BTW, probaat middel bij tekorten
De Belasting Toegevoegde Waarde (BTW), ook wel aangeduid als omzetbelasting, is een zogenaamde verbruiksbelasting. In tijden van crisis verhogen EU-landen graag de BTW om gaten in de staatskas te dichten.
Hoe werkt de BTW?
De regelgeving met betrekking tot BTW is vrij ingewikkeld. Daarom leggen we het principe aan de hand van een eenvoudig voorbeeld uit:
- Ondernemer Jansen maakt in zijn bedrijf notebooks. Voor de materialen die hij daarvoor inkoopt, moet hij aan de staat belasting betalen. Dat is de zogenaamde BTW;
- De groothandel, die de notebooks aan de individuele bedrijven levert, betaalt ook omzetbelasting;
- Dat doet ook de PC-zaak of het warenhuis waar we notebooks van Jansen kopen;
- Ook wij, de kopers, moeten die belasting betalen, waardoor het notebook van Jansen steeds duurder wordt.
BTW terugvragen
In tegenstelling tot de ondernemer, de groothandel of de winkelier, die de omzetbelasting op deze notebooks van de belastingdienst terugkrijgen (dit heeft fiscale redenen) moeten de uiteindelijke kopers de BTW extra bovenop de werkelijke prijs betalen. Zij krijgen de BTW niet van de Belastingdienst terug.
De individuele winkelier, de groothandel en de ondernemer moeten echter zelf ook omzetbelasting betalen. Die wordt berekend op basis van de winst die zij maken met hun bedrijf.
BTW-percentages
Niet alleen deze notebooks, maar alle goederen die we dagelijks kopen en consumeren worden duurder door een bepaald percentage aan BTW. We kunnen trouwens op de kassabon aflezen hoe hoog die belasting is. Daarop zien we immers de afkorting "BTW".
In Nederland bedraagt de BTW op de meeste goederen op dit moment 19% van de netto prijs. Voor bepaalde producten, zoals boeken of levensmiddelen, bedraagt de BTW 6%. In het lenteakkoord van mei 2013 is afgesproken dat het hoge BTW-percentage in oktober 2013 wordt verhoogd van 19 naar 21%.
Naast de
loon- en inkomstenbelasting die elke werkende burger betalen moet, is de BTW een van de belangrijke bronnen van inkomsten van de staat. De hoogte van de BTW in de andere landen van de Europese Unie varieert van 15 tot 25 procent.
EU-staten gebruiken de eurocrisis voor belastingverhoging
De lidstaten van de Europese Unie hebben de voorbije crisisjaren veelvuldig aangegrepen om de belastingen te verhogen. De 27 lidstaten hebben zowel de verbruiksbelastingen als de ondernemersbelastingen gemiddeld genomen aanzienlijk verhoogd zoals het Europees statistisch bureau Eurostat heeft berekend.
Weliswaar bestaan er binnen de EU grote verschillen in de wijze van belastingheffing, maar de trend is duidelijk: de EU-landen hebben tijdens de
eurocrisis van de afgelopen twee jaar (2010 en 2011), bijna overal de lasten voor de burger verhoogd:
- Onder de 30% van het BBP bleven alleen Letland en Litouwen;
- De staten met de hoogste belastingdruk, gemeten aan het BBP, zijn Denemarken en Zweden met elk meer dan 45%;
- Voor deze landen, met een typisch model van de traditionele verzorgingsstaat, doet Nederland echter niet veel onder.
Belastingdruk EU hoger dan VS en Japan
Personele belastingen en belastingtarieven stijgen alsmaar verder, evenals de BTW. Vergeleken met de rest van de wereld kent de eurozone een uitzonderlijk hoge belastingdruk, volgens het rapport van Eurostat. Europese staatskassen haalden gemiddeld aan belastingen en heffingen een bedrag van meer dan 38% van het bruto binnenlands product (BBP) binnen van hun burgers. Die waarde is maar liefst 40% (!) hoger dan in de VS en Japan.