Deflatie en het verband met inflatie
Over bijna geen enkel ander aspect van de crisis bestaat er zoveel onduidelijkheid en misverstand als over deflatie en de relatie ervan met inflatie. Het beste kunnen we beide fenomenen begrijpen als we ze taalkundig benaderen.
Inflatie en deflatie in de betekenis van oppompen en leeglaten
In het Engels bijvoorbeeld betekent inflatie niet alleen "inflatie" maar verwijst de term ook naar het proces van oppompen, bijvoorbeeld van een luchtballon. En het Engelse woord deflatie wordt niet alleen gebruikt in de zin van ons begrip "deflatie " maar ook voor laten ontsnappen van de lucht uit een ballon: “to deflate a balloon”.
En feit is, je kan geen lucht uit een ballon laten ontsnappen, als je hem niet eerst hebt opgeblazen. En evenmin kan er deflatie bestaan als er geen inflatie aan vooraf is gegaan. Van inflatie is er sprake wanneer de
banken de geldhoeveelheid vergroten, dus meer kredieten verstrekken (geldverruiming) en zo dus nieuw geld uit het niets creëren. Van deflatie is sprake, als die geldhoeveelheid weer inkrimpt.
Term deflatie ook gebruikt voor dalende prijzen
Ofschoon in oorzaak en werking totaal verschillend, is deflatie ook het fenomeen van dalende goederenprijzen als natuurlijk gevolg van stijgende productiviteit. Helaas is het gemeengoed geworden ook dát verschijnsel als "deflatie" te betitelen, waardoor er veel verwarring ontstaat.
Inflatie wordt onvermijdelijk gevolgd door deflatie
Inflatie leidt, zoals hiervoor uitgelegd, automatisch tot deflatie. In plaats van die af te wachten, reageren de centrale banken erop door een nog grotere inflatie te initiëren en zeepbellen te vormen. Wanneer deze bubbels tot uitbarsting komen, treedt een nog grotere deflatie in, die naar het oordeel van de centrale banken een nog extremere inflatie vereist, enz. De uitslagen naar beide zijden worden steeds groter, de gekozen weg leidt uiteindelijk tot een catastrofe. Dat is precies wat we nu al 15 jaar meemaken.
Hoe deze vicieuze cirkel doorbreken?
Er zijn slechts twee manieren waarop dit proces kan eindigen:
- ofwel accepteren banken op een gegeven moment deflatie (die immers maar een overgang naar een stabielere, gezondere economie inluidt);
- ofwel we blijven het fenomeen blindelings bestrijden en roepen op die manier uiteindelijk een toestand van hyperinflatie op.
Op een andere wijze gaat het niet, want aangezien deflatie het natuurlijke gevolg van inflatie is, is die onvermijdelijk zodra men zich op dit pad begeven heeft.
Inflatie is de deflatie van morgen
De inflatie van vandaag, is de deflatie van morgen. Wie dat begrepen heeft, zal duidelijk zijn waarom een "lage inflatie" niet goed is als argument voor méér inflatie. Helaas heeft het er veel van weg dat dit tegenwoordig de standaard opvatting is: steeds wanneer de prijzen dalen, wordt opgeroepen om de publieke en private
schulden te verhogen. In navolging van Milton Friedman hanteren veel economen deze misvatting als gemeengoed, die luidt: “bij dalende inflatiepercentages moeten centrale banken de rente verlagen. Dit heeft een stabiliserende werking”. Maar op lange termijn leidt het tot precies het tegenovergestelde, namelijk de situatie waarin we nu zitten.
Het inflatiepercentage
Dat zogenaamde "inflatiepercentage" is sowieso een grappig iets. Het meet niet de inflatie (de groei van de geldhoeveelheid), maar de gevolgen daarvan, de stijgende prijzen. Een betere benaming is daarom “prijsindexcijfer”. Maar om uit miljoenen constant veranderende prijzen een betrouwbare index vast te stellen, zelfs eentje met cijfers achter de komma, is net zo wetenschappelijk als koffiedik kijken.
Hoeveel is er niet te doen geweest over de wijze waarop de Griekse autoriteiten de statistieken hebben gemanipuleerd om aan de criteria van Maastricht voor toelating tot de Europese Monetaire Unie te voldoen? Feit is, dat elke statistiek over inflatie de boodschap bevat die de samensteller ervan wil brengen.
Lees verder