Het schrijven van een ondernemingsplan: Solvabiliteit
Voor een bank is een goed onderbouwd ondernemingsplan van groot belang voor het beoordelen van een financieringsaanvraag van een startend bedrijf. Bij dit ondernemingsplan hecht de bank veel waarde aan de pijler "Solvabiliteit". Wat is solvabiliteit en hoe wordt de solvabiliteit beoordeeld door de bank?
Bij het beoordelen van een ondernemingsplan van een startend bedrijf kijkt een bank over het algemeen naar vijf pijlers: de ondernemer, de onderneming, de rentabiliteit, de solvabiliteit en de zekerheid. De solvabiliteit geeft de bank een indruk van de financiële buffer van een bedrijf.
Solvabiliteit
Met de solvabiliteit wordt het vermogen van een bedrijf aangeduid. Een bedrijf is solvabel wanneer voldoende vermogen aanwezig is om eventuele financiële tegenvallers (een debiteur die niet kan betalen, een machine die kapotgaat en vervangen dient te worden, een daling van de vraag etc.) mee op te vangen. Waar de liquiditeit aangeeft of een bedrijf in staat is om op de korte termijn aan haar verplichtingen (inkoop van de voorraden, betaling van crediteuren etc.) te voldoen, gaat het bij solvabiliteit om het vermogen om op de lange termijn aan de betalingsverplichtingen te voldoen.
Een beter eigen vermogen zorgt voor een hogere solvabiliteit. Het eigen vermogen wordt vooral gevormd door het reserveren van winst en houdt dus verband met de rentabiliteit van een onderneming. Als het bedrijf in staat is om meer winst te genereren dan er aan prive inkomen benodigd is, is het bedrijf in staat om reserves op te bouwen. De opbouw van deze reserves komt ten goede aan het eigen vermogen.
De beoordeling van de solvabiliteit hangt af van de branche waarin een bedrijf acteert. Bedrijven met weinig activa (bijvoorbeeld adviesbureau's) zullen sneller een hoge solvabiliteit kunnen realiseren dan kapitaalintensieve bedrijven (een productiebedrijf met veel machines en bedrijfspanden). Deze bedrijven hebben veel vreemd vermogen (geleend geld) en moeten dus veel meer eigen vermogen opbouwen om tot een acceptabele solvabiliteit te komen.
De hoogte van het eigen vermogen hoeft nog niet alles te zeggen over de kwaliteit van de eigen vermogen. Een voorbeeld:
| Activa | | Passiva |
Gebouwen | 300.000 | Eigen vermogen | 300.000 |
Machines | 40.000 | Lening bank | 20.000 |
Debiteuren | 30.000 | Krediet bank | 30.000 |
| | Crediteuren | 20.000 |
Totaal | 370.000 | Totaal | 370.000 |
De solvabiliteit van dit bedrijf bedraagt maar liefst 81% (300.000/370.000). Echter wanneer een belangrijke debiteur, waarbij bijvoorbeeld 15.000 euro van de totale debiteurenpositie van 30.000 euro openstaat, niet kan betalen, komt het bedrijf direct in problemen. Er staat immers 20.000 euro aan crediteuren open die betaald moeten worden en er is geen geld achter de hand. Het bedrijf moet een extra krediet aanvragen bij de bank of moet het bedrijfspand verkopen om extra geld te genereren om de crediteuren te kunnen betalen. Echter duurt de verkoop van een bedrijfspand over het algemeen langer dan een paar maanden en daarnaast is dit geen gewenste situatie, aangezien bij de verkoop van het bedrijfspand de bedrijfsvoering ook stil ligt (er is geen locatie meer waar gewerkt kan worden). Ondanks een op papier zeer sterke solvabiliteit is het bedrijf toch zeer kwetsbaar bij financiële tegenvallers.
Daarnaast moet rekening gehouden worden met het feit dat een balans een momentopname is en dat de solvabiliteit op dat moment wordt bepaald. Onderstaand voorbeeld laat zien wat de invloed kan zijn.
Bedrijf A:
jan 2015 | Activa | Jan 2015 | Passiva |
Machines | 40.000 | Eigen vermogen | 60.000 |
Debiteuren | 30.000 | Krediet bank | 10.000 |
Voorraden | 20.000 | Crediteuren | 20.000 |
Totaal | 90.000 | Totaal | 90.000 |
Het bedrijf heeft een prima solvabiliteit van 67% (60.000/90.000), waarschijnlijk opgebouwd door gereserveerde winsten. Het bedrijf heeft een krediet van 75.000 euro en besluit in februari 2015 van dit krediet een machine te kopen van 50.000 euro om verder te kunnen groeien en meer producten te kunnen maken. De balans ziet er nu als volgt uit.
Jan 2015 | Activa | Jan 2015 | Passiva |
Machines | 90.000 | Eigen vermogen | 60.000 |
Debiteuren | 30.000 | Krediet bank | 60.000 |
Voorraden | 20.000 | Crediteuren | 20.000 |
Totaal | 140.000 | Totaal | 140.000 |
De solvabiliteit daalt ineens van 67% naar 43% (60.000/140.000). Vanwege de investering wordt het balanstotaal groter, zodat het eigen vermogen in verhouding daalt, ondanks dat het bedrijf niet slechter presteert. Ook kan het zijn dat er nog net voor het einde van het balansjaar een grote debiteurenpost openstaat. Wanneer de debiteur betaalt, kan de solvabiliteit ineens toenemen. Stel dat de debiteuren van bedrijf A in februari betalen, neemt de post debiteuren af met 30.000. Door het binnengekomen geld neemt het krediet van de bank ook af van 60.000 euro naar 30.000 euro. De balans neemt daardoor af naar 110.000 euro, waardoor de solvabiliteit weer toeneemt van 43% naar 55%.
De solvabiliteit in het ondernemingsplan
De solvabiliteit van een startend bedrijf wordt in eerste instantie aangegeven in de beginbalans, welke in het financieel plan van het ondernemingsplan staat. Over het algemeen wordt een eigen inbreng van 20% tot 25% verlangd door de bank. Daarnaast wordt goed naar de kwaliteit van het eigen vermogen gekeken. Eigen gespaard vermogen wordt over het algemeen als beter gekwalificeerd dan eigen vermogen wat door een schenking of een achtergestelde lening van derden tot stand is gekomen. Een acceptabel eigen vermogen is voor de bank gewenst om de volgende redenen:
Het dragen van het risico
Wanneer de ondernemer geen eigen vermogen inbrengt, moet de bank de volledige investering financieren en lopen zij dus eigenlijk volledig risico. Wanneer er eigen vermogen wordt ingebracht, wordt het risico verdeeld tussen de bank en de ondernemer.
Een betere solvabiliteit
De inbreng van eigen vermogen leidt tot een buffer waarmee tegenvallers opgevangen kunnen worden. Een startend bedrijf die geen eigen vermogen inbrengt, moet bij de eerste de beste tegenvaller meteen weer bij de bank aankloppen voor een aanvullende financiering.
Vertrouwen in de ondernemer
De inbreng van eigen vermogen leidt tot een hoger vertrouwen van de bank in de ondernemer. Ten eerste omdat de ondernemer in staat is geweest om spaargeld op te bouwen, ten tweede omdat de ondernemer zelf ook risico loopt (er zit immers eigen geld in het bedrijf), waardoor hij alles op alles zal zetten om van het bedrijf een succes te maken.
Lees verder