AOW-leeftijd en ABP-pensioen
Nu de AOW versneld naar 67 gaat, vragen veel ambtenaren zich af of ze niet in problemen komen met hun APB-pensioen, vooral de mensen met een vroegpensioen.
AOW-leeftijd gefaseerd naar 67 jaar
De leeftijd waarop burgers recht hebben op een AOW-uitkering wordt vanaf 2013 versneld omhoog gebracht van 65 naar uiteindelijk 67 jaar. Die
verhoging van de AOW-leeftijd is nodig want door de
vergrijzing neemt het aantal uitkeringsgerechtigden toe terwijl daar in verhouding steeds minder werkenden tegenover staan die de AOW-uitkering moeten opbrengen.
Wat wordt bedoeld met het AOW-gat?
Door de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar kunnen mensen een of meer maanden zonder inkomen komen te zitten. We noemen dat effect het AOW-gat. Daarmee wordt dan de periode bedoeld die verstrijkt tussen het moment dat men 65 wordt en het moment dat men de eerste maal AOW krijgt uitbetaald.
Wie krijgen te maken met het AOW-gat?
Bij benadering 70.000 Nederlanders krijgen al in 2013 te maken met het AOW-gat. Feitelijk zou dat aantal nog veel groter zijn, maar velen van hen hebben nog een baan en zouden ervoor kunnen kiezen om nog wat
langer door te werken, vooropgesteld dat hun CAO dat toestaat. Want vaak gaan die collectieve arbeidsovereenkomsten nog uit van het traditionele ontslag op 65-jarige leeftijd.
En onder de mensen die in 2013 ook al te maken kunnen krijgen met het AOW-gat, behoren ook veel uitkeringsgerechtigden. Deze categorie zal weinig last ondervinden van de gefaseerde verhoging van de AOW-leeftijd omdat hun uitkering (
WW, WAO of WIA) blijft doorlopen tot het moment dat zij hun eerste AOW betaling ontvangen.
En tot slot is er de categorie die in een zogenaamde vroegpensioenregeling zit en die dus mogelijk zonder geld komt te zitten als hun bedrijfspensioen samen met de AOW doorschuift. Dat vroegpensioen stopt immers bij 65 en daarna ontvangt men enige tijd niets meer tot de AOW tot uitkering komt.
Wat betekent de verhoging van de AOW-leeftijd voor het ABP-pensioen?
Weliswaar staat de pensioenregeling van het ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) los van de AOW (uitvoering door de Sociale Verzekerings Bank), maar door het zogenaamde AOW-gat zou er ook voor pensioengerechtigden bij het ABP een probleem kunnen ontstaan. Of het daadwerkelijk zover gaat komen, staat overigens nog ter discussie.
Tussen vakbonden en werkgeversorganisaties vindt overleg plaats óf, en zo ja hoé, de voorgenomen verhoging van de AOW-leeftijd moet doorwerken in de ABP-pensioenregeling. Wel is men al overeengekomen dat de overbrugging in het kader van het
ABP-keuzepensioen langer zal doorlopen. Of die uitbreiding eveneens gaat gelden voor verzekerden met een FPU-uitkering (Functioneel Pensioen Uitkering) of een militair pensioen, moet nog bekeken worden.
Wat is ABP-keuzepensioen?
Pensioengerechtigden bij het ABP hadden al de mogelijkheid om zelf te kiezen wanneer ze hun pensioen wilden laten ingaan, mits die ingangsdatum lag tussen het 60e en 70e levensjaar. Verzekerden die nog niet in aanmerking kwamen voor een AOW-uitkering, konden op die manier het gemis aan inkomsten compenseren. Voorheen was dat tot hun 65e, maar inmiddels zijn vakbeweging en werkgevers overeengekomen om die mogelijkheid te continueren tot de nieuwe AOW-leeftijd. Uiteraard geldt dan wel dat de uitkeringsbedragen gedurende de rest van hun leven iets lager zullen zijn.
Lees verder