Warning: session_start(): open(/data/sites/web/interatenl/tmp/sess_dd2085c25e5da542efa545709d17da62, O_RDWR) failed: File too large (27) in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 17

Warning: session_start(): Failed to read session data: files (path: /data/sites/web/interatenl/tmp) in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 17
Korte rentevaste periode: Risico van een hypotheek met korte rentevaste periode

Risico van een hypotheek met korte rentevaste periode

U kunt veel geld besparen door voor de laagst mogelijke maandlasten te kiezen wat betreft uw hypotheek. Ook bij hypotheken is goedkoop vaak duurkoop.
Voor veel producten en diensten geldt dat een lagere prijs vaak inhoudt dat u concessies moet doen wat betreft de kwaliteit. Dit geldt min of meer ook voor de hypotheek. U kunt de maandlasten zo laag mogelijk houden door een zo groot mogelijk deel aflossingsvrij te houden en een korte rentevaste periode af te spreken met de bank, maar dit kan u in de toekomst duur komen te staan. U weet namelijk niet hoe uw financiële mogelijkheden zijn over dertig jaar om het aflossingsvrij deel alsnog af te betalen. Nog meer risico gaat u lopen met een korte rentevaste periode. In het geval de rente sterk gaat stijgen, stijgen ook de maandlasten.

Maandlasten sterk afhankelijk van de hoogte van de hypotheekrente

Wat betreft de woonlasten bent u afhankelijk van een aantal factoren, namelijk de hoogte van de aflossing (of spaarbedrag), de zekerheden (bijvoorbeeld een overlijdensrisicoverzekering) en natuurlijk de hoogte van de hypotheekrente. In de meeste gevallen zullen de rentelasten het zwaarst wegen.

Risico van korte rentevaste periode

De voordelen van korte rentevaste periodes, zijn de zeer aantrekkelijke hypotheekrentes. Echter, u blijft afhankelijk van de renteontwikkelingen in de toekomst. In een korte periode kan de hypotheekrente sterk stijgen. In periodes met lage hypotheekrentes, kost het u mogelijk 5,5 procent om de hypotheekrente voor twintig jaar vast te zetten. Op het moment dat de rente gaat stijgen, zal het ook duurder worden om de hypotheekrente voor een langere periode vast te zetten.

Voorbeeldberekening stijgende kosten door een stijgende hypotheekrente

Een man koopt een huis en heeft hier een hypotheek voor nodig van € 200.000. Het betreft een beleggingshypotheek met een looptijd van dertig jaar. De rente staat op dit moment laag, maar hij verwacht nog een verdere daling van de hypotheekrente. Een rentevaste periode van twintig jaar kan hij nu accepteren tegen een percentage van 5,75. Hij kiest echter voor een periode van één jaar. De bank brengt hiervoor een rente in rekening van 4 procent. In het eerste jaar moet hij aan rentelasten betalen: 4 procent van € 200.000 = € 8.000 (€ 666,67 per maand).

Na één jaar blijkt de hypotheekrente niet lager te zijn, maar juist hoger. Een rentevaste periode van twintig jaar kost nu 6 procent. De man besluit nog langer te wachten en kiest weer voor een rentevaste periode van één jaar. De bank brengt hiervoor nu 4,35 procent in rekening. Er is in de tussentijd niets afbetaald, dus bedragen zijn rentelasten in dat jaar: 4,35 procent van € 200.000 = € 8.700 (€ 725 per maand).

Na het tweede jaar blijkt de hypotheekrente nog steeds de stijgende lijn vast te houden. Kiezen voor een rentevaste periode van twintig jaar gaat de man nu 6,5 procent kosten. Hij durft niet nog een keer de gok te nemen om weer voor één jaar vast te zetten en kiest nu voor de rentevaste periode van twintig jaar. Zijn rentelasten bedragen dat jaar: 6,5 procent van € 200.000 = € 13.000 (€ 1.083,33 per maand).

Kiezen voor zekerheid zou geld bespaard hebben

Indien de man gelijk bij het afsluiten van de hypotheek gekozen had voor zekerheid, had hij flink geld kunnen besparen voor een periode van 18 jaren. Hij heeft wel als voordeel dat hij de eerste twee jaren lage maandlasten heeft gehad.

Verschil uitgedrukt in euro’s

Bij het afsluiten van de hypotheek, had hij de maandlasten voor een periode van twintig jaar vast kunnen zetten op 5,75 procent van € 200.000 = € 11.500 (€ 958,33 per maand).

In het eerste jaar heeft hij bespaard ten opzichte van de rentevaste periode van twintig jaar:

€ 958,33 - € 666,67 = € 291,66 per maand (€ 3.499,92 per jaar).

In het tweede jaar heeft hij bespaard ten opzichte van de rentevaste periode van twintig jaar:

€ 958,33 - € 725 = € 233,33 per maand (€ 2.799,96 per jaar).

In de derde tot en met de twintigste jaar moet hij meer gaan betalen?:

€ 1.083,33 – € 958,33 = € 125 per maand (€ 1.500 per jaar)

De totale meerkosten: € 1.500 x 18 = € 27.000 - € 3.499,92 - € 2.799,96 = € 20.700,12
© 2011 - 2025 Juul, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Vanaf 2021 is InfoNu gestopt met het publiceren van nieuwe artikelen. Het bestaande artikelbestand blijft beschikbaar, maar wordt niet meer geactualiseerd.