Broodfonds: eigen AOV voor zelfstandigen

Een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandig ondernemers is duur. Maar wie zelfstandig is en ziek wordt of een ongeluk krijgt, heeft vaak geen inkomsten meer. Het Broodfonds brengt in dat soort gevallen uitkomst. Maar het Broodfonds heeft wel een aantal specifieke kenmerken die een AOV niet heeft.

Een miljoen zelfstandig ondernemers in Nederland

In Nederland verdienen zo’n miljoen zelfstandig ondernemer hun brood met hun eigen nering. Dat aantal groeit nog steeds. Van hen is maar een derde deel tegen arbeidsongeschiktheid verzekerd. Dit komt omdat de premies voor dit soort verzekeringen torenhoog zijn. Wie bovendien aangeeft al eerder ergens last van te hebben gehad, kan rekenen op uitsluiting van die aandoening. Bovendien wordt die premie per jaar ook steeds hoger. Mensen van boven de 55 jaar moeten exorbitant hoge rekeningen per maand betalen.

Het Broodfonds

In 2006 ontstond het initiatief van het broodfonds. Het uitgangspunt daarvan was om de kwetsbaarheid van de ondernemer op te vangen, maar wel tegen een betaalbare premie. Vanaf 2010 kwamen er steeds meer Broodfondsen.

Hoe ziet een broodfonds eruit?

• Een Broodfonds is op te richten vanaf 20 leden en kan maximaal 50 deelnemers tellen.
• ZZP-ers die minimaal een jaar hebben gewerkt, moeten hun hoofdinkomen uit het bedrijf halen.
• De deelnemers storten maandelijks geld op een rekening. Dit bedrag hangt af van het inkomen dat iemand bij ziekte wil ontvangen. Op de website van Het Broodfonds worden deze bedragen aangehouden, maar die kunnen verschillen per fonds: Wie 45 euro betaalt per maand, krijgt 1000 euro bij ziekte, wie 67,50 per maand betaalt, krijgt 1500 euro en wie 90 euro betaalt, krijgt tweeduizend euro per maand uitgekeerd bij ziekte.
• Er wordt een eerste inleg gevraagd van 275 euro.
• Per maand betalen de deelnemers ook nog 10 euro contributie.
• De kring van ondernemers spaart elke maand geld om dat uit te kunnen keren als iemand ziek wordt.
• De uitkering is er voor maximaal 24 maanden.
• Wie niet langer mee wil doen aan het Broodfonds kan zijn spaartegoed weer meenemen.

Persoonlijke band

De eigen verzekering doet overigens meer dan alleen geld inleggen en het weer uitkeren. Omdat er maar maximaal 50 mensen aan meedoen, moet de band tussen de ondernemers persoonlijk blijven en is er sociale controle. Dat verschilt enorm van de anonimiteit waar mensen in terecht komen als ze bij een grote verzekeraar zijn aangesloten. Daar is ook geen peil te trekken op waar in belegd wordt en waar het geld allemaal naar toe gaat. Omdat de aangesloten leden allemaal in hetzelfde schuitje zitten, weten ze ook waar hun geld naartoe gaat als een ander ziek wordt. Het is overigens aan het bestuur van zo’n Broodfonds om te kijken of mensen niet zomaar gebruik maken van het Broodfonds. In de regels is bovendien vastgelegd dat de schenking maximaal twee jaar kan duren. Het bestuur dat door de leden zelf is gekozen, kan bovendien iemand uit het fonds zetten. Om er voor te zorgen dat mensen ook op persoonlijk vlak contact met elkaar houden is er twee keer per jaar een bijeenkomst.

Ook als overbrugging: lagere premie AOV

Het Broodfonds kan overigens ook worden gebruikt als overbruggingsperiode van twee jaar voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Iemand die namelijk zo’n AOV heeft en een eigen risico periode van twee jaar afspreekt, betaalt fors lagere premies.

Laag ziekteverzuim

Uit de ervaringen van de bestaande Broodfondsen is inmiddels wel gebleken dat het ziekteverzuim onder de aangesloten leden erg laag is.

Feiten over het Broodfonds

1. Er zijn in 2013 al 22 Broodfondsen in Nederland. Het eerste werd in 2006 opgericht, daarna volgden diverse anderen. Ze dragen allemaal bijzondere namen als Casino, Broodgenoten, Soepfonds, Nood & Brood, Zangzaad en Call for Action. Landelijk waren er in 2013 nog 15 fondsen in oprichting.
2. Een Broodfonds dat uit verschillende beroepsgroepen is samengesteld is qua risicospreiding het best. Het hoeft echter niet en ook ZZP-ers uit één sector kunnen een fonds oprichten. Bij risicovolle beroepen als beveiligers of bouwvakkers kunnen afspraken worden gemaakt over het volgen van veiligheidscodes en relevante cursussen. Dit om de kans op ongevallen te verkleinen.
3. Het aantal mensen dat een arbeidsongeschiktheidsverzekering neemt is vanaf 2012 alleen maar kleiner geworden. In 2011 had nog 38 procent zo’n verzekering, in 2012 was dat gedaald naar 33 procent. Overigens zijn er ook steeds minder mensen die geld opzij leggen voor hun pensioen.