Sparen voor pensioen of gebruik maken van lijfrente?
Als je een pensioentekort hebt moet je zelf voorzieningen treffen om het tekort weer op te lossen. Dit kun je doen door gewoon een kapitaal achter de hand te houden, maar je kunt ook via een verzekering of via banksparen kiezen voor een lijfrente. In dit artikel lichten wij de mogelijkheden nader toe.
Bijna alle werknemers hebben een pensioentekort. De situatie van het stijgend aantal ZZP-er is nog slechter. De meeste ZZP-ers bouwen namelijk niet op de één of andere manier een kapitaal op om van te kunnen leven na hun pensionering. Om een pensioentekort weg te werken moet je zelf voorzieningen treffen. Er zijn meerdere manier om te zorgen voor een aanvulling op de AOW en het werknemerspensioen. Je kunt onder andere een spaarkapitaal opbouwen en geld storten in een lijfrenteverzekering of op een lijfrenterekening. Beide opties hebben zowel voordelen als nadelen.
Vrij opneembaar geld als een oudedagsvoorziening
Door te kiezen voor vermogensopbouw in de vorm van sparen of beleggen houd je zelf de beschikking over het geld. Je kunt het geld beleggen als het op dat moment goed uit komt. Op een ander moment kies je juist voor sparen tegen zo hoog mogelijke rente. Als je ervoor kiest om te beleggen, let dan goed op waarin je gaat beleggen. Pas op met het nemen van grote risico’s. Het is namelijk niet slim om te speculeren met pensioengeld.
Een groot nadeel van deze vorm van vermogensopbouw is de belastingheffing die je er over verschuldigd bent. Per belastingplichtige geldt een vrijstelling van ongeveer €21.000 aan spaargeld of belegd vermogen. Over het meerdere moet je 1,2% belasting betalen. Een ander nadeel is dat het niet bekend is hoeveel vermogen je moet opbouwen. Mogelijk ga je zeer oud worden. Kun je met het vermogen zorgen voor een inkomen tot je 90e jaar?
Kiezen voor een lijfrenteverzekering of een lijfrente spaarrekening
Bij deze vorm van vermogensopbouw kan er geprofiteerd worden van een verschil in belastingheffing. De premie of de inleg is onder voorwaarden aftrekbaar van het inkomen. De uiteindelijke uitkering wordt weer belast. Doordat het inkomen na pensionering lager is, moet dit een fiscaal voordeel opleveren. Aan de aftrekbaarheid worden wel voorwaarden gesteld. Aan de hand van een berekening moet je berekenen hoeveel je in de polis of op de rekening mag storten. Het komt erop neer dat je alleen mag storten als je een tekort hebt in pensioenopbouw.
Een groot nadeel van deze vormen van vermogensopbouw is dat het fiscaal voordeel vaak tegen valt. De lijfrenteverzekering heeft als extra nadeel dat de in de polis verwerkte kosten vaak hoog zijn. In vergelijking met het sparen of beleggen zijn deze varianten van vermogensopbouw niet flexibel. De bestemming van het geld is een aanvulling op het pensioen. Een andere bestemming is ook niet mogelijk. Een voordeel is dat de waarde in de polis of op de rekening niet meetelt voor de heffing over kapitalen.
Ondanks de nadelen en de valkuilen doe je er verstandig aan om stil te blijven staan bij je pensioenopbouw. Je hoeft niet de laatste tien jaren vóór je pensionering nog proberen om je pensioengat te dichten. Daar moet je de tijd voor nemen. Ga na op Mijnpensioenoverzicht.nl wat je staat te wachten op je pensioendatum. In één oogopslag kun je zien wat de opgebouwde pensioenrechten zijn. Let ook op de getroffen voorzieningen voor het nabestaandenpensioen. Bij jouw overlijden moet er wel iets geregeld zijn voor de nabestaanden.