Hebt u geld uit erfenis of faillissement tegoed?

Overleden mensen laten vaak bezittingen na. Deze bezittingen worden in een testament of wettelijk nagelaten aan familieleden of aan in naam genoemde personen in het testament. Indien er geen erfgenamen zijn of deze zijn niet op te sporen, dan verdwijnen de bezittingen in een consignatiekas van de Ministerie van Financiën. Bij de meeste sterfgevallen is het duidelijk wie de erfgenamen zijn, deze staan namelijk genoemd in het testament. Als er geen testament is gemaakt bevat de wet ook een opsomming van volgorde van erfgenamen. Er zijn namelijk vier groepen erfgenamen die recht hebben op de nalatenschap. Na deze vier groepen komen eventueel verdere familieleden in aanmerking voor een deel van de nalatenschap. Zodra er geen erfgenamen te vinden zijn, wordt de nalatenschap toegevoegd aan de consignatiekas. Dit geldt overigens ook voor niet opgeëiste bedragen uit afgewikkelde faillissementen.

Consignatiekas

In juli 2009 heeft de consignatiekas van de Ministerie van Financiën grote aandacht gekregen in de media. In kranten en op het internet lazen de Nederlanders dat er nog ongeveer 30 miljoen euro ligt te wachten op rechtmatige eigenaren van onverdeelde nalatenschappen en afgewikkelde faillissementen. De Ministerie heeft namelijk een zoekmachine geopend waarop mensen middels hun naam kunnen zoeken naar openstaande bedragen die voor hen klaar staan. Het kan gaan om grote bedragen, maar ook om kleine vorderingen. Bedragen van €45,38 of hoger worden 20 jaar bewaard in de consignatiekas, daarna vervallen ze aan de Nederlandse overheid. Lagere bedragen worden zelfs 60 jaar bewaard. Bij het opeisen van bedragen waar u nog recht op hebt krijgt u ook nog een rente van 1,06 procent. De zoekmachine van de Ministerie treft u aan op de website: www.minfin.nl

Bedragen uit nalatenschap

In vrijwel alle gevallen zijn er na het overlijden erfgenamen aan te wijzen die recht hebben op een deel of de gehele nalatenschap. In eerste instantie wordt hiervoor nagegaan of er een testament is opgesteld door de overledene. Indien dit niet het geval is, geldt de wettelijke regeling. In dat geval zijn er vier groepen erfgenamen. De nalatenschap gaat volgens de wettelijke regeling volledig naar de hoogste groep. De groepen daaronder komen pas in aanmerking voor de nalatenschap indien de hogere groep niet aanwezig is. De wettelijke volgorde is als volgt:

• echtgenoot of echtgenote (geregistreerde partners) en kinderen;
• ouders, broers, zussen;
• grootouders;
• overgrootouders.

Indien er geen erfgenamen gevonden kunnen worden in deze vier groepen en ook geen overige familieleden, gaat de erfenis in de consignatiekas. In de kas zitten ook bedragen voor erfgenamen waarvan niet duidelijk is of ze het bedrag wil aannemen.

Hoe vordering opvragen?

Als blijkt dat er een bedrag voor u in de kas zit, hebt u de mogelijkheid om een verzoek in te dienen om het bedrag te incasseren. Dit moet u schriftelijk verzoeken aan de Ministerie van Financiën. U zult aan moeten tonen waar u recht op hebt en dat u ook werkelijk de persoon bent die de rechten heeft. Particulieren moeten een kopie van het legitimatiebewijs meesturen. Ook bedrijven kunnen vorderingen hebben openstaan. Zij kunnen ook schriftelijk een verzoek indienen, en moeten hierbij aantonen dat zij rechthebbende zijn. Ook moeten zij een origineel uittreksel van de Kamer van Koophandel meesturen.