Het pensioen van een profvoetballer

Welk pensioen is nodig?
Het gebruikelijke pensioensysteem biedt geen oplossing voor een profvoetballer. De carrière van een profvoetballer stopt immers wat eerder dan voor de gemiddelde werknemer. Een profvoetballer heeft hierdoor behoefte aan een goed overbruggingspensioen. Zo’n pensioen moet zorgen voor een aanvulling op het inkomen direct nadat de voetballer gestopt is met voetballen. Naast het overbruggingspensioen is een aanvulling op de AOW-uitkering ook geen overbodige luxe.Overbruggingspensioen
De overheid wil graag dat men wat langer doorwerkt. Het opbouwen van een overbruggingspensioen heeft de overheid daarom nagenoeg onmogelijk gemaakt. Je mag nog wel sparen voor een aanvulling op je pensioen, maar je mag niet meer kiezen voor een tijdelijke uitkering die loopt tot je pensioenleeftijd. Als je je pensioenuitkering wil laten ingaan voordat je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt, dan moet de uitkering minimaal doorlopen totdat je 85 jaar bent. Een korter overbruggingspensioen is niet (meer) toegestaan. Een profvoetballer zit hier natuurlijk niet op te wachten. Als een profvoetballer stopt met werken is hij nog relatief jong en wil direct een uitkering ontvangen. Om er voor te zorgen dat de uitkering niet te laag wordt, is het niet wenselijk dat de uitkering verplicht gerekt moet worden tot 85-jarige leeftijd. De profvoetballer wil juist een korter lopend en hoger pensioen ontvangen.Opbouw van pensioen
Als je spaart voor een aanvulling op je pensioen dan mag je de inleg van je inkomen aftrekken. Kortom, de fiscus betaalt mee aan jouw pensioenopbouw. Om dit niet uit de hand te laten lopen, zijn er wel een paar wettelijke grenzen. Zo moet je eerst aantonen dat er sprake is van een pensioentekort. Dit kan door middel van een eenvoudig rekensommetje. Uit dit sommetje volgt ook wat je maximaal van je inkomen zou mogen aftrekken: de zogenaamde jaarruimte. Voor 2018 bedraagt de maximale jaarruimte: € 12.362. Voor de meeste profvoetballers is dit bedrag veel te laag om een passend pensioen op te bouwen.Pensioenfonds voor profvoetballers
De overheid heeft ingezien dat de gebruikelijke pensioenregels voor profvoetballers niet werken. In verband hiermee heeft men een speciale pensioenregeling bedacht. In de pensioenregeling voor profvoetballers kan het overbruggingspensioen direct ingaan na beëindiging van de carrière. Dit overbruggingspensioen kan in veel gevallen redelijk snel worden uitgekeerd. De minimale looptijd is 1 maand en de maximale looptijd is 20 jaar. De toegestane looptijd is afhankelijk van het opgebouwde kapitaal van de voetballer in het pensioenfonds. Hierbij geldt: hoe minder er in de pot zit, hoe sneller het pensioen kan worden uitgekeerd. Als er € 1.993.246 of meer in fonds van de voetballer zit, is de minimale uitkeringsduur 120 maanden en maximaal 240 maanden.Inleg voor het pensioenfonds
Inleg in het pensioenfonds voor voetballers is niet vrijblijvend. Iedere contractspeler die verbonden is aan een Nederlandse club moet verplicht deelnemen aan het pensioenfonds. De verplichte inleg wordt iedere maand ingehouden op het salaris van de speler. De hoogte van de inleg is afhankelijk van de hoogte van het salaris. Hoe meer men verdient, hoe meer men moet inleggen. Bij een maandelijks inkomen tussen € 2.167 en € 3.467 is de inleg 15%. Bij een maandelijks inkomen tussen € 3.467 en € 4.767 is de inleg 20%. Bij een inkomen van meer dan € 4.767 bedraagt de inleg 30%, met een maximum van € 5.525 per maand (2018).Rekenvoorbeeld
Stel dat een voetballer op 22-jarige leeftijd zijn carrière start en direct een bruto jaarinkomen heeft van meer dan € 260.000. Door zijn inkomen valt hij in de hoogste categorie (meer dan € 21.667 per maand). Dit betekent dat hij 30% van zijn inkomen in het pensioenfonds moet storten, met een maximum van € 5.525 per maand. In dit voorbeeld moet hij dus iedere maand € 5.525 storten.
Stel dat onze voetballer op 35-jarige leeftijd stopt met voetballen. Bij een gemiddeld rendement van 4% per jaar zal er nu € 1.126.101 voor hem beschikbaar zijn om te gebruiken voor een overbruggingspensioen. Volgens de uitkeringstabel kan dit bedrag in minimaal 84 maanden (7 jaar) of maximaal 168 maanden (14 jaar) aan hem uitgekeerd worden. Indien hij kiest voor de langste uitkeringsduur zou hij € 6.703 per maand ontvangen (€ 1.126.101 gedeeld door 168 maanden). Tijdens de uitkeringsperiode heeft hij echter ook recht op rente over het deel dat in het pensioenfonds achterblijft. Bij een rente van 2% zal de maandelijkse uitkering op ruim € 7.700 bruto uitkomen. Op zich klinkt het best goed, maar het betekent wel een forse inkomensdaling voor de voetballer. Hiernaast houdt de uitkering op na 14 jaar. Dan is hij pas 49 jaar.
Stel dat een voetballer op 22-jarige leeftijd zijn carrière start en direct een bruto jaarinkomen heeft van meer dan € 260.000. Door zijn inkomen valt hij in de hoogste categorie (meer dan € 21.667 per maand). Dit betekent dat hij 30% van zijn inkomen in het pensioenfonds moet storten, met een maximum van € 5.525 per maand. In dit voorbeeld moet hij dus iedere maand € 5.525 storten.
Stel dat onze voetballer op 35-jarige leeftijd stopt met voetballen. Bij een gemiddeld rendement van 4% per jaar zal er nu € 1.126.101 voor hem beschikbaar zijn om te gebruiken voor een overbruggingspensioen. Volgens de uitkeringstabel kan dit bedrag in minimaal 84 maanden (7 jaar) of maximaal 168 maanden (14 jaar) aan hem uitgekeerd worden. Indien hij kiest voor de langste uitkeringsduur zou hij € 6.703 per maand ontvangen (€ 1.126.101 gedeeld door 168 maanden). Tijdens de uitkeringsperiode heeft hij echter ook recht op rente over het deel dat in het pensioenfonds achterblijft. Bij een rente van 2% zal de maandelijkse uitkering op ruim € 7.700 bruto uitkomen. Op zich klinkt het best goed, maar het betekent wel een forse inkomensdaling voor de voetballer. Hiernaast houdt de uitkering op na 14 jaar. Dan is hij pas 49 jaar.