Geld lenen voor de studie: het studievoorschot
Na veel onderhandelen is afschaffing van de basisbeurs voor studenten dan toch een feit. Vanaf het studiejaar 2015/2016 moeten studenten het geld van de overheid lenen. Wat u over het nieuwe leenstelsel moet weten.
Het nieuwe leenstelsel voor studenten
De vertrouwde basisbeurs, feitelijk een gift van de overheid, gaat dus vanaf het studiejaar 2015/2016 vervallen. De student kiest voortaan zelf hoeveel geld hij wil lenen voor de kosten van zijn studie en zijn levensonderhoud. Gedurende die studie kan hij maandelijks tot 986 euro aan
studievoorschot ontvangen maar dat geld moet wel ooit worden terugbetaald.
Terugbetalen van de studieschuld
Onder het oude regime konden studenten er 15 jaar over doen om
studieschulden terug te betalen. In de nieuwe opzet wordt dat 35 jaar. Afhankelijk van het salaris hoeven afgestudeerden maximaal 4 procent van hun maandinkomen aan aflossing te betalen. Meer aflossen kan ook: wie bijvoorbeeld een bedrag uit een nalatenschap ontvangt, kan die meevaller gebruiken om boetevrij extra op zijn studieschuld af te lossen. Er moet tenminste 1 procent van het maandinkomen worden afgelost.
Niet altijd is er een aflossingsverplichting
Er geldt slechts een verplichting tot aflossen als iemand meer verdient dan het minimumloon. In het oude systeem gold die aflossingsverplichting al als men meer verdiende dan het bijstandsniveau. Gehuwde afgestudeerden moeten er wel rekening mee houden dat het verzamelinkomen straks bepalend is. In bepaalde omstandigheden is de partner dus mee verantwoordelijk voor het terugbetalen van de studieschuld.
Hoe zit het met de rente?
Evenals voorheen zal het
rentepercentage eenmaal in de 5 jaar worden herzien. Dat kan gunstig maar ook ongunstig uitpakken. Als je rentevaste periode bijvoorbeeld in 2014 afliep, had je geluk. De staat kon op dat moment immers spotgoedkoop geld lenen op de kapitaalmarkt waardoor ook de rente over je studieschuld laag was: 0,81%.
Rentestijging van 25 procent!
Het rentepercentage voor studieschulden zal in de nieuwe opzet wel anders worden vastgesteld. Terwijl in het verleden het gemiddeld effectief rendement van staatsobligaties met een vierjarige looptijd als basis gold, zal voortaan een vijfjarige looptijd gelden. Concreet houdt dat in dat men meer rente gaat betalen. Hoe langer de looptijd, hoe hoger de rente. Vertaald naar de actuele rente van 0,81% in 2014 betekent dat een stijging tot 1%. In absolute getallen lijkt dat een gering verschil maar al met al is het toch een stijging met niet minder dan 25%! Weliswaar nog te overzien aangezien de rente op de wereldmarkt anno 2014 historisch laag is en ons land als erg
kredietwaardig wordt beschouwd. Maar als die rente weer zal aantrekken, zal daarmee ook het verschil vergroten.
De aanvullende beurs blijft bestaan
Voor studenten wiens ouders een gezamenlijk jaarinkomen hebben van minder dan 46.000 euro bruto, zal de aanvullende beurs gehandhaafd blijven. Bovendien zal de maximale aanvullende beurs worden verhoogd van 260 naar 385 euro maandelijks. Evenals voorheen is de aanvullende beurs een gift. Die maatregel moet voorkomen dat kinderen van minder welgestelde ouders zullen afzien van studie omdat ze niet willen lenen.
Weinig draagvlak voor het nieuwe leenstelsel
Het kabinet van PvdA en VVD heeft dus na lang onderhandelen een akkoord met de oppositiepartijen D66 en GroenLinks bereikt over afschaffing van de basisbeurs. Maar in studentenkringen is er weinig draagvlak voor de plannen. Studentenorganisaties zijn bang dat studeren straks uitsluitend een zaak van welgestelden wordt en dat het onmogelijk wordt gemaakt voor studenten waarvan de ouders het financieel niet zo breed hebben. Nauwelijks twee dagen na de aankondiging van het akkoord, hadden al zo'n 9000 studenten een online petitie ondertekend tegen het nieuwe stelsel van studiefinanciering.
Lees verder