De financiële opvoeding van kinderen
Goed met geld omgaan is niet eenvoudig. Voor een volwassene vaak al niet, laat staan voor kinderen. Mede doordat er in het huidige tijdperk steeds minder gebruik wordt gemaakt van contant geld en de meeste betalingen middels een pinpas gebeuren, is het lastig voor de jongeren onder ons om de waarde van geld in te schatten. De financiële opvoeding van een kind gaat over de waarde van geld, het verdienen en ontvangen van geld, sparen, maar ook over het uitgeven van geld. Wanneer je je kind van jongs af aan leert om verstandig met geld om te gaan, zal hij op vroege leeftijd financieel zelfstandig kunnen zijn.
De onderdelen van financiële educatie
Als je wil dat je kind verstandig met geld om leert gaan, leer je hem het best om met een vast of beperkt bedrag een periode te overbruggen. Een doel is dat je kind zijn wensen afstemt op de middelen die hij heeft. Keuzes maken is eveneens een belangrijk aspect van de opvoeding; je kind zal niet alles kunnen kopen, maar hij zal voor zichzelf moeten bepalen waar hij de meeste waarde aan hecht. Ook is het belangrijk dat de volgende onderwerpen uitgebreid aan bod komen:
- Sparen
- Lenen
- Zak- en kleedgeld
- Omgaan met verleidingen
Door je kind vroeg kennis te laten maken met geld en hem bewust maakt van alles wat daarbij komt kijken, kun je voorkomen dat hij als hij wat ouder is in de financiële problemen raakt door het maken van verkeerde en impulsieve keuzes.
Sparen
Sparen kan op verschillende manieren. Je kunt een spaarrekening openen, maar je kunt ook simpelweg gebruik maken van een spaarpot. Als een kind een duurdere uitgave wil doen, zal hij deze moeten leren plannen. Dit zal straks als volwassene niet anders zijn. Als je kind iets wil kopen waar hij niet direct genoeg geld voor heeft, zal hij geld opzij moeten zetten om dit op een later tijdstip alsnog te kunnen kopen. Als hij het geld dat hij heeft toch besluit uit te geven aan andere dingen, zal het langer duren om zijn duurdere wens te bekostigen. Geld kun je immers maar en keer uitgeven. Wanneer kinderen zien dat de inhoud van hun spaarpot (of spaarrekening) groeit, zullen ze gemotiveerd raken om door te gaan.
Lenen
Lenen voorkomen is een mooi streven, maar lenen hoeft niet per definitie fout te zijn. Zolang je maar verantwoord leent, is dit prima. Dit wil zeggen dat het kind moet leren begrijpen dat wanneer hij iets leent, dit moet worden terugbetaald. Heeft hij de financiële middelen om dit te kunnen doen? Houdt hij bijvoorbeeld elke maand iets van zijn zakgeld over, waarmee hij het geleende bedrag kan terugbetalen? Of kan hij met een bijbaantje genoeg geld verdienen om zijn lening af te lossen? Wanneer dit het geval is, kan lenen een handige oplossing zijn om op kortere termijn een grotere uitgave te kunnen doen. Als volwassene krijgt hij wellicht ook met leningen te maken in de vorm van een hypotheek of een studieschuld. Wanneer je kind op jonge leeftijd begrijpt wat verantwoord lenen inhoudt, heeft hij hier later profijt van.
