Valsmunterij is van alle tijden

Valsmunterij, het maken van vals geld is van alle tijden. Het maken van vals geld begon al in de zevende eeuw voor Christus. In die tijd ontstonden de eerste munten. Doordat er gewoonweg te weinig munten in omloop waren werden er valse munten geslagen.

Historie

In de zevende eeuw voor Christus, toen de eerste munten ontstonden, werd er al vervalst. Ook waren er in de eerste eeuw na Christus veel valse munten in omloop. Dit kwam omdat er een te kort aan echte munten was. De tweede helft van de negentiende eeuw spande in de Verenigde Staten de kroon. Ongeveer de helft van de bankbiljetten waren ten tijde van de Burgeroorlog vervalst. De overheid richtte derhalve de Geheime Dienst op en tegen het eind van de negentiende eeuw waren de valse biljetten bijna allemaal uit omloop verdwenen.

Motieven

• Hebzucht. Namaken van geld levert snel veel winst op.
• Ijdelheid. Door aan te willen tonen hoe goed de vervalser is.
• Politiek. Door lands munt te ondermijnen neem je vertrouwen bij de bevolking weg.

Financiële noodzaak

Er zijn gevallen bekend dat machthebbers knoeiden met de samenstelling van het materiaal van munten. Met bepaalde chemische trucs is het mogelijk om koper voor zilver door te laten gaan. Ook metaal van lage waarde kan op die manier voor goud door gaan. Frederik de Grote haalde deze truc reeds begin achttiende eeuw uit

Politiek

Tijdens de tweede wereldoorlog probeerden de Nazi's om het vertrouwen in het Britse Pond te schaden. Er zou dan een zeer grote inflatie kunnen ontstaan. In 1942 toen het financieel al minder met Duitsland ging veranderde het plan en werden de valse Britse Ponden gebruikt om het Duitse leger meer financiële armslag te geven. Naar schatting zou in 1944 één op de twintig Britse Ponden vals zijn. Het percentage op het Europese vasteland was behoorlijk hoger aangezien er voor de Duitse troepen levensmiddelen en oorlogsmateriaal mee gekocht werden.

Vertrouwen

Een opmerkelijk voorbeeld hoe het vertrouwen in een munt dramatische gevolgen kan hebben is het volgende: In het jaar 1888 waren in Frankrijk zo veel vervalsingen in omloop dat men genoodzaakt was om de echte biljetten uit omloop te halen. Dit vanwege de enorme paniek die er ontstaan was.

Straf

Valsmunterij in de Middeleeuwen was erg gevaarlijk om te doen. Als men gepakt werd dan volgde steevast de doodstraf. Levend gekookt worden of verbranden op de brandstapel was dan het lot. Heden ten dage gaat deze doodstraf te ver, maar de straf voor valsmunterij is nog behoorlijk. Namaken van Euromunten wordt bestraft met een gevangenisstraf van vijf tot tien jaar. Daarentegen staat op het vervalsen van Eurobiljetten een straf tussen de vijftien en twintig jaar. Het maakt niet uit of je de vervalser bent of dat je de vervalser helpt. Ook medeplichtigen worden even zwaar gestraft. Zelfs wanneer je vals geld ontvangen hebt en dit weer uitgeeft ben je strafbaar. Je riskeert dan zeker een behoorlijke boete. Preventie staat bij de Europese Centrale Bank hoger op de lijst dan bestraffing, maar dat er zwaar gestraft wordt staat buiten kijf.

Valse Euro's

Tien jaar Euro inmiddels en ook 10 jaar valse Euro's. In de tweede helft van 2008 werden er 354.000 valse Euro's uit omloop gehaald. Grote probleem bij het bestrijden van valsmunterij is de onvoldoende samenwerking tussen de Europese lidstaten.

Controle op echtheid

Er zijn onderzoeken gaande welke zich richten op het toevoegen van elektronische circuits op bankbiljetten. Met Radio Frequency IDentification (RFID) lezers zou het vervolgens mogelijk zijn om de echtheid van het biljet te testen.