Nederlands geld, de gulden terug?

Van gulden naar Euro
Nederland kende vanaf de Middeleeuwen tot 2002 de gulden als munteenheid en wettig betaalmiddel. De benaming gulden komt van gulden florijn of gouden florijn, genoemd naar de Florentijnse munt 'fiorino d'oro'. Dit verklaart de herkomst van het sindsdien gebruikte valutateken ƒ of de letter f voor de gulden. De Nederlandse muntstukken droegen een profielbeeld van de Koningin op de achterzijde en het wapenschild met de Nederlandse leeuw op de voorkant. Later werd dit laatste de afbeelding van een eenvoudig net. De spreuk 'God zij met ons' is het randschrift. Het staat op het 1-guldenstuk, rijksdaalder en vijfje.Vanaf 1 januari 2002 werd de oude vertrouwde gulden vervangen door de munteenheid van de Europese Unie, de Euro. Op dat moment was de waarde van de gulden 0,453780216 Euro. De meeste Nederlandse winkels accepteerden het oude geld nog een maand lang, om daarna definitief over te gaan. Nederland was daarmee een van de eerste landen die zo snel mogelijk overgingen op de Euro. En zo kwam een eind aan de zevenhonderd jaar oude, eervolle gulden. Nog vijf jaar lang konden de oude munten worden ingewisseld bij de banken, waarna ze vanaf 1 januari 2007 waardeloos werden.
Benamingen geld
Elk Oud-Nederlands muntstuk en bankbiljet heeft een naam en soms ook een bijnaam. Zo heette de 1 cent-munt een 'spie', de 5 cent-munt was een 'stuiver' en de kleine 10 cent-munt heette een 'dubbeltje' of 'duppie'. Het 25-cent muntstuk was natuurlijk een 'kwartje' ook wel 'heitje' genoemd. De gulden zelf had als bijnaam 'piek', de 2 1/2 gulden munt was de bekende 'rijksdaalder' kortweg 'riks' of soms 'knaak' genoemd. Het 5-gulden muntstuk heette gewoon 'vijfje'. Komen we op het briefgeld dan is er ook een 'vijfje', wat hier staat voor het vijf gulden biljet. Dan is er het 'tientje' (tien gulden), in de volksmond soms 'joetje' genoemd. De naam 'geeltje' stamt van het 25-guldenbiljet dat om precies te zijn van 1860 tot 1923 in omloop was. Deze was geel van kleur en ondanks dat het geeltje later andere kleuren kreeg, bleef de bijnaam altijd bestaan. Vijftig gulden stond bekend als 'Zonnebloem', de honderd gulden ging door als 'meier' of 'snip'. De minder vaak voorkomende 250 gulden kende men als 'Vuurtoren'. De bijnaam 'rooie','rug' of 'rooie rug' voor een duizend gulden biljet vindt zijn herkomst twee eeuwen geleden, toen de briefjes een rode achterkant hadden.Portretten op bankbiljetten
Nederlandse bankbiljetten droegen portretten van historisch bekende Nederlanders, zoals de filosoof von Baruch De Espinoza (1000 gulden, 1973-2002), de componist Jan Petersz. Sweelinck (25 gulden 1971-1995), schilder Frans Hals (10 gulden, 1971-2002) en Joost van den Vondel (5 gulden, 1976-1988). 100 Gulden werd uitgebeeld met het portret van admiraal Michiel Adriaansz. de Ruyter (1972-1985). De bekendste ontwerper van het naoorlogse Nederlandse papiergeld is de grafisch ontwerper Robert (Ootje) Oxenaar (1929) die de bovenstaande, conventionele 'erflaters'-serie met figuren uit de vaderlandse geschiedenis maakte, maar nog beroemder werd vanwege zijn moderne, felgekleurde bankbiljetten-serie: de Zonnebloem (50 gulden), de Snip (100 gulden) en de Vuurtoren (250 gulden).De schetsen voor de legendarische bankbiljetten werden toentertijd nog gewaagd genoemd. Maar Oxenaar kende zijn missie. Het bestaande geld vond hij te modderig van kleur. 'Het Monopolie geld is eigenlijk al mooier', zei hij, om vervolgens een revolutie te ontketenen. 'Ik wilde iets typisch Nederlands en iets met dieren en bloemen, maar geen molens, klompen, koeien en tulpen. Zo ben ik op de zonnebloem en de met uitsterven bedreigde snip gekomen. En de vuurtoren vond ik toepasselijk vanwege onze lange kust en het belang van de scheepvaart.' Jaap Drupsteen ten slotte was de ontwerper van de allerlaatste serie meer abstracte bankbiljetten.