Zak- en kleedgeld
Vanaf welke leeftijd je begint met het geven van zakgeld, bepaal je uiteraard zelf. De hoeveelheid ook. Pas vanaf dat een kind ongeveer zes jaar is, is hij in staat om de verschillende munten van elkaar te onderscheiden, dus dit zou een goed moment kunnen zijn om met zakgeld te beginnen. In het begin (zo rond de zes jaar) bedraagt het zakgeld van een kind gemiddeld € 1,- tot € 2,- per week. Dit loopt op naarmate hij ouder wordt. Tips omtrent het geven van zakgeld zijn:
- Geef hetzelfde vaste bedrag op een vast tijdstip aan het kind en wijk hier niet vanaf
- Spreek van tevoren duidelijk af hoelang het kind met het zakgeld moet doen
- Bespreek duidelijk wat er van het zakgeld betaald moet worden
Deze methode draagt bij aan het inzicht dat je met je geld een bepaalde periode moet zien te overbruggen. Het kind zal dus prioriteiten moeten stellen. Wat vindt hij belangrijker? Snoep of speelgoed? Of misschien wel iets dat meer geld kost dan het zakgeld dat hij ontvangt? Hij wordt nu gedwongen om keuzes te maken en zal leren dat niet alles kan. Wanneer het kind zo rond de twaalf jaar is, kun je besluiten om je kind kleedgeld te geven. De gemiddelde twaalfjarige ontvangt per maand tussen de € 30,- en € 45,-. Ook met kleedgeld is het van belang om vooraf duidelijke afspraken te maken over het vaste tijdstip van betaling en wat je kind wel en niet van het kleedgeld moet betalen.
Omgaan met verleidingen
Op jonge leeftijd zijn mensen vaak gevoelig voor verleidingen, ze willen iets niet zozeer omdat ze het zelf belangrijk vinden, maar omdat ze erbij willen horen. Er kan sprake zijn van groepsdruk, reclames, social media en andere zaken die hun koopgedrag kunnen beïnvloeden. Het is belangrijk om de jongere te leren uitgaan van wat hij zelf belangrijk vindt en dat hij het verschil leert herkennen tussen iets echt zelf willen en iets willen vanuit een bepaalde druk. Hier zullen in het begin fouten gemaakt worden, maar dat is niet erg. Het is een leerproces en na verloop van tijd zal hij steeds makkelijker het onderscheid kunnen maken en sneller geneigd zijn voor zichzelf te kiezen.
Bijbaantjes
Vanaf de leeftijd van dertien jaar mag iemand een bijbaantje hebben. Dit kan zijn in de vorm van folders of kranten bezorgen of vakken vullen in de supermarkt. Een kind laten werken voor geld draagt bij aan het inzicht van de waarde van geld. Wanneer je iets duurs wil doen of kopen, zal je daar immers veel uren voor moeten werken. De keuzes van het kind zullen bewuster worden en misschien is iets opeens een stuk minder interessant, wanneer blijkt dat daar veel inspanning voor nodig is. Op deze manier komen de prioriteiten van het kind veel sterker naar voren dan wanneer hij geld ontvangt, zonder daar iets voor te hoeven doen.
Valkuilen
De bovengenoemde punten dragen allemaal bij aan financiële opvoeding. Wanneer je deze volgt, ben je al een flink eind in de goede richting. Toch is er ook een aantal valkuilen waar ouder of opvoeders nog wel eens intrappen:
- Het geld van het kind voor het afgesproken tijdstip aanvullen, omdat het geld op is
- Zelf niet het goede voorbeeld geven door bijvoorbeeld impulsaankopen te doen
- Het kind ineens teveel verantwoordelijkheid geven
- Het spaargeld van het kind afschermen
Door deze dingen te doen, bevorder je de zelfstandigheid van het kind niet. Als het geld een keer voortijdig op is, is dat jammer. Dan zal hij de volgende keer beter moeten plannen om uit te komen met het geld dat hij heeft. Wanneer je zelf geen bewuste financiële keuzes maakt, zal je kind hier ook geen waarde aan leren hechten. Met geld om leren gaan is een proces wat stap voor stap moet worden opgebouwd, dus geef je kind niet ineens de volledige financiële verantwoordelijkheid en wanneer je kind heeft gespaard en dit geld wil uitgeven, laat hem dit dan doen. Door het keurig bij elkaar gespaarde geld te blokkeren, motiveer je het kind niet om langer te sparen.