtoeslag
Ouders, die één of meerdere kinderen op een kinderdagverblijf of één of meerdere kinderen laten opvangen door een geregistreerde gastouder, hebben ook recht op een kinderopvangtoeslag. De kinderopvangtoeslag wordt gebaseerd op het aantal uren dat de ouder (met de minste uren) heeft gewerkt. Als ouders één of meerdere kind4eren hebben die nog geen 4 jaar zijn, dan bestaat er recht op een toeslag van 140 procent van de werkuren van de betreffende ouder. In deze toeslag berekening zijn ook de reisuren meegenomen.
Voor kinderen die ouder zijn dan vier jaar, maar nog geen twaalf jaar zijn, bestaat er eveneens recht op een kinderopvangtoeslag. Het percentage voor de kinderopvangtoeslag voor kinderen van vier tot twaalf jaar is lager dan bij opvang door het kinderdagverblijf. De gedachte hiervan is dat kinderen van vier tot twaalf jaar overdag naar school gaan en van de kinderopvang dus tijdens de schooltijden geen gebruikmaakt. Voor ouders van kinderen die gebruikmaken van de buitenschoolse opvang bestaat het recht op een toeslag van 70% van de werkuren van de betreffende ouder.
Kinderbijslag
De meest bekende vorm van een kindertoeslag is de kinderbijslag. Vanaf de geboorte van een kind bestaat er recht op kinderbijslag. De kinderbijslag wordt ontvangen tussen de geboorte van het kind en het moment dat het kind de 18 jarige leeftijd bereikt. Ouders die kinderen hebben tussen de 12 en 18 jaar ontvangen een steeds lager wordend bedrag aan kinderbijslag.
Kindgebonden budget
Afhankelijk van de hoogte van het inkomen bestaat er voor ieder kind recht op een kindgebonden budget. De overheid gaat echter steeds meer bezuinigen op de kindgebonden budgetten. De bezuiniging van de overheid komt ook voort uit het feit dat in een periode van vijf jaar de kosten voor de overheid bijna zijn verdubbeld. Het gevolg is dat het recht op een kindgebonden budget beperkt is tot twee kinderen en dat vanaf het derde kind het kindgebonden budget lager wordt. De exacte hoogte van het kindgebonden budget wordt berekend op basis van het inkomen. De hoogte van het toe te kennen kindgebonden budget hangt dus volledig af van de hoogte van het aanwezige inkomen. Als het inkomen/vermogen hoger is dan € 80.000 dan is er geen recht meer om een aanvraag voor een kindgebonden budget in te dienen. Ouders (van kinderen) die in het buitenland verblijven, hebben een beperkter recht op een kindgebonden budget.
Studiefinanciering
Als kinderen gaan studeren aan het HBO, de universiteit of MBO, dan is er een recht op een tegemoetkoming in de kosten. Deze tegemoetkoming wordt studiefinanciering genoemd. De hoogte van de studiefinanciering gaat niet altijd jaarlijks omhoog. Als de studiefinanciering niet omhoog gaat, dan vindt er dus ook geen inflatiecorrectie plaats.
Extra kosten voor een kind
Als een ouder geen aanspraak kan maken op de hierboven beschreven kinderbijslag of studiefinanciering en er zijn wel extra kosten om in het levensonderhoud van een kind te voorzien, dan kan deze ouder aanspraak maken op een fiscale aftrekpost. Tot 2012 was die mogelijkheid er voor kinderen tot 30 jaar. Vanaf 1 januari 2012 kan een ouder de extra gemaakte kosten om in het levensonderhoud van een kind te voorzien nog aftrekken voor kinderen tot 21 jaar.
Geld schenken aan een kind
Aan een kind tussen de 18 en 35 jaar mag een ouder eenmalig een bedrag schenken. Dit bedrag is € 24.144 en mag bij de aankoop of verbouwing van een eigenhuis of een hele dure studie eenmalig verhoogd worden naar € 50.300. Deze schenkingen mogen belastingvrij worden gedaan. Wel moet er een notariële akte zijn waarin de schenking geregeld wordt. Aan kleinkinderen mag er € 2.012 gegeven worden.
Erfenis
Ontvangers van een erfenis moeten eveneens rekening houden met een betaling aan de belastingdienst. Een bedrag van € 603.600 is vrijgesteld van erfbelasting voor gehuwden, geregistreerd partner of samenwonenden. De kinderen en kleinkinderen worden tot een bedrag van € 19.114 vrijgesteld voor het betalen van de erfbelasting. Ouders die erven van een kind hoeven tot een bedrag an € 45.270 geen belasting te betalen. Overige erfgenamen hebben een vrijstelling van de erfbelasting voor een bedrag tot € 2.012. Ontduiking van erfbelasting over zwartgeld in het buitenland kan door de belastingdienst altijd nog worden geheven.
Als gehuwden of samenwonenden en of geregistreerde partners van elkaar erven dan is er tevens recht op een royale vrijstelling voor erfbelasting en betaalt betrokkene over het bedrag boven de vrijstelling een relatief laag belastingpercentage. Voor samenwonenden geldt nog wel de voorwaarde dat zij reeds vijfjaar of langer hebben samengewoond. Is er een samenlevingscontract dan is de termijn van vijfjaar niet van toepassing. Voor samenwonenden met een samenlevingscontract geldt een termijn van zes maanden.
Dus samenwonenden, die in aanmerking willen komen voor de voordelige fiscale faciliteiten, kunnen beter een samenlevingscontract afsluiten.
Lees verder