Het depositogarantiestelsel: een verzekering voor spaargeld

De geschiedenis
In 1978 is de Collectieve Garantie Regeling opgericht. Deze regeling is door een collectief van banken zelf opgericht en garandeerde het spaargeld van consumenten tot 20.000 euro. Per 1 januari 2007 is de Collectieve Garantie Regeling vervangen door het depositogarantiestelsel, dit in het kader van de introductie van de Wet op het Financieel Toezicht (WFT). In plaats van 20.000 euro werd het spaargeld tot 40.000 euro gegarandeerd. Van deze 40.000 euro werd de eerste 20.000 euro volledig vergoed. Over het bedrag tussen de 20.000 euro en 40.000 euro werd 90% vergoed, waardoor de totale garantie uitkwam op 38.000 euro. De bedoeling van het stelsel is dat consumenten enigszins beschermd worden tegen een financiële crisis en een eventueel faillissement van een bank. Anderzijds biedt het stelsel een bepaalde zekerheid aan consumenten, waardoor zij hun spaargelden niet zomaar, bijvoorbeeld uit angst of bij een slecht bericht over hun bank, zullen weghalen. Het risico op een zogenoemde bankrun (waarbij consumenten in korte tijd massaal hun spaargeld bij de bank opnemen zodat de bank haar liquiditeiten verliest en niet aan haar kortlopende verplichtingen kan voldoen) wordt hiermee gereduceerd.De verhoging in 2008
In oktober 2008 maakte de overheid bekend dat het depositogarantiestelsel wordt verhoogd naar 100.000 euro. De verhoging is het gevolg van de onzekere financiële tijden en het oude garantiebedrag ad. 38.000 euro dat onvoldoende zekerheid en stabiliteit bood. De reden voor de aanpassing was tweeledig.Verhoging van het garantiestelsel in andere Europese landen
In Europa verhoogde Ierland het gegarandeerde bedrag voor spaarders naar 100.000 euro. Buurland Engeland ondervond hier direct de consequenties van: veel Engelse consumenten brachten de opgebouwde spaargelden onder bij Ierse banken om gebruik te maken van het garantiestelsel. Later beloofde Frankrijk een volledige garantie af te geven voor de spaargelden die bij Franse banken waren ondergebracht en gaf Duitsland een soortgelijk commitment af. Vooral Nederlandse banken met kantoren in andere Europese landen (die het garantiebedrag verhoogd hadden), kregen te maken met een sterke afname van de spaargelden. Consumenten kozen er steeds vaker voor om de spaargelden te verschuiven naar banken die onder een hogere garantieregeling vielen.
Afname van het vertrouwen
Ook begon het vertrouwen in de bancaire sector sterk af te nemen naar aanleiding van de financiële crisis die zich ook in Europa uitbreidde. In Amerika gingen grote banken failliet. De angst dat dit ook in Nederland kon gebeuren leidde tot het opnemen van spaargelden. Na negatieve berichten over een aantal Nederlandse grootbanken namen de liquiditeiten bij deze banken sterk af.
In eerste instantie wilde de overheid de garantie verhogen naar 50.000 euro, dit omdat de garantieregeling in eerste instantie is bedoeld voor de kleine particuliere spaarder en 100.000 euro niet werd gezien als een klein spaarbedrag. Daarnaast werd met een gegarandeerd bedrag van 50.000 euro maar liefst 87% van de particuliere spaarders veilig gesteld. Om de regeling echter gelijk te trekken met andere Europese landen is er uiteindelijk voor gekozen om het garantiebedrag te verhogen naar 100.000 euro.
Beroep doen op het depositogarantiestelsel
Het depositogarantiestelsel is bedoeld voor particulieren en kleine ondernemingen.Ondernemingen
Een kleine onderneming die een verkorte balans mag voeren valt onder het depositogarantiestelsel. Een onderneming mag een verkorte balans voeren als aan twee van de volgende drie voorwaarden wordt voldaan:
[OLIST]De activa bedragen maximaal 4,4 miljoen euro
De netto omzet bedraagt maximaal 8,8 miljoen euro
Er werken maximaal 50 FTE binnen de onderneming[/OLIST]
Vanaf 1 juli 2015 zal dit criterium komen te vervallen en zullen ook grote ondernemingen gebruik kunnen maken van het depositogarantiestelsel.
Voor ondernemingen geldt een uitzondering voor eenmanszaken. Een eenmanszaak wordt niet gezien als een zakelijke entiteit omdat er maar één bestuurder is (een privé persoon). Het spaargeld van een eenmanszaak valt onder de garantieregeling voor particulieren. Wanneer een eigenaar van een eenmanszaak 70.000 euro aan spaargeld in privé heeft en 50.000 euro aan spaargeld op de eenmanszaak heeft ondergebracht, bedraagt het maximale garantiebedrag geen 120.000 euro maar 100.000 euro.
Particulieren
Het garantiebedrag ad. 100.000 euro geldt per rekeninghouder per bank. Er kan dus bij verschillende banken een rekening worden geopend waarbij het bedrag tot 100.000 euro is gegarandeerd. Opvallend hierbij is de Rabobank, waarbij elke lokale bank als een aparte financiële instelling wordt gezien. In feite is bij elke lokale Rabobank een bedrag ad 100.000 euro gegarandeerd. Over het algemeen zullen banken niet erg happig zijn om gebruikt te worden als "benutting van het depositogarantiestelsel". Een bank streeft over het algemeen naar rendabele totaalrelaties en zullen een spaarrekening waar alleen eenmalig 100.000 euro op wordt gestort niet altijd accepteren.
Wanneer twee personen samen een en/of rekening hebben, is een bedrag van 200.000 euro verzekerd. Wanneer er minder spaargeld op de rekening staat, heeft elke rekeninghouder recht op de helft.