Te hoge belastingheffing in box 3
De belastingheffing in box 3 lijkt laag,maar door inflatie en lage rendementen op het spaargeld kan de heffing toch een zware druk leggen op uw vermogen.
U moet rendement maken op uw vermogen om alleen al uw koopkracht in stand te houden. Jaarlijks kunt u door inflatie minder kopen voor uw geld. Tien jaar geleden kon u meer kopen voor tien euro dan dat u nu voor het bedrag kunt kopen. Een oplossing is om een hoog rendement op uw vermogen te realiseren. Over het algemeen geldt echter dat een hoog rendement ook grotere risico’s met zich mee brengt. Door te beleggen in bijvoorbeeld aandelen of goud, kunt u een hoger rendement behalen, maar u kunt ook tegen verliezen aanlopen, waardoor uw rendement zelfs negatief is. De Belastingdienst gaat er voor de belastingheffing vanuit dat u 4 procent rendement maakt.
Belastingheffing in box 3
Per 2001 is ons belastingstelsel ingrijpend gewijzigd. Voor de heffing over uw vermogen (waaronder geld, beleggingen en bepaalde bezittingen als een tweede huis) gaat de Belastingdienst uit van een verondersteld rendement van 4 procent. Over dit rendement moet u 30 procent belasting betalen. Per belastingplichtige geldt er een vrijstelling van afgerond €22.000. Over het meerdere moet u belasting gaan betalen. Hoeveel rendement u werkelijk hebt gemaakt, houdt de Belastingdienst geen rekening mee. Indien u een negatief rendement hebt gemaakt, verandert er niets aan de belastingheffing voor het betreffende jaar. In de heffing wordt gerekend met de hoogte van uw vermogen per 1 januari van het betreffende belastingjaar.
Voorbeeldberekening
Een gezin bestaat uit twee volwassenen en twee kinderen. Het gezin heeft een vermogen van €100.000. Tot 2012 gold er voor minderjarige kinderen ook een vrijstelling bij het bepalen van het heffingsgrondslag in box 3. Deze is vanaf belastingjaar 2012 vervallen. Het gezin heeft dus een vrijstelling van afgerond €44.000. Over de resterende €56.000 gaat de Fiscus uit van een rendement van: 4 procent van €56.000 = €2.240. De heffing over dit bedrag bedraagt: 30 procent van €2.240 = €672.
Waarom is de heffing in box 3 te hoog?
In 2011 en 2012 is de rente sterk verlaagd. Op een spaarrekening is een rendement van 4 procent onhaalbaar geworden. Ten onrechte blijft de Belastingdienst echter uitgaan van de te hoge rendement. Daarnaast speelt ook nog de hoogte van de inflatie mee. Doordat de spaarrente nauwelijks hoger is dan de inflatie, is de belastingheffing onredelijk zwaar. De enige manier om een dergelijk rendement te bereiken is door risico’s te gaan lopen.
Spaargeld investeren in de eigen woning
In 2012 gingen huiseigenaren hun spaargeld massaal gebruiken om de hypotheek gedeeltelijk mee af te betalen. Door de sterk gedaalde huizenprijzen, dreigden steeds meer hypotheekschulden de waarde van de huizen te overtreffen. Door de hypotheekschuld te verlagen waren de huiseigenaren beter bestand tegen de ontwikkelingen op de huizenmarkt.
Investeringen verrichten voor de peildatum
U kunt de heffing aan de vermogensrendementsheffing in box 3 enigszins beperken door grote investeringen te verrichten voor 1 januari (de peildatum). Op deze manier kunt u de belastingdruk iets verlagen. Een verlaging van uw kapitaal met €1.000, geeft u een besparing in belastingheffing van €12.