Worden ZZP-ers de armen van de toekomst?
Een ZZP-er kan immers niet meedoen aan een normale pensioenregeling. En alleen een AOW-uitkering is natuurlijk veel te weinig! Leidt dat tot een armoedige toekomst? Is een ZZP-er een Zelfstandige Zonder Pensioen?
Wat kunt u dan zelf doen met fiscaal voordeel?
De traditionele oplossingen zijn polissen of boekhoudkundige reserves. Bij de
(Fiscale) Oudedags Reserve mag men een deel van de winst aftrekbaar maken en reserveren voor later. Daarmee bereikt men uitstel van belasting, maar geen afstel. Want later moet alsnog belasting worden betaald in box 1. Het geld blijft dan wel in de onderneming en is dus beschikbaar voor investeringen.
Lijfrentepolis
Bij een lijfrentepolis wordt het geld wel uit de onderneming gehaald en gestort bij een verzekeraar. Dat kan op basis van een eenmalige koopsom. Als dat vaker gebeurt, heeft men meerdere koopsompolissen. Of men kan structureel een premie per maand of per jaar betalen. Verzekeraars beloven dan een bepaald rendement en een aandeel in de winst. Of ze beleggen de premie (koopsom) voor de klant in beleggingsfondsen. De laatse jaren is echter gebleken dat de beleggingsresultaten tegenvielen en dat door verzekeraars ingehouden kosten onverwacht hoog bleken te zijn. Daar komt de term woekerpolissen om de hoek.
De Belastingdienst heeft de spelregels voor belastingaftrek telkens weer gewijzigd, waardoor polissen geregeld aangepast moesten worden. Het basisprincipe is echter gebleven:
uitstel van belasting in box 1. Als er
verschil is tussen de belastingpercentages in de werkzame periode en in de periode erna, is er sprake van fiscaal voordeel. De meeste mensen betalen vóór hun AOW-leeftijd 40 of 52 % inkomstenbelasting in box 1. En na hun AOW-leeftijd slechts 18 of 22 %.
Bancaire lijfrente
De meest
moderne oplossing is een bancaire lijfrente. Dat is een geblokkeerde lijfrentebankrekening. Bij een bank dus, in plaats van bij een verzekeraar. De inleg is is flexibel, want men bepaalt zelf wanneer en hoeveel men spaart. Tot de fiscale grens qua jaarruimte. Dan geniet men van fiscaal voordeel in box 1: meestal 52 of 40 %.
Het saldo wordt tijdens de looptijd niet belast in box 3. De uitkeringen worden later wel belast in box 1, maar vaak tegen een lager percentage: meestal 18 of 22 %. Dat is dus sparen of beleggen met
fiscaal voordeel.
Sparen met fiscaal voordeel
Als men kiest voor sparen, zijn er geen (verborgen) kosten. De rentevergoeding kan variabel zijn of vast gezet worden voor meerdere jaren (deposito). Bovendien geldt voor zo'n spaarrekening het
depositogarantiestelsel, waarbij de overheid € 100.000 garandeert. Ook als men kiest voor de variabele rentevergoeding.
Wie toch wil
beleggen op zo'n geblokkeerde bankrekening, moet natuurlijk wel rekening houden met in te houden kosten en wisselende beleggingsresultaten. Bij beleggen is het depositogarantiestelsel ook niet van toepassing.
Hoeveel sparen voor een goed pensioen?
Dat is afhankelijk van uw persoonlijke situatie.
Fiscaal optimaal is een pensioeninkomen dat nèt niet in de 40 %-schijf valt, dus minder dan 33.000. Daardoor is het te betalen belastingpercentage maximaal 22 %. Als er geen pensioen is opgebouwd als werknemer, maar wel recht op AOW, is een lijfrentekapitaal nodig van ongeveer 500.000, om aan een totaal pensioeninkomen van 33.000 te komen. Dat is een flink bedrag! Hoe eerder u begint met sparen, hoe minder u hoeft in te leggen.
Een andere invalshoek is onderzoeken
hoeveel inkomen nodig is om een plezierig leven te houden. Daarbij moet men rekening houden met onder andere de vaste lasten. Bijvoorbeeld van de hypotheek. Als er polissen afgesloten zijn om de hypotheek niet geheel, maar slechts gedeeltelijk af te lossen, is er immers sprake van een restschuld.
Laat u goed informeren en adviseren, vooral over de samenhang met uw hypotheek en bijbehorende levensverzekeringen.
Lees verder