Persoonsgebonden aftrek en negatieve persoonsgebonden aftrek
In het verleden was het invullen van de jaarlijkse aangifte een heugelijk moment. Er waren veel aftrekposten om de portemonnee extra mee te spekken. Die tijden liggen achter ons. Er zijn nog steeds aftrekposten, maar ze zijn flink gesnoeid.
In ons huidig belastingstelsel zijn er aftrekposten die vastzitten in één van de boxen. De uitgaven voor inkomstenvoorziening (lijfrentepremie) zit bijvoorbeeld vast in box 1. De persoonsgebonden aftrek is een verzameling van aftrekposten die niet aan één box gekoppeld zijn, maar aan alle boxen. Er wordt wel een vaste volgorde aangehouden. De aftrekposten moet u eerst verrekenen met de inkomsten in box 1 (inkomen en eigen woning), volgens in box 3 (uw vermogen) en als er dan nog steeds aftrekposten over zijn valt de rest eventueel in box 2 (aanmerkelijk belang). Wat onder persoonsgebonden aftrek en negatieve persoonsgebonden aftrek wordt verstaan, zullen wij u nader toelichten.
Persoonsgebonden aftrek
Het persoonsgebonden aftrek is een optelsom van persoonsgebonden aftrekposten in het betreffende belastingjaar en persoonsgebonden aftrekposten van voorgaande jaren die niet eerder in aftrek zijn gebracht. Welke aftrekposten onder deze noemer vallen zijn:
- Uitgaven voor levensonderhoud van kinderen jonger dan 21 jaar
- Betaalde alimentatie en andere onderhoudsverplichtingen
- Uitgaven voor specifieke zorgkosten
- Scholingsuitgaven en studiekosten
- Giften
- Kosten van monumentenpanden
- Kwijtschelding durfkapitaal op vóór 1 januari 2011 verstrekte leningen
- Uitgaven weekendbezoek van ernstig gehandicapte kind (ouder dan 26 jaar)
Met name de eerste vier aftrekposten zullen vaak voorkomen en worden hieronder kort besproken. In de uitwerking is uitgegaan van de regeling zoals deze bestond in het belastingjaar 2012.
Negatieve persoonsgebonden aftrek
Het kan gebeuren dat u onterecht een bepaalde aftrekpost in rekening hebt gebracht in voorgaande aangiftes. Dit kunt u herstellen door een negatieve persoonsgebonden aftrek op te voeren. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan een deel van de betaalde alimentatie dat u terug hebt ontvangen omdat er teveel uitbetaald was.
Uitgaven voor levensonderhoud van kinderen jonger dan 21 jaar
Deze aftrekpost hebt u recht op als u een kind onderhoudt die nog geen 21 jaar oud is, waarvoor u geen recht hebt op kinderbijslag en het kind ook geen recht heeft op studiefinanciering. Tot 1 januari 2012 waren deze kosten aftrekbaar tot een leeftijd van het kind van 30 jaar. Uw kosten van het levensonderhoud moet minimaal € 408 per kwartaal bedragen (2012).
Betaalde alimentatie en andere onderhoudsverplichtingen
De aftrekpost bestaat uit partneralimentatie, maar ook afkoopsommen om de alimentatie in één keer af te kopen vallen onder deze aftrekpost. Het moet wel gaan om vorderingen die in rechte vorderbaar zijn of die voortvloeien uit een dringende morele verplichting om in het levensonderhoud te voorzien.
Uitgaven voor specifieke zorgkosten
Belastingplichtigen met hoge medische kosten kunnen recht hebben op een extra aftrekpost. Het moet wel gaan om aanzienlijke kosten die u zelf moet dragen, anders komt u niet boven het drempelbedrag uit. Uitgaande van de regeling in 2012 geldt er een minimale drempel van €125. Voor belastingplichtigen met een drempelinkomen tot € 39.618, geldt als drempelbedrag 1,65 procent van het drempelinkomen.
Scholingsuitgaven en studiekosten
Kosten die u maakt voor scholing ter behoud van uw huidige baan of ter verbetering van uw financieel-economische positie zijn aftrekbaar. In 2012 bedroeg het drempelbedrag €250. De kosten moeten rechtstreeks betrekking hebben op de opleiding. Uitgaven voor vakliteratuur vallen er bijvoorbeeld niet onder.