mijn kijk opNederland uit de Euro (€) samen met andere sterke landen?
Wat er sinds 2011 met de Euro gebeurt is geen verrassing. Want deze voorspelbare catastrofe hebben vele Eurosceptici destijds al, ver voor de definitieve invoering van de gemeenschappelijke munteenheid, zien aankomen. Hoe is het dan mogelijk dat onze politici, en eigenlijk wij allemaal, toch in die valkuil zijn getrapt. En nog belangrijker: hoe valt de zaak nog te redden!
Ontstaan van de Euro
In 1991 werd in Maastricht besloten de grenzen tussen de landen van Europa op te heffen. Tevens werd er afgesproken dat er een Europese Monetaire Unie (EMU) zou komen. Wat inhield dat alle landen hun eigen munt zouden omruilen voor de gemeenschappelijke Euro. De totstandkoming van deze Monetaire Unie vond uiteindelijk definitief plaats op 1-1-1999, zij het dat er in de landen voorlopig nog wel met het oorspronkelijke geld werd betaald, waarvan de koers wel al gefixeerd was t.o.v. Euro. Met de Euro betalen in de winkel werd uiteindelijk overal mogelijk op 1-1-2002.
Eurocrisis
Vanaf 2011, ruim 10 jaar na de introductie van de eenheidsmunt, bevond de Euro zich reeds in zwaar weer, omdat verschillende (met name zuidelijke) landen de gemaakte afspraken niet na kwamen, waardoor de waarde van de munt onder druk stond.
Die afspraken tussen de deelnemende landen waren vanaf het begin als volgt:
- Een begrotingstekort van niet meer dan 3 %
- De Staatsschuld niet groter dan 60 % van het BNP
- Inflatie jaarlijks niet meer dan 1,5 %
Helaas bleek al snel dat uitsluitend België, Duitsland en Nederland in staat waren deze afspraken enigszins na te komen. De zuidelijke Europese landen, alsmede Ierland bleken hiertoe niet in staat zoals de sceptici al voorspelden. In 2010 was de geest definitief uit de fles toen Portugal en Griekenland met enorme tekorten op hun begroting bleken te kampen. De regeringen van de diverse landen besloten daarop een noodfonds in te stellen, met als enige doel de Euro van de ondergang te redden. In 2011 is besloten in dit fonds zo’n 109 miljard Euro voor Griekenland te reserveren. Maar is het middel niet erger dan de kwaal?
Hoe heeft het in vredesnaam kunnen gebeuren dat onze leiders, tegen beter weten in, de grote fout hebben gemaakt om in zee te gaan met zwakke broeders als Griekenland e.d. Immers, al minstens 100 jaar weten we dat de Middellandse Zee-landen uit financieel en economisch oogpunt, zwakke broeders zijn t.o.v. de noordelijke landen als Duitsland en Nederland. Hun vroegere munten (Lire, Drachme enz) devalueerden destijds elk jaar opnieuw fors t.o.v. onze gulden, vanwege hun zwakke economie. Engeland, Denemarken en Zweden hebben wat dat betreft heel wat verstandiger gehandeld door aan hun eigen munt vast te houden.
Financieel huishouden van gezin
- Stel, u vormt binnen uw familie een gezin dat kan rondkomen van uw inkomen. U bent namelijk een gedisciplineerde harde werker. En als verstandig huisvader ook zuinig met uw salaris. U zorgt er voor dat u geen schulden aangaat die u niet kunt aflossen. Verder legt u ook trouw voldoende geld opzij voor een eventuele financiële tegenvaller en u spaart via een pensioenfonds voor uw oude dag en dat van uw echtgenote.
- Op zekere dag komen een aantal familieleden met het voorstel om voortaan niet meer als afzonderlijke gezinnen de inkopen te doen, maar in plaats daarvan als één grote familie met één gezamenlijke beurs. Want, is de gedachte: als we in plaats van 2.000 Euro per maand voortaan gezamenlijk wel 20.000 Euro per maand hebben te besteden, waarderen de leveranciers ons als een grote interessante klant, kunnen we heel wat kortingen bedingen en worden we financieel een stuk beter van dit ineenslaan van de handen (portemonnees).
- Hoewel de argumenten wel degelijk hout snijden, maakt u zich toch wel zorgen over het feit dat voortaan ook het gezin van Piet deel gaat uitmaken van die ene familieportemonnee, omdat bekend is dat die totaal niet met geld kan omgaan, en constant in de schulden zit.
- Degenen die met het voorstel voor de gezamenlijke familieportemonnee zijn gekomen proberen u echter te overtuigen, want zeggen ze: We laten Piet gewoon keihard beloven dat hij vanaf nu wel zuinig met geld moet omgaan, geen schulden meer mag maken en ook een vaste baan moeten vinden.
Onze regering
Het is niet waarschijnlijk dat u in een dergelijke loze belofte zou trappen, omdat personen die nog nooit hebben bewezen met geld te kunnen omgaan of hard te werken, dat niet zo maar ineens wel kunnen van de ene op andere dag. Toch zijn de overheden van de verschillende sterke Eurolanden wel door die blauwe ogen van het zwakke Griekenland verleid mede onder druk van Italië. Met als gevolg dat wij als belastingbetaler nu moeten opdraaien voor het geld dat die verkwistende Grieken en andere zwakke broeders met hun lage productiviteit te veel hebben uitgegeven. En vermoedelijk jaarlijks blijven uitgeven de komende halve eeuw.
Het eerste verlies is het kleinste verlies
Een oude beurswijsheid die ook in de handel populair was. Het wil zeggen dat als de koersen dalen je, tegen beter weten in, kunt wachten tot ze weer stijgen, maar dat het vaak verstandiger is om die slechte aandelen zo snel mogelijk van de hand te doen en je verlies nemen, voordat de schade nog groter wordt. Deze vergelijking dringt zich sterk op in de kwestie Griekenland. Inmiddels is het overigens een feit dat het eerste verlies niet is genomen helaas, doch dat er reeds miljarden in Griekenland zijn gepompt om de zaak op orde te krijgen.
Bodemloze put
Over een paar jaar zullen we echter opnieuw moeten vaststellen dat de politici in 2011 een enorme blunder hebben begaan, als duidelijk is dat die miljarden in een bodemloze put zijn gestopt. Het kleinste verlies betekende namelijk dat Griekenland uit de Euro moest. Of anders Nederland met z’n sterke economie samen met enkele andere Noordelijke landen in een gezamenlijke Noordelijke Euro moesten stappen.
Centraal Plan Bureau
Volgens het CPB zijn de kosten voor Nederland bij uittreding dramatisch. Ongeacht of het een terugkeer naar de gulden betreft of het toetreden tot een Noordelijke Euro. Nederland zou hiermee opnieuw een bankencrisis risceren, alsmede een scherpe terugval van de export, omdat onze concurrentiepositie plotseling verzwakt.
Verstandige sceptici
Van het Verenigd Koningkrijk was het niet echt een verrassing, dat zij zich afzijdig wilden houden van de Euro. In Denemarken bleek dat 53% van de bevolking tegen invoering van de Euro was. En toen de Zweedse bevolking mocht stemmen was zelfs 56% tegen en slecht 42% voor invoering. Deze drie landen zullen nu zeker nooit meer hun nationale munten prijsgeven.