Sparen tegen de hoogste netto spaarrente
Veilig sparen tegen de hoogste spaarrente, dat willen we allemaal. Door vergelijking van spaarrekeningen via Internet valt er genoeg te kiezen. Maar niet alleen de nominale rente is belangrijk, ook wat u overhoudt na aftrek van belasting en inflatie: het netto rendement.
Sparen een veilige belegging
Toen de beurskoersen eind 2008 wereldwijd in enkele dagen tijd met tientallen procenten daalden, was dat voor veel beleggers aanleiding om hun spaargeld op een spaarrekening bij de bank te zetten, veilig en liefst tegen een hoge spaarrente. (
factoren die de renteontwikkeling bepalen, laten zich overigens in een eenvoudige opsomming weergeven.) Het toezicht op Nederlandse financiële instellingen is zodanig geregeld dat Amerikaanse toestanden zoals die bij Lehman Brothers niet erg waarschijnlijk zijn.
Verhoging garantiebedrag in Nederland tot € 100.000,=
Minister Bos heeft na afloop van Europees spoedberaad op 7 october 2008 verklaard dat Nederland het maximale garantiebedrag met onmiddelijke ingang verruimt tot € 100.000 euro. Dat betekent dat wanneer een bank failliet gaat, het tegoed dat per spaarrekening wordt gegarandeerd door de Nederlandse overheid nu van € 38.000 is verhoogd tot € 100.000. De verruiming gold vooralsnog voor de tijd van één jaar, maar werd inmiddels verlengd!
Tot dusver viel een spaartegoed tot € 38.000 onder de garantieregeling.
Per 7 october 2008 zijn voor Nederland andere garantiebedragen aangekondigd (zie hiervoor). Omdat sprake is van een tijdelijke regeling wordt verder op deze pagina nog de oude basisregeling beschreven.
Garantie De Nederlandsche Bank
Bovendien kunt u bij een onverhoopt faillissement van uw bank als Nederlandse spaarder een beroep doen op een depositogarantieregeling indien uw bank onder het toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB) viel. In dat geval zijn op een particuliere spaarrekening de eerste € 20.000 volledig gegarandeerd, en bij een en/of-rekening zelfs het dubbele bedrag: € 40.000. Van de volgende € 20.000 (of € 40.000 bij een gezamelijke rekening) krijgt men als rekeninghouder 90% terug. Belangrijk: op de website van De Nederlandsche Bank (www.dnb.nl) kunnen spaarders in het ‘Wft-register’ zelf natrekken welke financiële instellingen onder het toezicht van DNB staan.
Inflatie
Zit het met de veiligheid van je spaarcentjes dus wel goed, als spaarder moet je er toch op bedacht zijn dat er vanuit een andere hoek misschien wel aan je centjes geknabbeld wordt. De inflatie en de fiscus hebben het namelijk ook op uw spaargeld voorzien.
Als gevolg van voortdurende prijsstijgingen worden uw euro’s in de regel steeds wat minder waard. In het jaar 2008 was de inflatie (geldontwaarding) weer flink toegenomen, met name door de sterk gestegen voedsel- en olieprijzen, en voor het eerst sinds 2002 kwam het inflatiepercentage weer uit boven de 3 procent.
Overigens is onze welvaart in 85 jaar tijd vervijfvoudigd ondanks 150% inflatie
Als we in een periode van inflatie willen weten wat het werkelijke rendement van ons spaargeld is, moeten we dus ook rekening houden met die actuele inflatie. Een eenvoudige rekensom leert dan dat je bij een gemiddelde inflatie in de eurozone van 3,8 procent (augustus 2008) voor je spaartegoed al een rente van pakweg 4 % moet bedingen wil je er niet op achteruit gaan. Maar ook dán ben je er nog niet, want ook de fiscus roomt nog van je rente-opbrengsten af.
Deflatie
Overigens kan een periode van inflatie zomaar gevolgd worden door een periode van deflatie, wat simpelgezegd betekent dat het leven goedkoper wordt. Het jaar 2009 is daar een sprekend voorbeeld van. Het prijsindexcijfer is in 2009 aanmerkelijk gedaald, vooral als gevolg van sterk gedaalde energieprijzen, lees olieprijzen. Kenmerk van een deflatoire toestand is een hoge reële rente, wat sparen uitermate aantrekkelijk maakt: het geld groeit terwijl het stil ligt.
De fiscus en je spaargeld
“Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker!” Inderdaad schuilt er een kern van waarheid in deze pakkende lijfspreuk van de Belastingdienst. Nog niet zo lang geleden namelijk werden nog de werkelijke rente-opbrengsten belast, en wel volgens een progressief tarief: hoe meer rente, hoe hoger het tarief. Tegenwoordig gaat de fiscus er standaard vanuit dat u 4 procent rente van uw geldt maakt. Wat u daadwerkelijk aan rente heeft genoten boeit hen minder. De veronderstelde rente-opbrengst van 4 procent wordt belast tegen een vast percentage van 30 procent. Anders gezegd: van uw spaargeld dient u jaarlijks 1,2 procent aan de schatkist af te dragen, althans over het gedeelte dat boven het heffingsvrije vermogen uitgaat.
Wil je dus bepalen wat het nettorendement van
sparen is, dan moet je niet alleen de inflatie in je berekening meenemen, maar ook de
belasting die je in de vorm van ‘vermogensrendementsheffing’ over de rente verschuldigd bent.
Weliswaar ziet de rekensom van daarnet er nog altijd even simpel uit, maar met je spaarrekening van vier procent rente moet je je nu toch eens serieus achter de oren beginnen krabben.
Spaar | Fiscus | Inflatie | Netto |
rente | | | rendement |
8% | -1,2% | - 3,8% | 3,0% |
6% | -1,2% | - 3,8% | 1,0% |
4% | -1,2% | - 3,8% | -1,0% |
Op zoek naar de hoogste spaarrente?
Uiteraard is het Internet tegenwoordig het ideale medium om de spaarproducten van de verschillende financiële aanbieders met elkaar te vergelijken om zodoende het maximale
rendement uit uw spaargeld te halen. Daarbij passeren soms de meest exotische namen met de meest onwaarschijnlijke rendementen de revue. Wees voorzichtig en neem een aantal basisregels in acht:
- Kleine, minder bekende banken bieden vaak een hogere rente dan de grote gevestigde namen.
- Valt de bank van uw keus onder de DNB-garantieregeling of een vergelijkbare regeling van een ander EU-land?
- Banken schermen soms met hoge rendementen in andere valuta dan de Euro. Als particuliere spaarder kunt u echter moeilijk de valutarisico’s inschatten