Het schrijven van een ondernemingsplan: Rentabiliteit
Bij het schrijven van een ondernemingsplan is het financieel plan een essentieel onderdeel. Op basis van het financieel plan beoordeelt de bank de rentabiliteit van het bedrijf. De rentabiliteit is de belangrijkste pijler bij het beoordelen van een financieringsaanvraag. Wat is rentabiliteit en hoe dient het financieel plan bij een ondernemingsplan beschreven te worden?
Bij het ondernemingsplan is het voor een bank belangrijk om te lezen wat het bedrijfsplan is en wie de ondernemer is. Echter zal een bank de meeste waarde hechten aan de verwachte winstgevendheid van het bedrijf. Is het bedrijf in staat om voldoende winst te genereren om 1) aan de bancaire verplichtingen (rente en aflossing) te voldoen, 2) een voldoende inkomen te realiseren om in prive aan de de betalingsverplichtingen te voldoen en 3) om een financiële buffer in het bedrijf op te bouwen.
Rentabiliteit
De rentabiliteit wordt in het financieel plan van het ondernemingsplan vermeld. Om de pijler "rentabiliteit" zo uitgebreid mogelijk te beschrijven en de bank een zo goed mogelijk inzicht te geven, zijn de volgende stappen belangrijk:
Het investerings/financieringsplan
Het investeringsplan/financieringsplan kan gezien worden als de beginbalans van een startend bedrijf. In dit overzicht geeft u aan in welke middelen geïnvesteerd wordt (de investeringen vormen de activakant van de balans) en met welk vermogen deze middelen gefinancierd worden (dit vormt de passivakant van de balans).
Een investerings/financieringsplan kan er als volgt uitzien:
| Activa | | Passiva |
Transportmiddelen | 20.000 | Eigen vermogen | 30.000 |
Inventaris | 40.000 | Lening bank | 50.000 |
Voorraden | 80.000 | Krediet | 70.000 |
Liquide middelen | 10.000 | | |
Totaal | 150.000 | Totaal | 150.000 |
De activa en passiva moeten altijd in balans zijn. Om de investeringsplan/financieringsplan te verduidelijken, is het raadzaam om de posten toe te lichten (als voorbeeld wordt een fietsenzaak beschreven):
Transportmiddelen
Er wordt een bestelbus aangeschaft, waardoor het mogelijk is om gekochte fietsen, conform onze gratis bezorgservice, af te leveren bij de koper. Het betreft een nieuwe bus van merk X, waardoor we als bedrijf de komende jaren verzekerd zijn van een goed transportmiddel. De bestelbus is ruim genoeg om eventueel een reparatieservice aan huis op te starten, zonder dat we hierbij opnieuw in extra transportmiddelen hoeven te investeren.
Inventaris
De inventaris bestaat uit het kassasysteem, de balie, de rekken waar de artikelen in komen te hangen en de inrichting van het reparatiegedeelte (gereedschappen en dergelijke)
Het is raadzaam om als bijlage een inventarislijst bij te voegen, zodat de bank exact weer waar de inventaris uit bestaat.
Voorraden
Om een representatieve beginvoorraad te hebben, is een investering ad 80.000 euro benodigd. Hiervoor kunnen .... elektrische fietsen, … mountain bikes, … gezinsfietsen en … kinderfietsen worden ingekocht.
Liquide middelen
Er wordt een spaarbedrag ad. 10.000 euro aangehouden waarmee een aanloopperiode opgevangen kan worden en waarmee eventuele kleine aanvullende investeringen gedaan kunnen worden.
Eigen vermogen: het eigen vermogen bestaat voor 20.000 euro uit eigen opgebouwd spaargeld, wat bij bank X is ondergebracht. 10.000 euro is door mijn ouders geschonken in verband met de opstart van het bedrijf.
Lening bank
Om de bestelbus en de benodigde inventaris aan te schaffen, wordt gevraagd om een lening ad. 50.000 euro. De resterende 10.000 euro wordt uit het eigen vermogen ingelegd.
Krediet bank
Het krediet wordt gebruikt om de voorraden mee te financieren. Bij verkoop van fietsen kan ik de ruimte in het krediet aanwenden voor nieuwe aankopen en uitbreiding van de voorraad.
