Gescheiden en gepensioneerd
Een gebroken huwelijk kan jaren achter u blijven aanhollen, zelfs tot uw pensionering. In de pensioenregeling voor werknemers en zelfstandigen is in België immers voorzien dat de ex-partner onder bepaalde voorwaarden aanspraak kan maken op de helft van het rustpensioen van de andere. Daar staat u dan: u heeft jaren niks meer van uw ex gehoord, en bij uw pensionering gaat die plots met de helft van uw pensioen lopen.
Feitelijk gescheiden en uw pensioen
Wie feitelijk gescheiden leeft, maar nooit officieel de echtscheiding heeft aangevraagd, kan inderdaad in deze situatie terechtkomen. In de pensioenregeling voor werknemers en zelfstandigen is immers voorzien dat de ex-partner onder bepaalde voorwaarden aanspraak kan maken op de helft van het gezinspensioen waar de andere recht op zou hebben ingevolge zijn loopbaan. Dat gezinspensioen wordt dan gewoon in twee gelijke stukken verdeeld: één helft voor de gerechtigde, de andere helft voor de ex.
Deze gelijke opsplitsing van het gezinspensioen wordt echter enkel doorgevoerd wanneer de ex-partner geen eigen inkomsten heeft of geen recht heeft op een persoonlijk pensioen. Is dat laatste wél het geval, dan wordt daarmee rekening gehouden bij de verdeling. Bedraagt het persoonlijk pensioen van de ex meer dan de helft van het gezinspensioen, dan ontvangen beiden uiteraard gewoon hun eigen alleenstaandenpensioen. Is het persoonlijk pensioen van de ex kleiner dan de helft van dat gezinspensioen, dan moet de ene een stuk van zijn pensioen afstaan aan de ander.
Deze wettelijk voorziene pensioensplitsing wordt automatisch toegepast zodra u als feitelijk gescheiden gerechtigde uw pensioen aanvraagt. Op dat moment onderzoeken de pensioendiensten uw situatie en wordt het toegekende pensioen desgevallend opgesplitst. Ook als de feitelijke scheiding plaatsvindt als u al met pensioen bent, wordt het pensioen automatisch over beide partners verdeeld.
Officieel gescheiden en uw pensioen
Bij echtparen die officieel gescheiden zijn, verloopt de pensioentoekenning aan de ex-echtgenoten helemaal anders. De pensioengerechtigde behoudt dan zijn volledige pensioen zelf. Maar daarnaast kunnen de huwelijksjaren ook voor de andere ex-partner meetellen als jaren van zijn of haar eigen loopbaan. De gepresteerde jaren kunnen dus dubbel tellen: eenmaal voor de man en een tweede maal voor de vrouw. Dat houdt in dat de ex-echtgenoot die nooit ‘gewerkt’ heeft voor de periode van het huwelijk toch een eigen rustpensioen kan bekomen.
Ook hier zijn echter de eigen pensioenrechten van de ex-partner van belang. Heeft die zelf een loopbaan én pensioenrechten opgebouwd, dan heeft hij of zij ook recht op een persoonlijk pensioen. Uiteraard worden de rechten op een pensioen vanuit de loopbaan van de ander dan beknot. Het eigen pensioen kan hooguit gedeeltelijk gecumuleerd worden met een pensioen als gescheiden echtgenoot.
Gescheiden ambtenaren en hun pensioen
Voor ambtenaren is de regeling helemaal anders. In tegenstelling tot de regeling voor werknemers en zelfstandigen kan een gescheiden echtgenoot nooit recht hebben op een rustpensioen op basis van de gepresteerde jaren van zijn of haar ex-partner zolang beide in leven zijn. In de openbare sector zijn rustpensioenen immers strikt persoonlijk recht.
Dat verandert echter bij het overlijden van de gescheiden ambtenaar. De ex-partner van een overleden ambtenaar kan wél aanspraak maken op een overlevingspensioen voor de jaren dat hij of zij met de ambtenaar getrouwd was. Voorwaarde is evenwel dat de ex geen nieuw huwelijk is aangegaan. Bovendien moet de aanvraag voor het overlevingspensioen gebeuren binnen de termijn van één jaar na het overlijden. Was de overleden ambtenaar opnieuw hertrouwd, dan wordt het overlevingspensioen verdeeld tussen de langstlevende en de echtgescheiden echtgenoot.
Speciale gevallen
Hoewel de basisprincipes van de pensioenberekening relatief eenvoudig zijn, kunnen er zich heel wat ‘speciale gevallen’ voordoen. En vaak leiden die ertoe dat de gepensioneerde het met een kleiner pensioen moet stellen dan waar hij dacht of hoopte recht op te hebben. Hoe ingewikkelder een zaak, hoe groter bovendien de kans dat de pensioendiensten fouten maken. Vreest u dat u ergens benadeeld bent, dan kan u contact opnemen met de ombudsdienst pensioenen. Deze dienst heeft twee leden, een Nederlandstalige en een Franstalige, en heeft als taak te bemiddelen en verzoening na te streven tussen de burgers en de pensioendienst.
Bij duidelijke materiële vergissingen kan de bemiddeling van de ombudsman wel eens iets opleveren. Maar in andere gevallen zal u verder moeten gaan. Een advokaat onder de arm nemen is een eerste, maar dure mogelijkheid die bovendien niet altijd het verhoopte resultaat oplevert. Ook de pensioendienst van de Christelijke Mutualiteit (onder de ACV-koepel) levert op dit punt al jarenlang nuttige diensten. Deze dienst, die gespecialiseerd is in de pensioenmaterie en de wetgeving terzake van naaldje tot draadje kent, schrikt er niet voor terug om uw zaak voor een rechtbank te brengen indien dat iets kan opleveren. Van de 38 dossiers die door deze pensioendienst voor de rechtbank werden gebracht en die in 1999 werden afgehandeld, werden er maar liefst 29 gewonnen. Het overgrote deel van de pensioendossiers waarover deze organisatie zich buigt, hoeft gelukkig echter niet voor een rechtbank te eindigen maar kan al snel worden rechtgezet na een schrijven aan de pensioenadministratie. Zo waren er in 1999 1.470 dossiers die een bevredigende oplossing kregen. Wie niet waagt, niet wint.
© 2008 - 2024 Guy1962, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Bronnen en referenties