De waarde van Nederlandse munten
Door de invoering van de euro raakte de Nederlandse munten buiten gebruik. Tot 2008 konden zij nog steeds bi de Nederlandsche Bank worden ingeleverd. Tegenwoordig hebben zij alleen nog waarde voor verzamelaars. Stuivers, dubbeltjes, kwartjes, gulden en rijksdaalders kunnen nog steeds een bepaalde waarde hebben als ze zeldzaam zijn. De zilveren guldens en rijksdaalders zijn interessant voor beleggers vanwege de hoge zilverprijs.
In 2002 werd de euro ingevoerd. De Nederlandse munten, zoals de rijksdaalder,, de gulden, het kwartje, het dubbeltje en de stuiver raakten daarbij buiten gebruik. Zij konden gedurende een periode van vijf jaar nog worden omgewisseld, waarbij mensen de waarde in euro’s terug konden krijgen. Sinds 2008 is dat dus niet meer mogelijk en zijn deze munten als het ware waardeloos geworden. Toch zijn nog niet alle munten helemaal waardeloos. Voor verzamelaars hebben zij soms nog een bepaalde waarde. Veel mensen hebben nog geld achtergehouden en willen dat soms proberen te verkopen. Soms is dat dus mogelijk. Allereerst is het belangrijk dat de munt niet beschadigd is. Wanneer dit wel het geval is zal de munt voor verzamelaars weinig waarde hebben. Er zijn verschillende catalogussen waarin mensen kunnen nazoeken hoeveel waarde een bepaalde munt heeft. Zij kunnen deze op bijvoorbeeld een muntenbeurs, bij een juwelier of online op het internet proberen te verkopen. Dit kan op gespecialiseerde sites, maar ook op een site als Marktplaats.nl.
Verzamelen van het dubbeltje
Dubbeltjes die voor 1940 zijn geslagen kunnen veel geld waard zijn. Des te ouder een dubbeltje is, des te meer het oplevert. In het verleden hadden mensen het gebruik om een geluksdubbeltje te hebben. Ook als het dubbeltje beschadigd is kan het nog steeds veel geld opleveren. Een dubbeltje uit 1901 dat onbeschadigd ia kan bijvoorbeeld wel vijfenveertig euro opleveren. Dubbeltjes van na 1950 zijn nauwelijks iets waard. Ook dubbeltjes uit 1938, 1941, 1944 en 1948 hebben een hogere waarde
Waarde van een kwartje
Kwartjes die na 1975 zijn geslagen zijn bijna niets waard al er een krasje op zit. Vooral het kwartje dat in het jaar 1954 is geslagen is geld waard. In dat jaar zijn minder kwartjes geslagen en daardoor heeft het muntje meer waarde. Dit geldt ook voor kwartjes uit 1941, 1948, 1950 en 1951. Zelfs als het beschadigd is kan het nog steeds voor een euro aan een verzamelaar worden verkocht.
Beleggen in de zilveren gulden
Tot 1967 werden er nog guldens in zilver geslagen, de zogeheten zilveren gulden. Voor verzamelaars zijn die intussen wel anderhalve euro waard. De waarde kan toenemen als het gaat om een ouder exemplaar, bijvoorbeeld met de afbeelding van Wilhelmina of koning Willem (een van de drie) erop. Ook de laatste gulden die in 2001 is geslagen is geld waard. Daarop staat een kindertekening van een leeuw. Deze munt is in een beperkte oplage geslagen en kan zo een paar gulden opleveren als hij niet beschadigd is. Ook veel beleggers zijn geïnteresseerd in de zilveren gulden vanwege de hoge zilverprijs.
Rijksdaalder kopen en verkopen
Ook bepaalde rijksdaalders kunnen voor verzamelaars veel waarde hebben. Dit geldt vooral voor de rijksdaalders die onder Wilhelmina en Koning Willem I zijn geslagen. Deze zijn maar in een kleine oplage verspreid en daardoor veel geld waard. Tot 1966 werd de rijksdaalder in zilver geslagen. Veel beleggers zijn geïnteresseerd in deze rijksdaalders vanwege de hoge zilverprijs. Ook de munt die in 1979 werd geslagen ter herdenking van de Unie van Utrecht is veel waard. In 1980 verscheen er een rijksdaalder met twee hoofden. Deze kan wel voor tien euro worden verkocht aan een verzamelaar.