De exploitatiebegroting
De exploitatiebegroting betreft een verlies & winst rekening, meestal over de periode van 3 jaar. In dit overzicht wordt aangegeven welke omzet en kosten er worden verwacht en wat de geprognotiseerde winstgevendheid zal zijn.
| Jaar 1 | Jaar 2 | Jaar 3 |
Omzet | 400.000 | 480.000 | 520.000 |
Inkoop | 250.000 (63%) | 290.000 (60%) | 305.000 (59%) |
Personeel | 55.000 (14%) | 57.000 (12%) | 60.000 (12%) |
Afschrijving | 12.000 (3%) | 12.000 (3%) | 12.000 (2%) |
Overige kosten | 40.000 (8%) | 45.000 (9%) | 50.000 (10%) |
Rente | 7.000 (2%) | 7.000 (1%) | 6.000 (1%) |
Nettowinst | 36.000 (9%) | 69.000 (14%) | 87.000 (17%) |
Naast de absolute bedragen geven de percentages een extra inzicht in de ontwikkeling van de kosten. Bij de inkoop wordt duidelijk dat de absolute inkoop stijgt van 250.000 euro naar 290.000 euro, maar dat de inkoop als percentage van de verkoop wel daalt (van 63% naar 60%).
Ook hier is het belangrijk om de posten toe te lichten. Een mogelijke (beknopte) toelichting:
Omzet
De gemiddelde verkoopprijs van een fiets is 700 euro. De winkel zal ongeveer 300 dagen geopend zijn. Ik verwacht minimaal twee fietsen per dag te verkopen, wat neerkomt op 1400 euro per dag. Op jaarbasis is dit 420.000 euro. Voorzichtigheidshalve heb ik 400.000 euro aangehouden, omdat het gezien de opstartfase enige tijd kan duren voordat de omzet op gang komt.
Inkoop
De gemiddelde inkoopprijs bedraagt 63% van de inkoop. Er is met een aantal leveranciers afspraken gemaakt dat wanneer er meer wordt ingekocht, er een extra korting op de inkoopprijs wordt ontvangen. Dit is de reden waarom de verwachte inkoop in jaar 2 en 3 naar respectievelijk 60% en 59% van de verkoop daalt.
Personeel
Er zal een fulltime personeelslid aangenomen worden. Met hem richt ik me volledig op de verkoop. Er wordt iemand aangenomen die parttime reparaties verzorgt en er wordt een student op een nul urenbasis aangenomen die op de drukke dagen (koopavonden en de zaterdagen) kan bijspringen en die in het weekend de bezorging van de fietsen voor zijn rekening neemt. De verwachte omzetstijging kan met het huidige verkooppersoneel gerealiseerd worden. Wel zullen er meer reparaties komen en verwacht ik dat er door de bezorgservice meer gebruik wordt gemaakt van de student, waardoor de kosten in jaar 2 en 3 zullen stijgen.
Afschrijvingen
De aangeschafte inventaris en transportmiddelen worden in 5 jaar afgeschreven.
In dit voorbeeld zijn de overige kosten samengevat. Bij het ondernemingsplan is het raadzaam om deze kosten uitgebreider te beschrijven. Voorbeelden van overige kosten zijn marketing en verkoopkosten, onderhoudskosten, verzekeringen etc.
Tenslotte moet de nettowinst worden afgezet tegen het inkomen wat in prive nodig is om aan de betalingsverplichtingen in prive te voldoen. Er dient rekening gehouden te worden met het feit dat de nettowinst gezien moet worden als het bruto inkomen van de ondernemer. Dit bedrag valt dus in box 1 (inkomen uit werk en woning) en hierover wordt nog belasting geheven. De nettowinst op zichzelf zegt niets. De ene ondernemer heeft aan 30.000 euro nettowinst wel voldoende, terwijl een andere ondernemer aan 100.000 nettowinst misschien niet voldoende heeft.
De liquiditeitsbegroting
Het laatste deel betreft de
liquiditeitsbegroting. Deze wordt minimaal voor het eerste jaar, maar bij voorkeur voor hetzelfde aantal jaren als de exploitatiebegroting opgemaakt. Met de liquiditeitsbegroting wordt duidelijk hoe de geldstromen gedurende de jaren verlopen en wat per periode de begin- en eindstand van de liquide middelen is. Belangrijk is dat de liquiditeitsbegroting aansluit bij de financieringsaanvraag. Wanneer er een krediet van 100.000 euro wordt aangevraagd, en uit de liquiditeitsbegroting blijkt dat de er in de periode een maximale verwachte kredietbenutting van 20.000 euro zal zijn, is de financieringsaanvraag niet goed op de verwachting afgestemd.
Lees verder