AOW leeftijd omhoog: wat gebeurt er met aanvullend pensioen?
Nu de AOW leeftijd verhoogd is naar 67 jaar en zelfs naar bijna 68 jaar (in fasen dat wel) betekent dit ook dat de aanvullende pensioenen die werknemers en werkgevers samen betalen veranderingen ondergaan. Maar wat gebeurt er nu precies als de AOW leeftijd omhoog gaat met het aanvullende pensioen? Daarbij ontstaat vaak een gat en dat maakt dat veel mensen met argusogen naar hun eigen pensionering kijken of weten dat ze niet gewoon met 65 jaar kunnen stoppen met werken.
Recht op aanvullend pensioen, maar nog (niet) op AOW
Een aanvullend pensioen zorgt samen met de gewone AOW voor de oudedagsvoorziening van mensen van 65 jaar en ouder. Althans dat was altijd zo. Met beide regelingen konden mensen vaak redelijk prettig hun dagen slijten. Nu de leeftijd van de Algemene Ouderen Wet is opgetrokken naar bijna 68 jaar komt ook dat stelsel van het aanvullende pensioen op de helling. Tot nu toe werd namelijk uitgegaan van een pensioenleeftijd van 65 jaar. De AOW gaat nu pas in als iemand 67 of 66 is, maar hoe zit het dan met de aanvullende pensioenverzekering?
Pensioenregeling kan gewoon ingaan op 65 jaar – maar dan is er een pensioengat omdat de AOW ontbreekt
De meeste pensioenregelingen gaan uit van mensen die er gebruik van maken op 65-jarige leeftijd, omdat dit tot 2009 ook altijd het geval was. Aan die opgebouwde rechten valt dan ook niet te tornen. Ook blijft het mogelijk om zelfs gebruik te maken van dat aanvullende pensioen als iemand 65 jaar is geworden – ook als de AOW pas ingaat als iemand 67 jaar wordt. Maar dan heeft iemand wel een behoorlijk gat te verstouwen, want een AOW uitkering is er dan vanzelfsprekend niet en dan blijft dus alleen de aanvullende pensioenregeling. Mensen die een jaar doorwerken tot hun 66e jaar, kunnen dat gat voor een groot deel compenseren. Wie langer doorwerkt dan 65 jaar, bouwt namelijk dan ook meer pensioen op en dat is per jaar ongeveer 8 procent. Wie al op 65 jaar stopt, loopt meer geld dus mis.
Fiscale aftrek pensioenpremies worden beperkt
Overigens kan de overheid pensioencontracten die lopen tot iemand 65 jaar is niet zomaar van de tafel vegen. Werkgevers en werknemers betalen namelijk samen voor dit deel van een oudedagvoorziening en de overheid staat daar in principe buiten. Tenzij de regering daar - net als in 2005 allerlei belastingmaatregelen - aan koppelt. Dit is ook al eerder met de vut en het prepensioen gebeurd. Er werden toen zoveel maatregelen getroffen dat het voor mensen onaantrekkelijk werd om eerder te stoppen met werken. De overheid heeft ook nu al maatregelen in die richting genomen. Vanaf 2020 wordt namelijk de fiscale aftrek van pensioenpremies beperkt.
Lijfrente of koopsompolis
Een pensioen regelen kan ook via een verzekeraar in de vorm van een lijfrente of koopsompolis. Iemand die dat nu al heeft geregeld kan gebruik maken van de rechten die golden. Toch pakt ook de overheid hen aan: ook voor hen zijn belastingmaatregelen in de maak die het eerder stoppen met werken onaantrekkelijk maakt.