Overlevingspensioen na overlijden van uw echtgenoot (BE)
Het eigen rustpensioen waarop gepensioneerden recht hebben, kan in Belgie aangevuld worden met een overlevingspensioen, wanneer de echtgenoot overlijdt. Wat is het overlevingspensioen, in welke gevallen wordt het toegekend en kan het weer worden ingetrokken?
Rustpensioen
Elke werknemer die een bepaalde leeftijd bereikt en geen inkomsten uit beroepsactiviteiten meer heeft, heeft recht op een
rustpensioen. Een bijkomende voorwaarde is dat de wettelijke bijdragen door de werkgever moeten ingehouden zijn op het werknemersloon, tijdens de periode dat de werknemer beroepsactiviteiten uitoefende.
Overlevingspensioen
Het 'standaard' rustpensioen kan in sommige gevallen aangevuld worden door een
overlevingspensioen, wanneer de echtgenoot of echtgenote van de pensioentrekkende overlijdt. Enkel gehuwden hebben hier recht op, koppels die wettelijk of feitelijk samenwoonden krijgen geen overlevingspensioen. Het huwelijk moet minstens 1 jaar voltrokken zijn, tenzij wanneer er uit het huwelijk een kind geboren is. Deze extra regel werd ingevoerd om te voorkomen dat mensen op het laatste nippertje nog zouden trouwen, om zo recht te krijgen op het overlevingspensioen.
Hoeveel overlevingspensioen?
Het overlevingspensioen bedraagt normaalgezien 80% van het rustpensioen van de overleden echtgenoot. Als de overleden echtgenoot een gezinspensioen ontving, omdat de langstlevende echtgenoot nooit gewerkt heeft, wordt dat herleid naar het alleenstaandepensioen van de overleden echtgenoot, en ontvangt de langstlevende echtgenoot hiervan 80%.
Cumulatie
De cumulatie van een eigen rustpensioen met een overlevingspensioen is niet onbeperkt mogelijk. Het rustpensioen blijft het belangrijkste en kan vervolgens worden aangevuld tot het zogenaamde
cumulatieplafond bereikt wordt.
Voor ambtenaren is het cumulatieplafond gelijk aan 55% van de maximumwedde van de laatste weddeschaal.
Voor werknemers is de berekening ingewikkelder:
Het alleenstaandenrustpensioen van de overleden partner X de omgekeerde loopbaanbreuk X 1,1.
De omgekeerde loopbaanbreuk is het delen van de meeste dienstjaren door het aantal dienstjaren van de overleden partner.
Voorbeeld
Om deze ingewikkelde berekening duidelijker te maken, werken we met een praktijk
voorbeeld.
Jos heeft 40 jaar gewerkt en heeft recht op een rustpensioen van 1000 euro.
Francine heeft 20 jaar gewerkt en heeft recht op een rustpensioen van 500 euro.
Als Jos sterft:
Francine zou recht hebben op een overlevingspensioen van 80% van het rustpensioen van Jos, zijnde 800 euro.
Het cumulatieplafond is 1100 euro, namelijk 1000 x 40/40 x 1,1.
Gezien Francine zelf al 500 euro aan rustpensioen ontvangt, kan ze nog 600 euro overlevingspensioen ontvangen.
Stel dat Francine zelf een eigen pensioen had van 1250 euro, zou zij geen aanvullend overlevingspensioen krijgen, gezien het cumulatieplafond van 1100 overschreden wordt. Zij behoudt natuurlijk wel haar eigen rustpensioen, ongeacht het plafond.
Als Francine sterft:
Jos zou recht hebben op een overlevingspensioen van 80% van het rustpensioen van Francine, zijnde 400 euro.
Het cumulatieplafond is 1100 euro, namelijk 500 x 40/20 x 1,1.
Jos ontvangt zelf al 1000 euro aan rustpensioen, en zal dus nog 100 euro overlevingspensioen krijgen.
Hertrouwen
Als de langstlevende partner hertrouwt, wordt het overlevingspensioen geschorst vanaf de daaropvolgende maand. Mocht het huwelijk ontbonden worden, zal het overlevingspensioen opnieuw betaald worden. Wordt het huwelijk ontbonden door een nieuw overlijden, wordt slechts 1 overlevingspensioen toegekend, maar kijkt men wel welk overlevingspensioen het gunstigste is.
Gaat u als langstlevende echtgenoot samenwonen met een nieuwe partner, wordt het overlevingspensioen verderbetaald.