Fiscaal partner, een keuze of een verplichting?
Uitgangspunt van de belastingwetgeving is dat ieder belast gaat worden voor zijn eigen inkomen. Fiscale partners hebben het voordeel dat ze met aftrekposten kunnen schuiven.
Bij het invullen van de jaarlijkse aangifte is het de truc om de aangifte zo in te vullen dat u de waarheid niet verdraaid, maar dat u voor uzelf wel de best mogelijke uitkomst uit de uitgifte krijgt. Iedereen betaalt het liefst zo weinig mogelijk belasting, en krijgt bij de definitieve aangifte over een belastingjaar zoveel mogelijk belastinggeld terug. Met bepaalde aftrekposten kunnen fiscale partners schuiven. Een voordeel kan worden behaald als één van de partners met de inkomsten in een hogere belastingschijf zit.
Wanneer is er sprake van fiscale partners?
In het verleden konden partners onder voorwaarden kiezen om wel of niet als fiscaal partners gezien te worden. Tegenwoordig is vastgelegd wanneer is sprake is van een fiscaal partnerschap. Gehuwden en geregistreerde partners zijn fiscaal partners van elkaar. Ongehuwd samenwonenden worden als fiscaal partner aangemerkt als ze op hetzelfde adres zijn ingeschreven bij de gemeente. Daarnaast moet aan één van de volgende voorwaarden worden voldaan:
- De partners hebben samen een kind
- Er is een notarieel samenlevingscontract opgesteld
- Eén van de partners heeft een kind die door de ander is erkend
- Bij het pensioenfonds is de partner toegevoegd
- Beide eigenaar van het huis (hoofdverblijf)
Schuiven met aftrekposten
De fiscaal partners mogen alleen schuiven met de aftrekposten indien ze het gehele jaar aangemerkt worden als fiscaal partners. Als er slechts een deel van het jaar sprake is van fiscaal partnerschap, moeten de partners uitdrukkelijk verzoeken om aangezien te worden als fiscaal partners voor het gehele jaar. Dit is slechts mogelijk met één partner over het betreffende jaar.
Hoe zijn de belastingschijven voor de inkomstenbelasting ingedeeld?
De hoogte van de inkomstenbelasting dat voldaan moet worden over de bruto inkomsten, is afhankelijk van de hoogte van het bedrag aan inkomen. De belastingheffing is namelijk progressief. Dit houdt in dat de belastingdruk hoger wordt, naarmate het inkomen hoger is. Over het laagste deel van het inkomen, moet u 33 procent heffing betalen. Bij een inkomen hoger dan (afgerond) € 56.000, zal het meerdere belast gaan worden tegen 52 procent. Het is dus aantrekkelijk om aftrekposten toe te bedelen aan de partner met het hoogste inkomen. Een bedrag aftrekken tegen 52 of 33 procent, maakt een groot verschil in de teruggave.
Welke aftrekposten kunnen er verdeeld worden?
Uitgangspunt blijft dat ieder belast gaat worden voor hun eigen inkomsten, maar bij bepaalde kosten is het lastig toe te bedelen. Om de regeling eenvoudig te houden is er voor gekozen om onderstaande kosten zelf onderling te mogen verdelen. Uiteraard gaan belastingplichtigen hier creatief mee om. Ze proberen de meest gunstige spreiding aan te houden.
Kosten die onderling toegerekend kunnen worden aan de partners zijn:
- De belastbare inkomsten uit de gezamenlijke eigen woning
- Persoonsgebonden aftrek (bijvoorbeeld levensonderhoud van de kinderen en aftrekbare giften)
- Inkomsten uit aanmerkelijk belang (box twee)
- Het gezamenlijk vermogen dat onder de heffing van box drie valt (= sparen en beleggen)
- Te verrekenen dividend belasting