Hoe rentegevoelig zijn obligaties?
Obligaties zijn rentegevoelig. Wijzigt de marktrente gedurende de looptijd van een obligatie, dan werkt dat door in de koers van die obligatie. Hoewel dat algemeen als bekend mag worden verondersteld, wordt dit aspect vaak over het hoofd gezien in het voortdurende streven naar meer rendement. Ingrepen van centrale banken in de financiële markt, kunnen in dat verband veel wetmatigheden buiten werking stellen.
Beleggen in obligaties
Veel beleggers nemen vastrentende waarden als obligaties als een soort schokdemper in hun portefeuille op om sterke schommelingen op de aandelenmarkten op te vangen. De
rente levert, afhankelijk van de kredietwaardigheid van de emittent, bovendien regelmatig inkomen op.
Interventies centrale banken werken verstorend
Interventies van centrale banken in de markt kunnen veel wetmatigheden verstoren. Zo drukte de kwantitatieve versoepeling door de Amerikaanse Federal Reserve (FED) en de Europese Centrale Bank (ECB) de opbrengsten in de loop van 2015 in de rode cijfers. Eersteklas obligaties met middellange en lange looptijd, lieten op dat moment al een negatieve rente zien.
Vlucht in rommelobligaties of "junk bonds"
Beleggers die niet zoals verzekeringsmaatschappijen of pensioenfondsen gebonden zijn aan kwaliteitsrichtlijnen, wijken uit naar langlopende "rommelobligaties" of "junk bonds", risicovolle obligaties met een hoog rendement. Over heel de wereld hebben overheden en bedrijven meer en meer obligaties met langere looptijden en lagere coupons geplaatst, en daarbij hebben de meest kwetsbare landen en bedrijven zich het diepst in de
schulden gestoken. Deze emittenten vertegenwoordigen anno 2015 het grootste deel van de obligatiemarkt-indices. In marktgewogen portfolio's hebben deze stukken een onevenwichtig groot gewicht.
Langlopende obligaties met lage coupon reageren heftiger
In dat verband moet men zich realiseren dat langlopende obligaties van lage kwaliteit gevoeliger reageren op veranderingen in de rentetarieven. Beleggers moeten zich afvragen of ze wel kunnen leven met
dergelijke risico's op de obligatiemarkten. Dit geldt met name wanneer rekening wordt gehouden met de waarschijnlijkheid van een rentestijging. Dat scenario werd jarenlang bezworen en is nooit realiteit geworden. Door de Amerikaanse Federal Reserve in het vooruitzicht gestelde renteverhoging werd in april 2015 wederom uitgesteld. Maar veranderingen in de markt treden meestal dan op, als niemand nog erop rekent.
Het risico van rentewijziging
Behalve het kredietrisico (
kredietwaardigheid van de emittent) draagt de belegger bij het kopen van een obligatie ook het risico van rentewijzigingen. Is hij gedwongen om de obligaties vóór de einddatum te verkopen, dan is het mogelijk dat de actuele rente op de kapitaalmarkt zich niet meer op het niveau bevindt als ten tijde van de aankoop. Is bijvoorbeeld de rente tijdens het aanhouden van de obligatie gestegen van 2% tot 3%, dan is daarmee dus ook de basis voor waardering van de obligaties veranderd. De toekomstige kasstromen zijn niet veranderd: de belegger ontvangt nog steeds elk jaar de coupon van 2% van de nominale waarde. Maar dat wel afgezet tegen een actueel hogere rente van 3%. Daardoor daalt de prijs van de obligatie. Met andere woorden, de belegger lijdt koersverlies. In dat verband is het begrip "duration" van belang.
Duration: kengetal om te meten hoe rentegevoelig obligaties zijn
Om de rentegevoeligheid van obligaties te meten wordt in de praktijk het begrip "duration" gehanteerd. Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van een obligatie op veranderingen in de kapitaalmarktrente reageert. Hoe langer de looptijd van een obligatie en hoe lager de coupon, des te groter is de duration. Wanneer een lang verwachte rentestijging realiteit wordt, zouden veel beleggers wel eens onaangenaam verrast kunnen worden door de rentegevoeligheid van hun vastrentende portefeuille. Een stijging van slechts 1% van de marktrente kan al gepaard gaan met een gevoelig waardeverlies van de portefeuille. Wie als obligatiebelegger rustig wil slapen, doet er daarom goed aan om alvast de gemiddelde looptijd van zijn obligatieportefeuille terug te brengen.