Sociaal leenstelsel, argumenten voor en tegen
De basisbeurs voor studenten maakte in september 2015 plaats voor een sociaal leenstelsel. Maar hoe sociaal is dat leenstelsel? Wel, er zijn argumenten voor en tegen. Maar inmiddels neemt het ongemak over dat sociaal leenstelsel hand over hand toe. En tot overmaat van ramp besliste het kabinet eind 2018 om de rente op studieleningen op te trekken. Ook zal die rente niet meer voor 5 jaar gelden, maar voor 10 jaar. Dat betekent dat afgestudeerden na hun studie elke maand meer opzij moeten leggen voor terugbetaling. Ook is er de zorg over de ‘leenangst’ bij jongeren. Die weerhoudt hen ervan om een studie aan te vangen. Trouwens, de renteverhoging die het leenstelsel betaalbaar moet houden, krijgt evenmin de handen op mekaar.
De hoofdlijnen van het sociaal leenstelsel
De invoering van het sociaal leenstelsel stond gepland voor september 2015 en geldt alleen voor nieuwe studenten. De lening kende op dat moment een aantrekkelijke rente. En men hoefde de lening pas terug te betalen nadat men was afgestudeerd en werk had. Dat moest de toevoeging 'sociaal' in de benaming 'sociaal leenstelsel' uitdrukken. Meer details vindt u in de bijdrage "
Studievoorschot, een nieuw stelsel van studiefinanciering".
Veel weerstand tegen sociaal leenstelsel
Meteen na het bekend raken van de plannen om de basisbeurs te vervangen door een sociaal leenstelsel, reageerde men daarop in politieke kringen erg terughoudend gereageerd. De kritiek werd als volgt verwoord:
- De SP vindt het een slecht plan. De schuld van studerenden kan uiteindelijk kan oplopen tot wel 13.000 euro. Als gevolg daarvan zullen minder draagkrachtige jongeren massaal afhaken voor een hogere studie. De term sociaal is dus volstrekt niet op zijn plaats volgens deze partij;
- Ook het CDA is niet gecharmeerd van een sociaal leenstelsel. Zo’n stelsel vermindert de toegankelijkheid van het Hoger Onderwijs en zal jongeren met hoge schulden opzadelen;
- Een woordvoerster van de ChristenUnie wees erop dat studenten bij aanvang van hun studie al huizenhoog opzien tegen een mogelijke schuld van zo'n 13.000 euro. Ook bij deze partij acht men de term sociaal dan ook erg misplaatst. Voor studenten techniek kunnen de plannen overigens nóg desastreuzer uitpakken. Want die hebben met meerjarige masters te maken;
- De SGP is evenmin voorstander van een sociaal leenstelsel. Inruil van de langstudeerboete voor een sociaal leenstelsel was te verwachten, maar niet erg verstandig.
Wat vonden studentenvakbonden van het sociaal leenstelsel?
Studentenvakbond LSVB
Studentenvakbond LSVB sprak van een uitermate slechte maatregel voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Studenten worden opgezadeld met torenhoge schulden. Velen zullen afzien van een studie. En extra irritatie was er bij de vakbond omdat de coalitiepartners PvdA en VVD even daarvoor nog prat gingen op
afschaffing van de langstudeerboete;
Studentenvakbond ISO
Studentenvakbond ISO uitte zich in iets minder harde bewoordingen over de voorgenomen maatregelen. Hoewel precieze details over de uitvoering ervan nog ontbraken, was men allerminst gelukkig met invoering van het leenstelsel. Wel vond men het positief dat het leenstelsel vanaf 2014 alleen gold voor nieuwe studenten. Reeds studerende jongeren zadelt men daardoor niet op met onvoorziene budgettaire problemen. De politiek moet volgens het ISO wel snel aanvullende helderheid bieden over 2 aspecten van het leenstelsel:
- wat men denkt te doen aan de toename van de studieschuld met € 13.000,-;
- hoe men zal omgaan met de aanvullende studiebeurs.
Universiteiten niet afwijzend over leenstelsel
De Vereniging van Universiteiten (VSNU) liet bij monde van voorzitter Louise Gunning weten "niet negatief" te staan tegenover het sociaal leenstelsel. De vereniging beschouwt het leenstelsel als een aansporing voor studenten om hun studie sneller te voltooien. Het zet hen ertoe aan om meer structuur daarin aan te brengen en efficiënter te studeren. Wel is Gunning van mening dat de besparingen die deze maatregel voor de overheid oplevert, moeten terugvloeien naar het onderwijs.