Schuldhulpverlening: aflossen van schulden
Er zijn steeds meer mensen in de schuldhulpverlening terecht gekomen als gevolg van de kredietcrisis. Bij schuldhulpverlening krijgt iemand de mogelijkheid om binnen drie jaar zijn schulden aflost. Iemand kan bij de rechtbank een verzoek indienen als deze buiten de eigen schuld om hoge schulden heeft opgelopen. De rechter kan een bewindvoerder aanwijzen, die helpt bij het aflossen van schulden.
Er is sinds de economische crisis van 2008 – ook bekend als de kredietcrisis - een stijgend aantal faillissementen uitgesproken. De rechter heeft de mogelijkheid een persoon – dat kan zowel een natuurlijk persoon als rechtspersoon zijn – niet meer de mogelijkheid heeft om zijn schulden te betalen. Vaak kunnen schuldeisers dan naar hun geld fluiten, omdat het bedrijf of de persoon in kwestie die niet meer kan voldoen. Dat is tenminste de situatie als een rechtspersoon failliet wordt verklaard, bijvoorbeeld een BV.
Schuldsaneringsregeling
Bij een natuurlijk persoon die failliet gaat gelden er andere regels. Deze kan niet ophouden te bestaan en kan in principe zijn levenslang met de schulden blijven zitten. De Wet Schuldsanering probeert deze mensen te helpen door middel van de schuldsaneringsregeling. Deze regeling is bestemd voor mensen die buiten hun eigen schuld om zwaar in de schulden zijn geraakt. Deze regeling duurt drie jaar en na drie jaar zouden mensen in principe geen schulden meer moeten hebben. De rechter is echter wel diegene die daar uiteindelijk over oordeelt. Het idee achter de regeling is dat iedereen een tweede kans verdient, zeker de personen die zelf niets of weinig er konden doen dat ze in een vervelende situatie terecht kwamen.
Toegelaten worden tot de schuldhulpverlening
Iemand kan tot de schuldsanering worden toegelaten door een verzoek in te dienen bij de rechtbank. Met dit verzoek moet een aantal verplichte bijlagen worden aangeleverd. De schuldenaar moet meestal ook op de zitting verschijnen, zodat de rechter hem kan vragen om een verdere toelichting of verdere uitwerking van de bijlagen. Er zijn verschillende voorwaarden waar een persoon aan moet voldoen om voor de schuldhulpverlening in aanmerking te komen. Die voorwaarden zijn dat iemand zijn schulden niet kan betalen; als de schulden in de laatste vijf jaar zijn ontstaan en iemand te goeder trouw heeft gehandeld; als iemand zich belooft te houden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldhulpverlening. Dat “te goeder trouw” wordt op een aantal manieren gecontroleerd. Iemand mag bijvoorbeeld zelf niet eigenhandig allemaal schulden zijn aangegaan. Ook mogen de schulden bijvoorbeeld niet door een gok- of drankverslaving zijn ontstaan.
Schuldhulpverlening in de praktijk
Wanneer de rechter het verzoek toewijst valt iemand onder een bewindvoerder. Deze heeft een vergelijkbare rol als een curator in het geval van een faillissement. De rechter-commissaris houdt op zijn beurt toezicht op de op de bewindvoerder. De bewindvoerder overlegt onder andere met de schuldeisers over de termijn waarbinnen de schuld wordt afgelost. Ook gaat de bewindvoerder door alle financiën en betaalt de rekeningen. Hij ontvangt ook de post van de persoon in de schuldhulpverlening, zodat hij in de gaten kan houden welke rekeningen er zijn, en zodat deze eventueel kan aflossen of een regeling kan treffen met de schuldeisers. De bewindvoerder stelt een bedrag beschikbaar aan de schuldenaar, zodat deze kan leven. Hij heeft ook een bevoegdheid om een ongecontroleerd huisbezoek te brengen, of bijvoorbeeld dure spullen van iemand te verkopen, zoals een auto of caravan, om de schulden af te lossen. De schuldeisers zijn gedwongen om mee te werken aan de regeling. Aan het einde van de drie jaar wordt de overige schuld omgezet in een natuurlijke verbintenis. Dat betekent dat de schulden blijven bestaan, maar dat de schuldeiser bijvoorbeeld geen beslag kan laten leggen op de spullen van de schuldenaar.