Bankbiljetten al eeuwen betaalmiddel
Bankbiljetten bestaan al vanaf 1661 toen door de Bank van Stockholm in Zweden de eerste exemplaren werden uitgebracht. Later volgde in 1699 biljetten uitgegeven door de Bank of England. Zoals destijds worden ook nu bankbiljetten in de regel uitgegeven door de centrale bank van een land. Uitzondering hierop vormt slechts een aantal banken in Hongkong, Noord-Ierland en Schotland. Hoewel het idee kan ontstaan dat een bankbiljet in de portemonnee bezit is van de eigenaar van die beurs is dit maar in een bepaald opzicht het geval. Het biljet op zich, bestaande uit bedrukt papier, blijft namelijk eigendom van de bank die het heeft uitgegeven. De waarde die het vertegenwoordigt is uiteraard wel eigendom.
Chinese waardepapieren als voorlopers van bankbiljetten
Bankbiljetten werden ooit voorafgegaan door papiergeld dat bestond uit waardepapieren die gebruikt werden als ontvangstbevestiging. Dit kwam al voor in de Tang-dynastie en Song-dynastie in China en maakte het mogelijk om grote hoeveelheden zware
munten te vermijden bij een transactie. In Europa was pas in de dertiende eeuw sprake van iets vergelijkbaars en in Nederland verschenen de eerste waardepapieren in 1574 gedurende de Spaanse belegering.
Van eerste geldautomaat naar flappentap
Bankbiljetten in de handen van de consument komen meestal door middel van een betaalkaart uit een geldautomaat. Dit kan niet alleen bij de eigen bank maar ook bij alle andere
banken wat gastgebruik wordt genoemd. De eerste mogelijkheid om bankbiljetten uit de geldautomaat te halen bestond in Londen in 1967 bij een filiaal van Barclays naar een idee van de in 1925 geboren Brit John Shepherd-Barron. Het idee heeft inmiddels wereldwijde navolging in geldautomaten. Een geldautomaat wordt in de volksmond ook wel een
flappentap genoemd.
Verantwoordelijk voor uitgeven
De ECB (Europese Centrale Bank) heeft de auteursrechten over de eurobankbiljetten. Die organisatie is samen met de centrale banken van de Europese landen verantwoordelijk voor het uitgeven en in omloop brengen van de biljetten. Eurobankbiljetten hebben geen nationale zijde in tegenstelling tot euromunten. Toch kan de herkomst wel worden achterhaald omdat de landinformatie in
code is vermeld op de achterkant van het biljet.
Beschadigde bankbiljetten
Om de levensduur te vergroten zijn de eurobankbiljetten vervaardigd uit katoenvezel maar door gebruik kunnen ze toch slijten en beschadigen. Als een biljet beschadigd is, maar er nog voor meer dan de helft over is van het oorspronkelijke biljet, wordt het door
De Nederlandse Bank vergoed. Bij minder dan de helft moet onomstotelijk worden aangetoond dat het ontbrekende deel niet meer bestaat om voor vergoeding in aanmerking te komen.
Afbeeldingen Europese architectuur
Eurobankbiljetten (en ook
euromunten) bestaan formeel vanaf 1 januari 1999 en werden per 1 januari 2002 in roulatie gebracht. De zeven verschillende biljetten (500, 200, 100, 50, 20, 10 en 5 euro) hebben elk een andere vorm en kleur. De afbeeldingen op de biljetten zijn gebaseerd op verschillende periodes van de Europese
architectuur van de Klassieke Oudheid tot 20e-eeuwse architectuur.
Ontworpen door Robert Kalina
Aan de voorkant van de biljetten bevindt zich een poort (zoals bijvoorbeeld een soort triomfboog) of venster (zoals bijvoorbeeld een kerkvenster) en aan de achterkant een brug in diverse uitvoeringen. Die afbeeldingen komen niet overeen met bestaande bouwwerken. Naast die afbeeldingen tonen alle biljetten de Europese vlag en een landkaart. Verder staan er diverse aanduidingen op en een handtekening. De eerste serie van de biljetten is ontworpen door Robert Kalina van de Nationale Bank van Oostenrijk. Kalina werd op 3 december 1996 winnaar van een ontwerpwedstrijd waarbij uiteindelijk uit 44 voorstellen werd gekozen.
Echtheidskenmerken
Om echte eurobankbiljetten te onderscheiden van vervalsingen zijn in alle biljetten diverse echtheidskenmerken verwerkt zoals:
- Doorzichtregister
- Holografisch folie
- Infrarood kenmerken
- Iriserende strook
- Microprint
- Optisch dood papier
- Optisch variabele inkt.
- Plaatdruk
- Uv-reactie
- Veiligheidsdraad
- Watermerk
Naast deze kenmerken is een belangrijk kenmerk van de biljetten het voelbare reliëf waardoor blinden en slechtzienden ze kunnen herkennen.
Lees verder