Heimwee naar de gulden
Veel mensen vinden dat de Euro ons 'door de strot werd gedrukt'. De gulden verdween zonder zeggenschap. Want de euro zou zoveel beter voor ons zijn... Sinds de invoering van de euro zijn de prijzen in Nederland nagenoeg verdubbeld. Kostte tien jaar geleden iets nog tien gulden, dan is dat nu zo'n beetje tien Euro. De gemiddelde werknemer in Nederland heeft sinds de overstap van de gulden naar Euro een koopkrachtschade geleden van circa 164 % van het huidige inkomen. Spaarders met een spaarsaldo van 10.000 Euro ondervonden volgens berekeningen een schade van 3250 euro. En dit kan niet enkel aan 'gevoelsinflatie' worden toegeschreven. Men geeft nu een euro uit alsof het een gulden is. Omrekenen deed men in het begin nog wel (1 op 3 mensen), tegenwoordig doet men het nauwelijks meer. Slechts een op de zeven mensen waagt soms nog een sommetje in de supermarkt.
Behalve om redenen die men daadwerkelijk in de portemonnee voelt, wil men ook om andere redenen de gulden terug. Het Nederlandse papiergeld was wereldberoemd om de schitterende, felle kleuren zodat vergissen niet mogelijk was. Ontwerper Oxenaar kan zich voorstellen dat veel Nederlanders heimwee hebben naar het oude papiergeld: 'Elke keer erger ik me aan die vreselijke eurobiljetten. Het is een schande. Er zijn zoveel voortreffelijke designers die dat beter hadden gekund.'
Duidelijkheid bij het 'oud-hollandse' geld betreft ook het muntgeld, dat door precies de juiste coupurereeks, kleuren en afmetingen voor iedereen heel praktisch was, ook voor slechtzienden. De euro werd veel kritischer bekeken. De aanvankelijk veelvuldig voorkomende 1 en 2 cent euromunten wekten enkel irritatie, de 10 en 20 cent euromunten lijken veel teveel op elkaar, en ook is er soms verwarring tussen de 1 en 2 euromunt. Bovendien leidt de grote hoeveelheid soorten muntstukken enkel tot teveel wisselgeld en een forse portemonneevulling, maar veel waard is het nu ook weer niet. Gerrit Zalm, toenmalig minister die nota bene verantwoordelijk was voor de invoering van de Euro, heeft zich ooit in bedekte termen laten ontvallen dat - om economische redenen - de Euro misschien toch niet het goede idee was zoals hij eerst had gedacht.
Hoe mensen over de gulden denken
- "De bankbiljetten waren veel mooier en gaven Nederland een eigen identiteit."
- "Geef mij de goeie ouwe gulden maar terug en de prijzen van toen."
- "Laatst had ik een dubbeltje in handen. Wat is dat toch een lief, schattig klein muntje."
- "De vuurtoren is het mooiste bankbiljet uit de geschiedenis van het Nederlandse papiergeld."
- "Ik wil de gulden terug! Niet alleen vanwege alle ellende die de euro ons heeft gebracht, maar ook vanwege de mooie vormgeving."
- "De biljetten van Oxenaar waren van een uitzonderlijke schoonheid, het was eigenlijk zonde om ze uit te geven. Je kreeg er ook mooi wisselgeld voor terug, dus het was altijd ook esthetisch een goede deal."
