Wat doet u met uw Partnerpensioen?
Als u overlijdt, dan heeft uw partner – onder voorwaarden– recht op een pensioenuitkering van uw pensioenfonds. Dit heet Partnerpensioen. Bij einde deelneming of pensionering wordt het Partnerpensioen lager. U kunt uw Partnerpensioen verhogen door een stukje van uw Ouderdomspensioen in te leveren. Heeft u geen partner? Dan kunt u het Partnerpensioen ruilen voor een hoger Ouderdomspensioen.
Krijgt uw partner voldoende geld?
Voor het pensioenfonds is het belangrijk te weten of u een partner heeft. Uw partner kan dan namelijk ook aanspraak maken op het Partnerpensioen, mocht u komen te overlijden.
Als partner wordt beschouwd:
- Uw echtgenoot/echtgenote
- Uw geregistreerde partner
- De partner waarmee u samenwoont. Het samenwonen moet vastgelegd zijn in een bij de notaris opgestelde samenlevingsovereenkomst en u mag geen bloed- of aanverwant in rechte lijn van uw partner zijn.
Als u gaat trouwen of uw relatie laat registeren (geregistreerd partnerschap) wordt het pensioenfonds automatisch op de hoogte gebracht. Als u gaat samenwonen en een notariële akte laat opmaken is dat niet het geval. U moet dan een kopie van de akte opsturen naar het pensioenfonds. Ingeval van samenwonen zonder notariële akte is er géén recht op Partnerpensioen.
Als u overlijdt, heeft uw eventuele partner recht op een Partnerpensioen. Het Partnerpensioen bedraagt in de meeste pensioenregelingen 70% van het bereikbare ouderdomspensioen. Er zijn echter ook pensioenregelingen waarin het Partnerpensioen veel lager is. Let daar dus op.
Zodra u niet meer werkzaam bent in uw sector, krijgt uw partner géén volledig Partnerpensioen. De vraag is of uw partner dan voldoende geld heeft om rond te komen. Is het niet genoeg, dan kunt u er voor kiezen om een deel van uw Ouderdomspensioen te ruilen voor meer Partnerpensioen.
Ook kan het zijn dat u ooit gescheiden bent en een deel van uw Partnerpensioen moet afstaan aan uw ex. Als u na een echtscheiding opnieuw bent getrouwd of gaan samenwonen, krijgt uw nieuwe partner daardoor een aanzienlijk lagere uitkering als u overlijdt. Zorg dan dus dat u iets regelt als uw nieuwe partner (volledig) van uw inkomen afhankelijk is.
Wanneer wel en niet verzekerd
Als u overlijdt en nog werkende bent is uw partner volledig verzekerd voor Partnerpensioen. Als u overlijdt en niet meer werkende bent is uw partner niet meer volledig verzekerd voor Partnerpensioen. Dit geldt ook als u met pensioen bent. Als u overlijdt, krijgt uw partner nog maar een deel van het Partnerpensioen. Let er dus op, dat er in uw pensioenregeling een verschil kan zijn tussen de hoogte van het Partnerpensioen als u overlijdt voor de pensioendatum en het partnerpensioen als u overlijdt na de pensioendatum. Dit kunt u terugvinden op uw pensioenoverzicht.
Partnerpensioen op risicobasis
Als u van baan wisselt houd u recht op het Partnerpensioen dat is opgebouwd. Echter in veel pensioenregelingen is het Partnerpensioen verzekerd op ‘risicobasis’. Bij een Partnerpensioen op risicobasis bent u verzekerd tegen het risico van overlijden. Als u dan overlijdt terwijl u deelneemt aan de pensioenregeling, krijgt uw partner een Partnerpensioen. Wanneer de premiebetaling stopt (bijvoorbeeld bij ontslag of op de pensioendatum) vervalt de verzekering en is er geen Partnerpensioen meer. Zo’n pensioen vervalt dus bij ontslag. Wel kunt u er voor kiezen om bij uw ontslag of op uw pensioendatum een deel van uw ouderdomspensioen om te ruilen in Partnerpensioen. Dan is er in ieder geval een uitkering voor uw partner als u overlijdt na uw pensionering. Uw ouderdomspensioen wordt hierdoor natuurlijk wel lager.
Hoe en wanneer ruilt u?
Vlak voordat u met pensioen gaat krijgt u de vraag voorgelegd of u Ouderdomspensioen wilt ruilen voor meer Partnerpensioen. Stopt u eerder met pensioen opbouwen, bijvoorbeeld omdat u uw sector verlaat, dan kunt u er dan al voor kiezen uw Ouderdomspensioen te ruilen voor meer Partnerpensioen.
U wilt géén Partnerpensioen
Heeft u geen partner? Of heeft uw partner zelf voldoende inkomen? Dan kunt u er voor kiezen uw Partnerpensioen te ruilen voor een hoger Ouderdomspensioen. Dit geldt alleen voor het Partnerpensioen dat u heeft opgebouwd na 01-01-2006. Deze beslissing kunt u pas nemen vlak voordat u met pensioen gaat. Niet eerder.