Belasting spaargeld 2019 omlaag?
Over uw spaargeld 2019 en uw vermogen betaalt u belasting, de vermogensrendementsheffing box 3. Maar die vermogensbelasting is vooral gebaseerd op een fictief rendement dat hoger kan zijn dan wat u werkelijk aan spaarrente op uw spaargeld ontvangt. Wat is die belasting op spaargeld in 2019? Hoe hoog is de vrijstelling en hoe kunt u in 2019 belastingvrij sparen? Voor sommigen gaat de belasting in 2019 omlaag, voor hogere vermogens en ouderen vaak niet.
Spaargeld betekent meestal belasting betalen in 2019
De brave burger die geld opzij zet en wat spaargeld opbouwt, wordt door de Belastingdienst beloond met een belastingheffing over het niet vrijgestelde vermogen in box 3, spaargeld en ander vermogen. Onder uw spaargeld valt ook uw tweede huis in box 3, aandelen of andere beleggingen of een erfenis. Het is niet zo dat de Belastingdienst bijhoudt hoeveel rente u op uw spaargeld ontvangt of hoeveel rendement u maakt, maar de Belastingdienst veronderstelt een fictief rendement tot 5,4%. Ook in een tijd dat de werkelijke rente op spaargeld veel lager is. Over dit fictieve rendement betaalt u 30% belasting, hoeveel dat wordt is afhankelijk van de hoogte van uw vermogen. In de periode 2012- 2017 betaalde u 1,2% over uw vermogen in box 3 met als peildatum 1 januari van het jaar. In 2019 zal dit variëren van 0 tot ruim 1,5%. De peildatum van 1 januari 2019 kan een voordeel zijn als u extra inkomen en vermogen krijgt in 2019, maar ook een nadeel als u vermogen verliest gedurende het jaar. Gelukkig zijn er ook een paar vrijstellingen.
Vrijstellingen belasting op spaargeld 2019
De pijn van de belastingheffing wordt iets verzacht doordat u niet over al uw spaargeld belasting betaalt, maar alleen over het deel dat uitkomt boven de vrijstellingen, het heffingvrij vermogen. Per persoon vanaf 18 jaar is dat € 30.360 euro, ongeacht uw leeftijd. Een echtpaar heeft dus een vrijstelling van in totaal 60.720 euro. Boven dit drempelbedrag betaalt u de vermogensrendementsheffing.
Hoe wordt het fictief rendement bepaald?
Het fictief rendement is een schatting van de regering van het gemiddelde rendement in Nederland. U kunt in de werkelijkheid meer of minder rendement hebben gemaakt in 2019, maar daar wordt niet opgelet. Verder veronderstelt de regering dat iemand met wat meer vermogen niet alleen spaart op een spaarrekening, maar vooral resultaat boekt door te beleggen op de effectenbeurs. Maakt u minder rendement dan dit gemiddelde, dan betaalt u teveel belasting. Dat lot treft vele ouderen die wel wat vermogen hebben maar dat geld nodig hebben om van te leven en die niet durven te beleggen.
Belastingvrij sparen
Wie minder vermogen heeft dan 30.360 euro, spaart belastingvrij in 2019. Al met al komt de Belastingdienst tot de volgende vier belastingschijven en tarieven in box 3 van de inkomstenbelasting:
Vermogensrendementsheffing op spaargeld en vermogen 2019 per persoon, de tarieven:
Schijf | Uw vermogen en spaartegoed | Belastingtarief | Vermogensrendementsheffing |
Schijf 1: | < 30.360 euro | 0% | 0% |
Schijf 2: | 30.361 tot 102.010 euro | 30% | 0,58% |
Schijf 3: | 102.010 tot 1.020.010 euro | 30% | 1,34% |
Schijf 4: | >1.020.011 euro | 30% | 1,68% |
Rekenvoorbeeld belastingheffing op spaargeld en vermogen
Stel u woont alleen, bent 45 jaar en hebt 50.000 euro aan spaargeld. Dan betaalt u in 2019 0,58% inkomstenbelasting over bijna 19.650 euro, ofwel 114 euro. Dat lijkt niet veel, maar dit is waarschijnlijk meer dan de rente die u bij sommige banken in een jaar op een spaarrekening krijgt. Anders gezegd, door de belastingheffing hebt u helemaal niets verdiend, sterker nog: u verliest aan koopkracht omdat er ook nog eens inflatie is. Of het moet zo zijn dat u hebt belegd en goede resultaten op de beurs hebt bereikt met beleggen.
Conclusie
De vermogensrendementsheffing bedraag in 2019 voor de meesten 0,58% (belastingschijf 2 in box 3), voor anderen kan de vermogensbelasting oplopen tot 1,68%, meer dan in 2018. De belasting op uw spaargeld en vermogen gaat omlaag als u weinig vermogen in box 3 hebt. In jaren van een stijgende spaarrente of stijgende beleggingsresultaten, kan de belasting op vermogen juist omhoog worden bijgesteld. Van een stijgende rente heeft dan iedereen last, van goede beleggingsresultaten op de beurs, vooral de grotere vermogens.
Lees verder
Reacties
Pietj de Vos, 19-06-2015
En pensioen da is dat geen sparen? kleine zelfstandige en vele anderen hebben zelf gespaard
voor hun pensioen Alleen zijn baas in eigen buik en kunnen beschikken hierover en laten dat
niet over aan een verzekering over, ik krijg bv iedere maand €700 van mijn kind en het uitgeleend geld
geef ik netjes op aan de belasting
Reactie infoteur, 23-08-2020
Beste Pietj de Vos,
Ook dat pensioensparen is sparen, maar valt waarschijnlijk in box 2 of box 1.
W. Kling, 23-06-2014
Over mijn spaargeld betaal ik 1,2 % boven de vrijstelling belasting. Rente die ik ontvang wordt opgeteld bij de verzamel inkomsten. Dat heeft invloed op de zorgpremie, want daar word ik ook op gekort. Volgens mij ook de arbeidskorting, dus minder en de algemene heffingskortingen ook. Dubbel betalen vind ik. Er is toch al belasting betaald over het spaargeld, waarom ook nog de rente naar de verzamelinkomsten plaatsen. Ik vind dat niet netjes.
Reactie infoteur, 09-05-2020
Beste W. Kling,
U betaalt dubbel, soms driedubbel (elk jaar weer), maar het is nog erger: niet uw rente wordt bij uw inkomen geteld, maar een fictief rendement op uw vermogen boven de vrijstelling. Als u 1,2% rente ontvangt op uw spaarrekening, betaalt u dus mogelijk 100% belasting over de ontvangen rente. Bij rente nul of negatief, is het allemaal nog erger. Bovendien gaat de inflatie er nog af.
H. Snijder, 12-10-2013
Geachte Info4mij,
Mijns inziens klopt het rekenvoorbeeld "belastingheffing op spaargeld en vermogen" niet. De vrijstelling is iets meer dan 21.000 euro. De heffing betreft dus 1,2% over ca. 29.000 euro, wat neerkomt op ca. 348 euro i.p.v. genoemde 265 euro.
Gaarne uw reactie,
met vriendelijke groet,
Harry Snijder
Reactie infoteur, 09-05-2020
Geachte H. Sneijder,
Dank voor het opmerken (is aangepast). Het juiste bedrag is 346 euro.