- "Het guldenteken is omgezet naar een euroteken, alleen ons salaris is niet mee gestegen! En dan durven te beweren dat de prijzen niet veranderd zijn..."
- "Het zou te mooi voor woorden zijn, als die gouwe ouwe gulden weer terug zou komen."
- "Ik mis ze, zowel het briefje van 250 gulden, maar ook de zonnebloem en de snip."
- "De Nederlandse bankbiljetten zijn zo mooi dat het ingelijst aan de muur kan. Ik wou dat ik nog een briefje had."
- "Kom maar terug met die gulden!"
- "De gulden mag van mij terug komen, heerlijk weer die kwartjes, duppies, knaken, vijfies en de geeltjes."
- "De gulden die ik vroeger achteloos in de parkeerautomaat stopte zonder er bij na denken, die gulden hield ik vandaag in mijn hand alsof het iets heel bijzonders was. Ik heb hem gepoetst en nu ligt hij voor me terwijl de tranen over mijn wangen rollen. Mooie gulden, wat hebben ze je aangedaan…"
Verdienen aan oude Nederlandse munten
Met heimwee alleen komen we er niet. Klinkende munt uit ongebruikte munten slaan is ook een optie. Muntenverzamelaars onderzoeken munten op een aantal criteria, waaronder de periode waarin de munt geslagen is, de conditie en het gebruikte materiaal. Goudkleurige munten waren ooit van echt goud, en zilverkleurige waren echt zilver. Het was het materiaal dat de werkelijke verkoopwaarde bepaalde. Een zilveren rijksdaalder uit 1910 of een gouden dukaat uit 1781 leveren nu vaak honderden euro’s op. Dus grofweg: Hoe ouder de munt en hoe beter de kwaliteit is, hoe meer geld zo'n munt opbrengt. Verzamelaars geven in sommige gevallen veel meer geld voor de oude munten en biljetten dan de bank doet. Wat te denken van de oude vertrouwde cent, bijv. die uit 1980. Die cent met een toenmalige waarde van 1 cent is ongebruikt en in optimale staat nu omgerekend bijna honderdtachtig keer zoveel waard.
Waarde van oud Nederlands papiergeld
Het 'Frans Halsje', het oude Nederlandse tientje, is momenteel rond de € 10 of meer waard. Nieuwere biljetten zoals de 'IJsvogel', (ƒ 10 vanaf 1997), zijn alleen interessant als ze helemaal gaaf zijn. Heeft u nog het oude ƒ 50 biljet liggen? Deze 'Zonnebloem' is waardevol, ook al zit er een vouw in, want u kunt er toch nog zo'n € 35 voor krijgen. Ook het honderd gulden biljet kan belangstelling van liefhebbers opwekken. De 'watersnip' levert u gemiddeld € 55 op, maar heeft u echt een ongebruikt exemplaar zonder vouwen in uw bezit, dan kunt u tot wel € 100 verdienen. Geen zin om liefhebbers op diverse online marktplaatsen te zoeken, wend u zich dan tot de Nederlandsche Bank waar u de guldenbiljetten nog tot en met 31 december 2031 kunt inwisselen tegen de officiële vaste koers: 1 Euro = 2,20371 Gulden.In een ouwe sok...
Dat Nederlanders nauwelijks afstand kunnen doen van de vertrouwde gulden blijkt uit het feit dat er in ons lang nog steeds iets meer dan een half miljard euro aan guldens rondzwerft, of het nu in een ouwe sok zit, in een stoffige la, verstopt onder het matras, in een verzamelalbum of een spaarpot. Volgens De Nederlandse Bank waren eind 2009 27 miljoen bankbiljetten van alle soorten nog niet ingeleverd. Men houdt vast aan de gulden, in welke staat dan ook. Misschien wel in de ijdele hoop dat we onze portemonnee op een dag weer mogen vullen met de kleine duppies, klinkende knaken en de schitterende Zonnebloem. Gewoon, vanwege de herinvoering van de gulden." Money often costs too much." ~ Ralph Waldo Emerson