Eigen risico in de basisverzekering ter discussie
In het zorgstelsel zoals we dat sinds 2008 kennen, is sprake van een basisverzekering met een eigen risico. De eerste zorgkosten, de kosten van een bezoek bij de huisarts uitgezonderd, moeten verzekerden zelf dragen via dat eigen risico. Dat eigen risico kende sinds de invoering van het nieuwe zorgstelsel jaar na jaar een fikse stijging. Bedroeg het in 2008 nog “maar” 150 euro, in 2016 was het al toegenomen tot 385 euro. En er gaan in de politiek stemmen op om het eigen risico naar 500 euro te brengen. Velen zien het eigen risico dan ook als een verkapte premieverhoging. Als “remgeld” voldoet het volstrekt niet. Medio 2016 ontstond er een initiatief dat basiszorg voor iedereen bepleit, zonder eigen risico.
Eigen risico verantwoordelijk voor het mijden van zorg
Huisartsen ervaren het geregeld in hun praktijk dat mensen zorg mijden omdat ze het eigen risico niet kunnen opbrengen. Er zijn complete gezinnen die niet meer bij de tandarts komen om noodzakelijke behandelingen aan hun gebit te laten uitvoeren. Niet zelden zitten dergelijke huishoudens al in de
schuldsanering en kan men zich de extra kosten voor medische behandelingen niet meer permitteren. Uiteindelijk komen deze mensen, vaak met nóg ernstiger problemen, alsnog in de zorg terecht. Er is dus sprake van een averechtse werking want de zorgkosten moeten uiteindelijk toch betaald worden. En als we de berichtgeving in de media mogen geloven, zijn de alsmaar aanhoudende bezuinigingen in de geestelijke gezondheidszorg en het mijden van zorg, ook mede verantwoordelijk voor de schrikbarende toename van “verwarde mensen”.
Invoering nieuw zorgstelsel onder de naam Nationaal Zorgfonds bepleit
Door de SP werden in 2016 initiatieven gepresenteerd om te komen tot een nieuw zorgstelsel onder de naam Nationaal Zorgfonds, een zorgstelsel zonder eigen risico. De plannen voor een dergelijk zorgstelsel kregen meteen brede maatschappelijke steun, ook van kringen buiten de SP. Het Nationaal Zorgfonds kent, net als in het voormalige ziekenfonds, basiszorg voor iedereen, inclusief tandzorg, fysiotherapie en geestelijke gezondheidszorg.
De financiering van zo'n nieuw zorgstelsel
De kosten voor afschaffing van het eigen risico, geraamd op 3 miljard euro, wil men terugverdienen door één nationaal zorgfonds in te stellen in plaats van de huidige zorgverzekeraars:
- daarmee zou een eind komen aan het zinloos rondpompen van gelden in de zorg: zorgtoeslagen, bijzondere bijstand van de gemeenten, en ook aan de geldverslindende administratie voor het bepalen van de eigen bijdrage CAK, etcetera;
- bovendien denken de initiatiefnemers vele miljoenen te kunnen besparen op de prijzen van medicijnen. De farmaceutische industrie onderhandelt straks immers nog maar met één partij;
- ook de contacten met zorgverleners voor het inkopen van de noodzakelijke zorg, kunnen in een dergelijke opzet met minder partijen veel efficiënter verlopen.
"Marktwerking, in de autobranche maar niet in de zorg"
Voor 2008 was er een ziekenfonds dat prima werkte. Er waren ook "particulier verzekerden", maar het overgrote deel was fondspatiënt. Huisartsen ontvingen voor die patiënten jaarlijks een bepaalde vergoeding. Particulier verzekerden, waaronder veel ambtenaren, betaalden hun rekening zelf en declareerden die vervolgens bij hun veelal collectieve verzekering (denk aan IZA-regelingen: Instituut Ziektekostenverzekering Ambtenaren).
Streven naar laagdrempelige zorg dicht bij huis
Huisartsen en wijkverpleegkundigen, indien nodig met verwijzing naar een specialist, stonden garant voor laagdrempelige zorg dicht bij huis, en dat alles zonder eigen risico voor de patiënt. Een systeem dat prima functioneerde, tot het moment dat de marktwerking zijn intrede deed in de zorg. Een systeem dat volgens sommigen volledig is doorgeschoten, met een groot waterhoofd aan bureaucratie, management en administratie. Het voegt naar hun mening niets toe en genereert alleen maar kosten die niet aan gezondheid en zorg worden besteed.
Goede en betaalbare zorg hoeft niet duur te zijn
Begin 2016 startte een landelijke campagne om meer ruchtbaarheid te geven aan de mogelijke instelling van een nationaal zorgfonds. De privatisering van ons zorgstelsel leidde immers niet tot een goedkoper en beter stelsel, maar tot geldverkwisting en een kostenstijging voor burgers die zorg nodig hebben. Er is sprake van een verplichte verzekering, maar duizenden mensen zijn niet bij machte om de premie te betalen. Men blijft dan weliswaar verzekerd, maar wordt beboet en er wordt een
incassobureau ingeschakeld. De plannen voor instelling van één Nationaal Zorgfonds ondervonden in 2016 brede maatschappelijke steun.
Zorgstelsel zonder winstoogmerk en marktwerking
Het streven is om te komen tot één verplichte zorgverzekering voor alle burgers, zonder winstoogmerk en marktwerking én, essentieel, ook zonder eigen risico. Omdat een dergelijk stelsel de intentie heeft om de volledige zorgpremie te besteden aan de zorg, en niet langer aan overbodige papierwinkel, management, reclame en overhead, hoeft een dergelijk systeem niet duurder uit te vallen, integendeel.
Sterk punt: vrije artsenkeuze
En nóg een belangrijk pluspunt van het Nationaal Zorgfonds: iedereen wordt weer de vrijheid gegeven om een eigen arts en ziekenhuis te kiezen, een keuzemogelijkheid die door zorgverzekeraars anno 2016 aanzienlijk beknot is.